Bindend advies d.d. 3 april 2012/Adv11-0160
(Mrs. Schaar, Zuur en Hilhorst)
Niet expliciet afgezien van toevoeging.
De advocaat behandelde een alimentatieprocedure. De cliënt klaagt achteraf dat hij in aanmerking had kunnen komen voor gefinancierde rechtsbijstand, en heeft daarom een nog openstaand deel van de declaraties ad 1.147,04 euro niet betaald. De cliënt vordert daarnaast een schadevergoeding van 4000 euro.
De advocaat heeft in het eerste gesprek duidelijk gemaakt dat de cliënt volgens de hem bekende gegevens niet in aanmerking zou komen voor gefinancierde rechtsbijstand. Met de cliënt is afgesproken dat de werkzaamheden betaald zouden worden verricht. Achteraf blijkt dat de cliënt wist van toevoeging in een andere (vorige) zaak, maar dit niet aan de advocaat heeft gemeld. De cliënt heeft de declaraties zonder protest behouden en voldaan, met uitzondering van bovenvermeld deel.
De geschillencommissie oordeelt dat in de bevestigingsbrief van de advocaat niet uitdrukkelijk is vermeld dat de cliënt niet voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking zou komen, en ook geen aanvraag daartoe zou worden gedaan. De advocaat heeft daardoor niet gehandeld zoals van een redelijk handelend advocaat mag worden verwacht. De passage ‘gezien uw inkomsten’ is daartoe onvoldoende, reeds omdat deze passage voor verschillende uitleg vatbaar is. Anderzijds is het oordeel van de advocaat dat de cliënt niet voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking zou komen, niet onbegrijpelijk. De cliënt heeft bovendien nagelaten om de advocaat bij de intake of kort daarna te informeren over de toevoeging in een andere zaak. De klacht wordt gegrond verklaard. De cliënt hoeft het declaratierestant niet meer te betalen. Voor schadevergoeding is geen aanleiding.