Strafpleiter Gerard Spong geeft met zijn debuut De breuk inzicht in zijn werkwijze.

‘Ze is wel dood, maar ik heb haar niet vermoord.’ Het literaire debuut De breuk van strafpleiter Gerard Spong begint met een cliffhanger. Aan het woord is de nieuwe client van Charles Fitzroy Spinning, alias mr. Gerard Spong, in 2004 bij een eerste ontmoeting in een hotel in Oslo. De achtenveertigjarige arts Allard Wissinger wordt ervan verdacht zijn Filipijnse vrouw te hebben vermoord. De omstandigheden zijn schimmig: hij vond haar op bed en heeft haar zelf begraven. Wissinger wordt aangehouden in Nederland en zijn vrouw wordt opgegraven om sectie te kunnen verrichten. Als een patholoog ontdekt dat de vrouw een breuk in haar strottenhoofd heeft, begint een medisch/forensische strijd. Want is de breuk vóór of na het overlijden van de Filipijnse vrouw ontstaan?
                De zaak in De breuk speelt zich af tussen 2004 en 2010. Spong stelde eerder in het Advocatenblad dat zijn boek voor 95 procent non-fictie en 5 procent fictie is. Zelf ziet hij zijn boek als ‘een must’ voor strafrechtadvocaten. ‘Er staat een grote hoeveelheid medische/forensische informatie in die van enorm toegevoegde waarde kan zijn als je met een dergelijke diepe strafzaak te maken krijgt. De informatie is er wel, maar die staat in dure Engelstalige medische handboeken. Dan moet je de informatie nog zien te combineren en dat heb ik juist in mijn boek gedaan.’
                Een must? Spong geeft in zijn boek in elk geval op een openhartige manier toegang tot zijn bewegingswereld. Er komt meer aan bod dan slechts de beschrijving van de zaak, mede door het gekozen vertelperspectief vanuit de advocaat.
                De strafrechtadvocaat schetst een beeld van de keuzes en overwegingen waar hij voor komt te staan; waarom een bepaalde zaak aannemen? Welke verdedigingsstrategie wordt er gekozen? Hoe om te gaan met de media? Daarnaast vertelt Spong over het achterhalen van bepaalde voorkeuren van rechters om zijn strategie op af te stemmen, onthult hij de bedragen die hij in rekening bracht bij zijn cliënt en deelt hij zijn persoonlijke visie op het werk; dat een advocaat meer is dan een procesbewaker. Als inspiratiebron voor zijn pleidooien noemt hij het boek Institutio Oratoria van de Romeinse redenaar Quintilianus. Spong: ‘Een strafrechtadvocaat moet kritisch en creatief zijn en de grenzen van het recht opzoeken. Aan visieloze papegaaien heeft niemand iets.’

Auteur: Gerard Spong
Titel: De breuk
Uitgever: Uitgeverij Balans
Verschijningsdatum: 30 mei

Hedy Jak

 

Download artikel als PDF

Advertentie