– Raad van discipline Den Bosch, 2 juli 2012, LJN: YA3083. Ontvankelijkheid van de klacht.
Klacht tegen leden toetsingscommissie Insolad is ontvankelijk.
Een failliet verzoekt de toetsingscommissie Insolad het gedrag van zijn curator te toetsen. De toetsingscommissie benoemt een drietal advocaten als panelleden. Na de uitspraak blijkt dat één van de panelleden geen lid is van de toetsingscommissie. De curator dient een klacht in tegen de panelleden, onder meer omdat zij zich er niet van hadden vergewist of alle panelleden wel bevoegd waren.
De raad constateert dat de klacht betrekking heeft op het handelen van verweerders in hun hoedanigheid van secretaris respectievelijk leden van de toetsingscommissie van Insolad. De advocaat die zijn taak als secretaris dan wel lid van deze commissie uitoefent, is niet werkzaam in zijn hoedanigheid van advocaat. Het tuchtrecht voor advocaten is op gedragingen van de advocaat in die hoedanigheid alleen dan van toepassing, indien die advocaat zich bij de vervulling van die taak zodanig gedraagt dan wel misdraagt dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur wordt ondermijnd. Om te kunnen beoordelen of sprake is van zodanige gedragingen dat het vertrouwen in de advocatuur is geschaad, dient de klager in zijn klacht te worden ontvangen. De raad wijst de klacht echter als ongegrond af.