Amerikaanse bedrijfsjuristen zijn niet langer primair geïnteresseerd in het terugdringen van kosten als het om het inhuren van advocaten gaat.

Het is nu ‘toegevoegde waarde creëren’ wat de klok slaat. Dat blijkt uit een onderzoek van de BTI Consulting Group, een Amerikaans onderzoeksbureau, dat gebaseerd is op gesprekken met meer dan 300 bedrijfsjuristen van Fortune 1000 bedrijven en andere grote organisaties. BTI voert dit onderzoek sinds 2006 uit en dit jaar was ‘toegevoegde waarde’ met 31.8 procent favoriet; dat percentage lag vorig jaar nog op 18.7 procent. In 2009 noemde meer dan 40 procent ‘terugdringen van kosten’ nog als belangrijkste aandachtspunt; dit jaar ligt dat op bijna de helft (21.2 procent).

Nieuwe beslisbomen
In het rapport wordt erkend dat het terugdringen van kosten en het creëren van toegevoegde waarde dicht bij elkaar in de buurt liggen. Het verschil is echter dat toegevoegde waarde creëren een omslag vergt die verder dient te gaan dan ‘meer doen met minder.’
Gevraagd naar hoe men het creëren van ‘toegevoegde waarde’ vorm denkt te geven, gaven de bedrijfsjuristen aan om – in samenspraak met hun advocatenkantoor – hun ‘legal work flows’ aan te willen passen. Verdere mogelijkheden betreffen het versnellen van bepaalde vergunningaanvraagprocedures, het ontwikkelen van beslisbomen en het plaatsnemen in R&D commissies om zo sneller IE kansen te spotten.

De trend die dit onderzoek beschrijft, is ook in Nederland al enige tijd gaand. Lees hier het verslag van een bijeenkomst die in maart plaatsvond bij pensioenorganisatie PPGM waar 100 advocaten en bedrijfsjuristen met elkaar van gedachten wisselden.

Tekst: Mark Maathuis

Advertentie