De berichtgeving over examendiefstal bij Ibn Ghaldoun deugt niet, betoogt columnist en advocaat Matthijs Kaaks. Berichten bevatten (juridische) missers en zijn tendentieus.
‘Examenrover wil omstreden advocaat’, zo schreef een dagblad vorige week vorige week. De berichtgeving van veel media rond de examendiefstal bij de islamitische middelbare school Ibn Ghaldoun is een treffende illustratie van een mediahetze. Anders dan wel wordt gesuggereerd, is een examendiefstal als deze geen unicum. Examenfraude komt in Nederland vrijwel jaarlijks voor.
Een eenvoudig onderzoekje op zoekmachine Google maakt duidelijk dat tal van leerlingen, studenten en ook docenten zich daaraan hebben schuldig gemaakt. De diefstal bij Ibn Ghaldoun is ook niet de grootste examenfraude ooit, zoals her en der wordt geschreven. Veel journalisten konden het natuurlijk niet weten omdat het internetgeheugen niet zover teruggaat, maar in 1992 dreigde het mavo-examen geschiedenis van zestienduizend leerlingen ongeldig te worden verklaard. De opgaven waren ontvreemd en verspreid. De staatssecretaris zag uiteindelijk af van het ongeldig verklaren. Daders werden toen niet opgespoord.
Wel uniek is de wijze waarop in de media een venijnig vuurtje wordt opgestookt onder het incident, wat de zaak tot absurde proporties opblaast. ‘Examenrover wil omstreden advocaat.’ De zin bevat twee grove uitglijders en is bovendien lelijk tendentieus. Ga maar na. Ten eerste is roof het openlijk en gewelddadig wegnemen wat aan een ander toebehoort. Daarvan was bij de examendiefstal geen sprake. De feiten wijzen op eenvoudige diefstal. Vermoedelijk zijn de examens met een valse sleutel uit een kluis gehaald.
Ten tweede, de onschuldpresumptie is geschonden. De leerling van 19 jaar is nog niet schuldig bevonden, hij wordt bovendien niet verdacht van diefstal met geweld. En ten derde, de advocaatkeuze wordt in de berichtgeving verdacht gemaakt. De strekking van het bericht ‘Examenrover wil omstreden advocaat’ is dat de advocaat, mr. Mohammed Enait, eigenlijk niet deugt. ´Hij was immers die moslim die weigerde op te staan voor een rechter´. Maar dat was tuchtrechtelijk niet verwijtbaar, zo besliste het Hof van Discipline.
Je kunt daar van alles van vinden, feit is dat deze advocaat zich heeft gemanifesteerd als onafhankelijk en dwars. En dat zijn voor een advocaat prima eigenschappen, die ook in deze zaak van pas komen. Hij zal er vast op wijzen dat de hatelijke reacties eigenlijk schokkender zijn dat de examendiefstal zelf.
Tekst: Matthijs Kaaks