De Iraanse advocaat Mohammad Mostafaei woont in ballingschap in Noorwegen. De recente verkiezing van president Hassan Rohani in Iran geeft hem hoop.

Mohammad Mostafaei woont in het Noorse stadje Drammen, maar zijn hart ligt nog steeds bij Iran, meer precies bij de collega’s die niet tijdig konden vluchten. ‘Negen advocaten zitten op dit moment gevangen, en ik maak me vooral zorgen over Houtan Kian. Hij werd bijna drie jaar geleden gearresteerd, nadat hij met een Duitse journalist had gepraat over de zaak van Sakineh Ashtiani, de vrouw die wegens overspel werd veroordeeld tot dood door steniging.’ Ashtiani werd eerder door Mostafaei vertegenwoordigd.
Ook Lawyers for Lawyers voerde intensief campagne voor Kian, die een straf van zes jaar uitzit in de Tabriz-gevangenis waar hij extreem slecht wordt behandeld. Berichten over zijn lot zijn schaars en onbetrouwbaar. Mostafaei: ‘Zijn huidige advocaat Naghi Mahmoudi – die Iran inmiddels ook is ontvlucht na een oproep zich bij de Tabriz-gevangenis te melden – zegt dat hij een brief van Kian heeft ontvangen waarin Kian vraagt geen aandacht aan zijn zaak te besteden. ‘Ik weet niet wat ik daarvan moet denken. Volgens Mahmoudi werd Kian gefolterd door sigaretten op zijn handen en genitaliën uit te drukken. Maar dat soort foltering hebben we in Iran helemaal niet nodig. Onze martelmethodes zijn veel verfijnder. Je wordt opgesloten in een cel van drie bij één, je mag niemand zien, het licht is dag en nacht aan. Je wordt vooral geestelijk gemarteld.’
Vanuit Noorwegen probeert Mostafaei zijn collega’s zo goed en zo kwaad als het kan te helpen, bijvoorbeeld door ze in contact te brengen met journalisten. ‘Als een mensenrechtenadvocaat in Iran een interview geeft aan de Britse omroep BBC of het persbureau Associated Press komt hij in de problemen. Maar als ze bijvoorbeeld via mijn contacten praten met een Iraanse journalist die een artikel schrijft over een onderwerp als vrouwenrechten, is dat geen probleem. Ook het organiseren van seminars over dit soort onderwerpen wordt getolereerd.’
Het is mogelijk om om de dictatuur heen te werken, denkt Mostafaei. Bovendien geeft de verkiezing van de nieuwe president Hassan Rohani vorige maand enige hoop op verlichting. In zijn campagne beloofde Rohani de burgerrechten te zullen versterken, en liet hij doorschemeren amnestie voor politieke gevangenen te overwegen. Mostafaei: ‘Als dat gebeurt, ga ik zo snel mogelijk terug. Maar hoe hoopvol het ook klinkt: ook Rohani zal een manier moeten vinden om met de religieuze leiders samen te werken.’

Tatiana Scheltema

Download artikel als PDF

Advertentie