Nogal wat advocaten presenteren zich als expert in financieel recht. Om het kaf van het koren te scheiden, is certificering door experts nodig.

 

Een rondje langs de websites van advocatenkantoren die zich bewegen op het terrein van financieel recht laat zien dat zij zich, zonder uitzondering, laten voorstaan op hun ‘diepgaande kennis’, ‘hoogwaardige kennis’, ‘klinkende resultaten’, ‘bijzondere expertise’ en ‘grote expertise’. Verder zijn ze ’ter zake kundig’ en ‘bij uitstek de specialist financieel recht’. Mooier kun je het inderdaad niet maken.

     Maar hoe weet je als buitenstaander dat deze kantoren echt over die ‘bijzondere expertise’ of ‘hoogwaardige kennis’ beschikken? Hoe kies je op kwaliteit, zeker in een situatie waarin iedereen zich laat voorstaan op kwaliteit? En hoe weet je als klant dat je een kwalitatief goede advocaat financieel recht in de arm neemt die opkomt voor jouw belangen? Vertrouwen in de financiële sector is een actueel thema. Nederlanders vertrouwen hun loodgieters veel meer dan bankiers en verzekeraars, zo bleek recent uit een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Zouden advocaten financieel recht dan wel een groot vertrouwen genieten? Waarschijnlijk niet.

     Neem alleen al het rechtsgebied zelf. Mijn ervaring is dat maar weinigen in staat zijn zelfstandig hun weg te vinden in het financieel recht. Velen hebben deze intellectuele sprong met de komst van de abstracte en holistische Wet op het financieel toezicht niet gemaakt. Het rechtsgebied is complex en dynamisch. Ga er maar aan staan. Zouden advocaten financieel recht echt kunnen waarmaken dat hun kennis hoogwaardig en diepgaand is? Zelfs een specialist financieel recht als ikzelf zou dat niet zomaar durven beweren.

     Door de complexiteit en dynamiek hebben de advocaten de neiging zich in de praktijk te focussen op een deelgebied of thema. De één specialiseert zich op het deelgebied beleggingsrecht en de ander op financieel toezichtsrecht en een derde op verzekeringskennis. Maar juist de kennis van het gehele juridische kader en de bijbehorende integrale en brede benadering is wenselijk en wordt ook gestimuleerd door de Europese Unie.

     Neem bijvoorbeeld vraagstukken op het terrein van goed bestuur. Die worden behandeld vanuit de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek Boek 2, Rechtspersonen. Maar in 2014 komen daar de vele Europese Verordeningen en het rulebook van de Europese toezichthouders en de Europese Banken Unie bij. Advocaten zullen het overzicht dan helemaal kwijtraken.

Nu kan iedereen zonder enige kennis van de materie of systematiek als advocaat werkzaam zijn op het complexe financieel rechtsgebied. Eenieder kan in een geschil een klant bijstaan bij het financiële klachteninstituut KiFiD of bij de rechter zonder dat er waarborgen zijn dat de desbetreffende advocaat zich op dit rechtsgebied heeft bekwaamd. Certificering zou daarom goed zijn, niet alleen voor de klant maar ook voor advocaten financieel recht zelf. Alleen zo kan het kaf van het koren worden gescheiden.

     Waarom laten advocaten financieel recht zich niet certificeren door bijvoorbeeld een breed samengestelde groep? Een groep waarin naast advocaten ook experts zitting nemen die bijvoorbeeld werken bij het ministerie van Financiën, toezichthouders De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten, de rechtbank of de Hoge Raad. Dan is hun kwaliteit geborgd, wat kan bijdragen aan het vertrouwen van klanten.

     Certificering van de beroepsgroep zou bovendien erkenning betekenen van het financieel recht als iets wat je er niet zomaar bij doet. Het levert dus ook erkenning op van de professie van advocaat financieel recht. Certificering: het is de hoogste tijd. En wellicht kan de Vereniging Financieel Recht die in het najaar zal worden opgericht daarin een belangrijke rol spelen.

 

Rob Schotsman is Senior adviseur opleidingsinstituut NIBE-SVV.

Download artikel als PDF

Advertentie