Vrijdag 12 juli heeft dit kabinet wederom een bezuiniging op de gefinancierde rechtsbijstand gelanceerd. Onder de eufemistische titel van een stelselherziening gaat een taakstelling van 85 miljoen euro schuil, bijna een kwart van het totale budget. Bezuinigingen op dit onderwerp buitelen de laatste jaren over elkaar heen. Nieuwe plannen worden gelanceerd voordat oude voorstellen in praktijk zijn gebracht, laat staan dat naar de effecten ervan is gekeken. Zelfs voor wie het onderwerp nauwgezet volgt, is het moeilijk te doorgronden om de hoeveelste taakstelling het gaat. Maar voor wie heeft meegenummerd, is dit de derde taakstelling op het stelsel die dit kabinet uitvoert!
De Orde heeft realiteitszin voor wat betreft bezuinigingen in het algemeen en voor de Orde belangrijke onderwerpen. Nu echter is het verband tussen de verschillende maatregelen volkomen zoek en daarmee ontstaat een grote onvoorspelbaarheid en onzekerheid voor rechtzoekenden en advocaten in het stelsel. Zo mogelijk nog erger is de constatering dat verantwoordelijk staatssecretaris Teeven in zijn plannen nog steeds de vinger niet legt op de echte oorzaak van de groei van het stelsel.
Die groei ontstaat niet doordat rechtzoekenden maar raak procederen en advocaten dat laten gebeuren (Teeven in de Volkskrant van 13 juli). Nee, de oorzaak zit voor een groot deel bij de overheid zelf. In ongeveer zestig procent van alle zaken wordt immers geprocedeerd tussen burger/bedrijf en overheid. De groei van het aantal zaken is direct in verband te brengen met verandering van beleid: op het vlak van pensioenen, sociale zekerheid, arbeidsmarkt, vreemdelingenbeleid en ga zo maar door. Juist nu, waarbij rechtzoekenden nog eerder dan anders in hun recht worden geraakt, moeten zij ook in staat worden gesteld hun rechtspositie te beschermen.
Een voorstel van de staatssecretaris dat bevreemding wekt, is om te komen tot een vorm van tariefregulering voor advocaten binnen (maar misschien ook wel buiten?) het stelsel. Weliswaar houdt de staatssecretaris een groot aantal slagen om de arm en moet nog uitgebreid onderzoek worden gedaan, maar hij roept het toch maar alvast. In eerste instantie ziet de Orde in deze stap vooral een akelige parallel met het onderwerp toezicht op de advocatuur, namelijk die van ongepaste overheidsinmenging.
De enige maatregel in de stelselherziening van de staatssecretaris waar de Orde echt warm voor loopt, betreft de versterking van de eerstelijns rechtsbijstand bij de Juridisch Loketten. Daarbij omvat onze steun nadrukkelijk niet de bezuiniging die handig door Teeven is verweven met de versterkingsgedachte: namelijk het schrappen van zaken in huurrecht en consumentenrecht, alsmede echtscheiding zonder kinderen.
De Orde is erg voor een versterking van de eerste lijn op inhoud en kwaliteit: rechtzoekenden moeten veel beter dan nu het geval is worden geholpen bij het Juridisch Loket, met een grotere rol voor de advocaat in de eerste beoordeling (triage). En als het probleem dat zij hebben complex is dan dienen zij ook door een dienstverlener met een A-kwaliteitslabel te worden geholpen, een advocaat dus. Hoewel de plannen van de stelselherziening overigens doordrenkt zijn van een bezuinigingsmotief, rept de staatssecretaris ten aanzien van de versterking van de eerste lijn met geen woord over de kosten ervan. Voor de Orde is het evident dat kwaliteitsverbetering geld kost. Als het de staatssecretaris maar duidelijk is dat rechtzoekenden noch advocaten gaan opdraaien voor deze kosten; wij nummeren niet verder mee met Rutte II!
Meer informatie? Kijk op www.rechtsbijstandjuistnu.nl 

Walter Hendriksen

Download artikel als PDF

Advertentie