Vijf terreurverdachten van de aanslagen op 11 september 2001 in de Verenigde Staten staan terecht voor de ‘militaire commissie’. Hun advocaten zijn gefrustreerd en gefascineerd. Een hoorzitting in Guantánamo Bay.

De hoorzitting in de beveiligde rechtbank van het omstreden gevangenenkamp Guantánamo Bay op Cuba is op een hete vrijdagmorgen amper een minuut onderweg of de rechter gelast een eerste schorsing. Een van de terreurverdachten is niet komen opdagen. Hij heeft een formulier in het Arabisch ondertekend waarin hij afziet van zijn recht om de zaak vandaag bij te wonen. Maar onduidelijk is of hij gewoon niet wil of dat hij wegblijft wegens de pijn aan zijn gebit. Hij klaagde er de afgelopen nacht over. En dan is er nog de mogelijkheid dat er heel iets anders aan de hand is. Zijn advocaat James G. Connell blijft maar doorvragen naar de reden.
            Rechter James Pohl – onder zijn toga in uniform – zucht diep. Hij heeft geen zin in ‘gedoe’ en stuurt de hoofdbewaker terug naar het gevangenenkamp aan de andere kant van het honderdtwintig vierkante kilometer grote Guantánamo Bay, om aan Ammar al Baluchi te vragen wat de exacte reden is van zijn absentie. ‘Ik zit in mijn kantoor, daar weet u me wel te bereiken.’ En weg is Pohl.
            Anderhalf uur later is de zaak opgehelderd. Al Baluchi heeft pijn aan zijn gebit en wil echt niet komen. Meteen volgt een discussie tussen de rechter en de advocaten of de middagschorsing een kwartier langer dan gebruikelijk mag duren zodat er tijd is voor het vrijdaggebed. De verdachten – allen moslims – mogen tijdens de zitting twee keer bidden. Dat doen ze in de rechtszaal. Hun bidkleedjes hebben ze over de rugleuning van hun stoelen gedrapeerd. Een vrouwelijke advocaat bedekt haar blonde haren met een sluier – uit respect voor de verdachten.
            Deze vijf verdachten zitten sinds 2006 vast in Guantánamo. Daarvoor verbleven ze in geheime CIA-gevangenissen. Ze worden verantwoordelijk gehouden voor de organisatie van de aanslagen van 11 september 2001 op de Verenigde Staten. Ze zijn aangeklaagd voor 2976 maal moord. Allen hangt de doodstraf boven het hoofd. Ze zouden vlieglessen en de financiën voor de negentien kapers hebben geregeld.
            Een jaar geleden werden ze voorgeleid, de inhoudelijke behandeling begint op zijn vroegst eind volgend jaar. In de tussentijd staan ellenlange hoorzittingen gepland, bijvoorbeeld over welk bewijsmateriaal mag worden gebruikt en wie nou eigenlijk de gang van zaken tijdens het proces bepaalt. Vandaag wordt een kampcommandant verhoord. De advocaten willen weten waarom hij al hun correspondentie met hun cliënten liet controleren, wat er daarna met die informatie is gebeurd en wie hem die orders gaf.
           
Onzorgvuldigheden
Een uur en drie kwartier later dan gepland gaat de hoorzitting verder. Het is de zoveelste schorsing deze week. Opvallend is hoe gelaten de advocaten, verdachten, aanklagers en bewakers – zestig mannen en enkele vrouwen sterk – de hinderlijke onderbrekingen accepteren. Rechter Pohl lijkt zich niet te laten opjagen. Hij betracht zorgvuldigheid. Hij weet ook dat de hele wereld meekijkt. De mannen dienen een zo eerlijk mogelijk proces te krijgen, de reputatie van de Verenigde Staten staat op het spel en Pohl wil voorkomen dat de zaak wordt geseponeerd vanwege onzorgvuldigheden.
            Aan het eind van een lange dag schudt de advocaat van Al Baluchi, Connell, aan een houten picknicktafel in een oude vliegtuighangar tegenover de rechtbank, zijn hoofd. Hij vertelt over de frustraties van zijn werk. ‘Als ik mijn cliënt wil zien, moet ik er eigenlijk heen. Maar ja, je gaat niet zomaar eventjes naar Guantánamo. Dat kan niet eens. Eigenlijk is het de enige manier om Al Baluchi echt te spreken. Bellen en schrijven gaat evenmin, alles wordt afgeluisterd. Pas nog bleek in rookmelders afluisterapparatuur verstopt. Eigenlijk kunnen we alleen in de rechtszaal zelf overleggen. Tot deze week heb ik mijn cliënt vier maanden niet gezien of gesproken.’
            Pohl somt op: ‘We mogen onze computer niet meenemen, tenzij die speciaal wordt aangepast. We mogen onze dossiers niet meebrengen vanuit Washington, maar moeten die hier op extreem langzame printers helemaal opnieuw uitprinten en daarna weer door de shredder halen. Echt, er zien tientallen en nog eens tientallen van dat soort regeltjes en procedures, die het proces nagenoeg onmogelijk maken.’
            Het is de klacht van veel advocaten: alles wordt omgeven door geheimzinnigheid en omzichtigheid. Veel van de informatie die de verdachten hebben prijsgegeven, is door marteling verkregen. Maar hoe precies, dat is geheim. Zelfs het Rode Kruis wordt gedwongen dossiers prijs te geven en daarmee zijn onafhankelijke positie op te geven.
            De 41-jarige Connell, een fanatiek beoefenaar van yoga, laat zich niet uit het veld slaan. Hij noemt de zaak even frustrerend als fascinerend. ‘Voor mij is het een unieke kans om deel uit te maken van een zeer bijzonder proces, ik ben betrokken bij waarschijnlijk het enige onderzoek ooit naar de martelingen. Ik verdien stukken minder, de bureaucratie is tien keer groter, maar zelfs met al die frustraties is het het meer dan waard.’
            De rechtszaal in Guantánamo oogt als andere in de Verenigde Staten: neonverlichting en namaak-mahoniehouten meubilair. De terreurverdachten gaan gekleed in witte djellaba’s, dezelfde kleur als hun hoofddoeken. Sommigen dragen een jas in camouflagekleuren. Onder de stoelen van de mannen steken kettingen uit de grond om ze zo nodig aan vast te ketenen. De terreurverdachten smoezen met hun advocaten of draaien zich om en overleggen met elkaar. Soms zetten ze een leesbril op en verdiepen ze zich ogenschijnlijk in hun eigen dossier – per verdachte 170.000 pagina’s dik. Op het oog lijkt het een eerlijk proces.
            Maar advocaat David Nevin van hoofdverdachte Khalid Sheikh Mohammed waarschuwt dat schijn bedriegt. Volgens hem dient het proces louter twee doelen: aansturen op de doodstraf, zodat president Barack Obama zijn spierballen kan laten zien. Daarnaast is het de bedoeling zo veel mogelijk informatie over martelingen – zijn cliënt werd volgens Nevin 183 keer gewaterboarded – achter te houden. Ook Connell vraagt zich af wat hij echt kan betekenen voor zijn cliënt. ‘Al Baluchi was computerprogrammeur in Dubai. Hij is een neef van Khalid Sheikh Mohammed. De beschuldiging luidt: zijn oom gaf hem geld en dat stuurde hij naar de Verenigde Staten. Ik maak er altijd maar een soort grapje van, hoewel bittere ernst, dat hij de eerste persoon in de geschiedenis is die de doodstraf krijgt voor geld witwassen.
            De ironie is dat zelfs al winnen we de zaak, ze hem waarschijnlijk toch blijven detineren,’ zegt Connell. Hij doelt op het probleem dat de Verenigde Staten meer dan de helft van de 166 terreurverdachten in ‘Gitmo’ wil laten gaan, maar dat de situatie juridisch, politiek en diplomatiek zó complex is dat ze waarschijnlijk voor de rest van hun leven worden vastgehouden.
            ‘Obama had Guantánamo al lang geleden moeten sluiten,’ zegt de 81-jarige Rita Lasar. Ze zit op de publieke tribune in de rechtszaal en bekijkt met gemengde gevoelens het vijftal vanachter driedubbel, geluiddicht glas, samen met nog vijf nabestaanden, vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties en een handvol journalisten. Lasar uit New York vertelt over haar broer, die zich op de 27ste verdieping van de noordtoren van het World Trade Center bevond toen zich daar een vliegtuig in boorde. ‘Hij had altijd groot respect voor onze Grondwet. Ik vind daarom ook dat deze mannen, wie ze ook zijn en wat ze mogelijk ook hebben gedaan, het meest eerlijke proces mogelijk verdienen. Ik weet niet of dat hier het geval is.’

Stijn Hustinx, Cuba

Download artikel als PDF

Advertentie