Advocaten mogen geld vragen voor een eerste, oriënterend gesprek zonder daar eerst afspraken over te maken. Dat blijkt uit een uitspraak van de tuchtrechter van de raad van discipline van 24 mei jl.
Na een eerste gesprek met een advocaat kreeg een rechtzoekende een rekening van 271,20 euro. De tuchtrechter vond dit terecht. De vrouw mocht niet verwachten dat het gesprek gratis was. Ze had kunnen en moeten navragen of er kosten aan waren verbonden.
De vrouw had samen met drie collega’s op 19 mei 2011 een gesprek met de advocaat. Een uitblijvend salaris en een tegen hen aangevraagde ontslagvergunning waren onderwerp van het gesprek. Aan het eind van de bijeenkomst zijn de mogelijke kosten voor rechtsbijstand besproken. Een dag later heeft de werkneemster telefonisch laten weten dat zij en haar collega’s niet met de advocaat in zee wilden gaan. De advocaat stuurde een rekening voor een bedrag van 271,20 euro.
In verband met deze vordering diende de rechtzoekende een klacht in bij de raad van discipline in Arnhem. De rechter keek naar de door de advocaat betrachte zorgvuldigheid en oordeelde dat het gesprek inhoudelijk is geweest. Daarom is er volgens de rechter geen enkele reden waarom de vrouw ‘mocht veronderstellen dat het gesprek gratis zou zijn’. Volgens de uitspraak had zij zelf kunnen en moeten nagaan bij de advocaat of, en zo ja, hoeveel het gesprek zou kosten.
De werkneemster heeft tegen de uitspraak verzet aangetekend. ‘Deze kwestie toont het belang aan van het maken van goede afspraken vooraf’, zegt AR-lid Diane de Wolff van de Nederlandse Orde van Advocaten. ‘Mensen vragen tegenwoordig regelmatig om een “oriënterend” gesprek en denken dat ze daarmee uit de kosten blijven. Misverstanden daarover kun je beter vooraf uit de wereld helpen.’