Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) wil 85 miljoen euro bezuinigen op de gesubsidieerde rechtsbijstand. Maar is die forse bezuiniging op de sociale advocatuur wel mogelijk?
Teevens pakket behelst elf maatregelen. De belangrijkste daarvan is de verplichte selectie aan de poort. Rechtzoekenden zullen zich voortaan eerst tot de eerstelijns rechtshulp moeten wenden, waar een ‘juridische professional’ bepaalt of inschakeling van een advocaat of mediator vereist is.
Maar de Amsterdamse hoogleraar Sociale Rechtshulp Mies Westerveld betwijfelt of de invoering van zo’n poortwachter besparingen oplevert. ‘Ik denk dat Teeven zich rijk rekent,’ zegt ze in het Advocatenblad dat komende week verschijnt. De Juridische Loketten zijn volgens haar onvoldoende toegerust voor de poortwachterfunctie dus moet er een nieuwe instantie worden opgetuigd.
Bovendien lokken de beschikkingen van de poortwachter volgens haar ook weer procedures uit. Tot slot stelt ze dat het poortwachterverhaal niet opgaat voor het strafrecht. ‘Wie als verdachte wordt gedagvaard, heeft niets te kiezen.’
Zeven uur administratieve taken
De Tilburgse hoogleraar privaatrecht Maurits Barendrecht stelt in hetzelfde artikel dat Teeven op het verkeerde paard wedt. De staatssecretaris blijft volgens Barendrecht hangen in een systeem dat is gebaseerd op de traditionele één-op-één rechtshulpverlening van de advocaat aan zijn cliënt. ‘Als een advocaat tien uur werkt aan een toevoeging dan is hij misschien zeven uur bezig met administratieve taken.’ Die taken kunnen de rechtzoekenden volgens Barendrecht beter zelf afhandelen. De advocaat kan dan het echte conflictoplossende werk doen.
Tekst: Maarten Bakker