Aangehouden verdachten van alle misdrijven moeten in de eerste zes uur van hun aanhouding standaard een consult van een advocaat krijgen. Pas na overleg met een advocaat kunnen zij hier afstand van doen. Dat zijn enkele standpunten van de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) naar aanleiding van het rapport van de Commissie Innovatie Strafrechtadvocatuur.
De NOvA gaat in overleg met de Raad voor Rechtsbijstand en het College van Procureurs-generaal een pilot uitwerken waarbij met de standaard consultaties wordt geëxperimenteerd. Het experiment zal waarschijnlijk in Utrecht en Rotterdam van start gaan. Het is niet bekend wanneer de pilot begint.
Consult
Verdachten van een ernstig misdrijf, met een gevangenisstraf van zes jaar of meer, moeten volgens de AR in ieder geval een consult krijgen gedurende de eerste uren van het strafproces. Verdachten van een minder ernstig misdrijf moeten volgens het bestuur van de Orde in ieder geval de keuze krijgen zich door een advocaat te laten bijstaan. Voor personen die worden verdacht van een minder ernstige overtreding (categorie C-zaak) laat de AR in het midden in hoeverre zij in het begin van hun proces rechtsbijstand moeten kunnen krijgen. De AR is bovendien van mening dat er een rol is weggelegd voor advocaten in ZSM-procedures. Over de informatiepositie van advocaten in deze versnelde procedures is de Orde in gesprek met het OM. Na de zomer wordt hierover meer duidelijkheid verwacht.
Videoverbinding
Een deel van de gesprekken tussen verdachten en advocaten wil de AR via een videoverbinding tot stand laten komen. Verdachten van ernstige misdrijven met een gevangenisstraf van zes jaar of meer moeten volgens de AR echter een face-to-face consult krijgen. Ook in zaken met minderjarige verdachten wordt niet standaard met een videoverbinding gewerkt.
Extra rechtsvraag
In het advies richtte de Commissie Innovatie Strafrechtadvocatuur zich op oplossingen voor extra vraag naar advocaten in de voorfase van het strafproces. Oorzaak van die toegenomen vraag zijn de Salduz-uitspraak, de uitwerking daarop voor de ZSM-aanpak en de Europese richtlijn die verplicht stelt dat ook meerderjarige verdachten recht krijgen op bijstand tijdens politieverhoor.
‘Waardevol’
‘Voor de Orde is het rapport van de commissie zeer waardevol,’ zegt AR-lid Jan Leliveld. ‘Er zijn thema’s waar de AR een andere afslag heeft genomen, maar het rapport heeft aanleiding gegeven tot discussie rondom de inrichting van de rechtsbijstand in de voorfase van het strafproces. Op die manier heeft het op mooie wijze geholpen bij de gedachtevorming.’
Sabine Droogleever Fortuyn