De Nederlandse Orde van Advocaten verzet zich tegen het toezichtstelsel dat het kabinet voorstelt. Volgens de oude en de nieuwe algemeen deken bestaat er een goed alternatief voor bemoeienis van de overheid.  

Sinds 2010 werkt de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten samen met het College van Afgevaardigden, de dekens en de raden van toezicht om het toezicht te intensiveren en zo veel mogelijk te uniformeren. Uitgangspunt daarbij is dat het toezicht wordt georganiseerd op een wijze die recht doet aan de rol van de advocaat die ten behoeve van zijn cliënten opereert in onze rechtsstaat. Doel van het toezicht is een vakbekwame en integere advocatuur ten behoeve van de rechtzoekende. De tijd dat het toezicht per arrondissement kon verschillen is voorbij. De dekens, verenigd in het dekenberaad, hebben vele maatregelen getroffen om het toezicht verder te professionaliseren en te uniformeren. Zo zijn onder meer afspraken gemaakt over hoe om te gaan met bepaalde overtredingen van verordeningen, is het financieel toezicht één van de speerpunten van het toezicht geworden en wordt jaarlijks tien procent van alle kantoren proactief bezocht. Ook heeft de Algemene Raad mr. Rein Jan Hoekstra1 gevraagd om als onafhankelijke derde te rapporteren over het huidige toezichtsysteem en over de veranderingen die door de Orde en lokale Ordes worden doorgevoerd. Sinds begin 2012 voert hij zijn onderzoek uit.

     Naast deze stappen heeft de Orde ook een voorstel gedaan voor een beter toezichtstelsel. Kort gezegd behouden de dekens daarbij de verantwoordelijkheid voor het toezicht en komt er een nieuwe toezichthouder die kijkt naar het functioneren van het stelsel en die kan ingrijpen in dit stelsel en bij de individuele dekens. Deze stelseltoezichthouder zal nadrukkelijk geen rol krijgen bij het toezicht op individuele advocaten. Zo kan hij zonder eigenbelang onafhankelijk en objectief aan de samenleving verantwoording afleggen. Dit voorstel zorgt voor een onafhankelijk toezicht op de advocatuur. In de perceptie van de Algemene Raad was de Orde hierover tot een vergelijk gekomen met de staatssecretaris. Het is dan ook ronduit teleurstellend dat dit kabinet, onder aanvoering van staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD), zonder deugdelijke motivering hiervan afwijkt en een andere wijze van toezicht voorstelt. In de plannen van dit kabinet wordt naar de mening van de Orde de onafhankelijkheid van het toezicht op advocaten geweld aangedaan.

 

Overheidsbemoeienis

De Algemene Raad blijft zich verzetten tegen de ontoelaatbare invloed van de overheid op de advocatuur. In de plannen die nu voorliggen is sprake van een college van toezicht, waarvan de leden worden benoemd door de overheid. Zij kunnen door diezelfde overheid worden voorgedragen voor ontslag. De minister controleert de begroting van het college van toezicht, terwijl de kosten voor rekening komen van de advocatuur en de minister kan de besluiten van het college van toezicht vernietigen.

     Wat gaat dit nieuwe college van toezicht doen? Als wij de staatssecretaris mogen geloven niet zoveel, maar is dat wel zo? Het nieuwe college van toezicht wordt eindverantwoordelijk voor het toezicht op advocaten, inclusief de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft), het stelt het toezichtbeleid vast en kan algemene en specifieke aanwijzingen geven aan de dekens. Ook kan het college klachten indienen tegen advocaten en boetes en lasten onder dwangsom opleggen (tot een maximum van 7800 euro). Het college van toezicht kan eigen toezichthouders aanwijzen die beschikken over bevoegdheden op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en die onderzoek kunnen doen naar advocaten.

     De staatssecretaris gebruikt veel argumenten om te rechtvaardigen dat er een college van toezicht moet komen. Tegelijkertijd heeft hij het idee dat in de praktijk de dekens al het feitelijke toezicht blijven uitvoeren. Als reden geeft hij dat de dekens nu al heel goed werk verrichten, effectief zijn in de toezichtuitoefening en over veel kennis en ervaring beschikken. Waarom dan een college van toezicht? De huidige toezichthouders, de dekens, krijgen met dit wetsvoorstel ook de beschikking over de bevoegdheden uit de Awb, maar verliezen tegelijkertijd hun eigen verantwoordelijkheid. Als marionetten zijn de dekens gehouden het toezichtbeleid en de algemene en specifieke aanwijzingen van het college van toezicht op te volgen. Zij kunnen, als zij dat niet doen, worden ontslagen van hun toezichthoudende taak. En hoe verhoudt die toezichthoudende taak zich tot de mogelijkheid voor de deken om ambtshalve te blijven klagen (artikel 46c)?

     Wij twijfelen dan ook zeer ernstig aan de effectiviteit van het gekozen toezichtmodel. Anders dan de staatssecretaris wil doen geloven, zal dit college van toezicht echt niet achterover gaan leunen en de dekens hun werk laten doen. Het college zal de taken en bevoegdheden die het heeft gekregen ook willen waarmaken. Dit betekent dat het college een eigen toezichtcapaciteit tot zijn beschikking wil hebben om direct (eigen) onderzoeken te kunnen starten. Dit roept allerlei praktische vragen en problemen op, zoals: wie gaat wat doen? Hoe heeft de afstemming plaats tussen het college en de dekens? Wie beschikt wanneer over welke informatie en hoe wordt deze informatie dan gedeeld? Wat te doen als het college en de deken dezelfde klacht willen indienen? In een poging al deze praktische vragen en problemen het hoofd te bieden, zal het college naar alle waarschijnlijkheid de grenzen van de eigen taken en bevoegdheden opzoeken en deze met allerlei protocollen, beleidsregels en richtsnoeren willen afbakenen.

     Een ander groot bezwaar tegen de plannen van dit kabinet is de doorbreking van de geheimhoudingsplicht van advocaten. Advocaten kunnen zich straks ten opzichte van de toezichthouder niet meer beroepen op hun geheimhoudingsplicht. Daarmee kan een rechtzoekende er niet meer op vertrouwen dat de informatie die hij met een advocaat deelt ook echt vertrouwelijk blijft.

 

Alternatief

De Algemene Raad ontwikkelde al in 2011 een alternatief wetsvoorstel met betrekking tot het toezicht. Dit alternatieve voorstel is gebaseerd op het advies van Arthur Docters van Leeuwen uit 20102 en voorziet in de versterking van de rol en de positie van de deken, de introductie van het dekenberaad waar al het toezichtbeleid wordt geüniformeerd en de introductie van een ‘blik van buiten’. Met de ‘blik van buiten’ in de vorm van een stelseltoezichthouder wordt de onafhankelijkheid van het toezicht ten opzichte van de advocatuur en de overheid gewaarborgd. De stelseltoezichthouder heeft geen directe betrokkenheid bij het toezicht op individuele advocaten. Wel kan de stelseltoezichthouder ingrijpen wanneer een deken niet functioneert. De stelseltoezichthouder kan de deken dan eerst opdragen de geconstateerde tekortkomingen op te lossen en de deken uiteindelijk ontslaan wanneer dit onvoldoende gebeurt. De stelseltoezichthouder rapporteert, zonder eigenbelang, rechtstreeks aan het publiek en is daarmee veel transparanter dan het college van toezicht dat de staatssecretaris voorstaat.

     De Orde blijft zich verzetten tegen de plannen van dit kabinet voor wat betreft de bemoeienis van de overheid met het toezicht op de advocatuur. Tegelijkertijd werkt de Orde hard aan de invoering van het eigen toezichtmodel, vanuit de overtuiging dat hiermee de onafhankelijkheid van het toezicht en de publieke verantwoording echt wordt bereikt, maar vooral ook omdat dit effectiever is dan de plannen van dit kabinet. De Algemene Raad is benieuwd wat u van de toezichtplannen van dit kabinet vindt en heeft een speciale website in het leven geroepen waarmee we u op de hoogte houden: www.advocatenorde.nl/echtonafhankelijk.

 

1    Rein Jan Hoekstra onderzoekt als interim de kwaliteit, objectiviteit en integriteit van het toezicht op advocaten zoals dat wordt uitgevoerd door de lokale dekens. Zie voor meer informatie: www.toezichtadvocatuur.nl.

 

2   Mr. A.W.H. Docters van Leeuwen, Het bestaande is geen alternatief. Een verkenning naar verbeteringen in het toezicht op de advocatuur (NSOB, 2010).

 

 

 

Download artikel als PDF

Advertentie