De hoog opgelopen werkdruk bij rechters is volgens de nieuwe voorzitter van de Raad voor de rechtspraak niet een-twee-drie te verhelpen. Toch lijdt de kwaliteit van de rechtspraak daar volgens Frits Bakker niet onder. Zijn speerpunt wordt de digitalisering. ‘De burger moet het gevoel hebben dat de rechtspraak bij de tijd is.’
Al op zijn achttiende wist Frits Bakker dat hij rechter wilde worden. ‘In religieuze termen zou je dat een roeping kunnen noemen,’ zegt hij met een glimlach. ‘Mijn ideaal was de wereld rechtvaardiger maken.’ In die verwachting is hij niet teleurgesteld, zegt hij, terugblikkend op zijn rechterscarrière. ‘Zij het dat ik mijn idealen wel heb moeten bijstellen, maar ik zal niet de enige 18-jarige zijn die dat heeft moeten doen. Ik geloof nog steeds dat het rechterschap een prachtige plek is om in een individuele zaak een bijdrage te leveren aan een iets betere samenleving. De andere kant is dat de individuele zaak maar een klein facet is van de samenleving waarin wij leven. Door een vonnis heb je nog geen invloed op de vraag of de maatschappij als geheel rechtvaardiger wordt. In zoverre ben ik bescheidener geworden. Maar het rechterschap is een prachtvak. Ik ben door omstandigheden het management- en bestuurdersvak ingerold. Maar als dat niet meer zo zou zijn, zou ik met alle plezier rechtspreken.’
Advocatenblad: Welke rechtszaak uit uw carrière is u het meest bijgebleven?
Bakker: ‘Ik heb één keer als voorzitter van een meervoudige strafkamer een levenslange gevangenisstraf opgelegd en die is ook overeind gebleven in hoger beroep. Het ging om iemand die inbrak, bij voorkeur als mensen thuis waren. Hij ging met een slagwapen in de slaapkamer zitten wachten tot de mensen wakker werden en dan gebruikte hij geweld. Daar is een dode bij gevallen. De verdachte wilde in geen enkel opzicht meewerken aan een onderzoek. Toen heeft de rechtbank gezegd: “Dan gaat de bescherming van de samenleving voor.”‘
In interviews hamert u steeds op het belang van digitalisering. Waarom?
‘Om een aantal redenen. De burger moet een gevoel van vertrouwen ontlenen aan zijn contacten met de rechtspraak. Hij moet ervaren dat de rechtspraak bij de tijd is. Digitalisering is een middel om de rechtspraak klantvriendelijker te maken. Bijvoorbeeld doordat je om elf uur ‘s avonds nog een verzoekschrift kunt indienen.’
In veel gevallen wordt nog een fax gebruikt.
‘Ja, dat is zo. Wij gebruiken die fax liever zelf ook niet, maar we zijn gebonden aan de wetgeving. We hebben een authentiek document nodig: een stuk papier met een handtekening eronder. Dat kun je vervangen door een digitale handtekening. Daar zijn we keihard mee bezig, maar dat kost tijd.’
Hoeveel tijd nog?
De verwachting is dat die wetgeving ergens in 2015 in werking kan treden. Wij proberen onze digitaliseringsprogramma’s daarop aan te sluiten. We doen ook digitale experimenten, zoals e-‑kanton. Binnen die pilot wordt het mogelijk om met de digitale handtekening te communiceren.’
U bent benoemd voor een periode van zes jaar. Welke doelen heeft u zich gesteld?
‘Prioriteit één is die innovatieslag. Verder vind ik het belangrijk dat de rechtspraak zich als derde staatsmacht profileert. En ten derde dat de Raad voor de rechtspraak goede contacten houdt met de achterban.’
Zevenhonderd rechters ondertekenden het zogeheten Leeuwarder Manifest. Ze voelden zich niet meer vertegenwoordigd door uw raad. De kritiek luidde dat de rechtspraak te veel stuurt op productiecijfers en te weinig op inhoud en kwaliteit van rechtspraak. Rechters noemden de werkdruk onaanvaardbaar. Uw raad bezocht alle gerechten en kwam met maatregelen. Is de rust weergekeerd?
‘Voor een groot deel wel. In onze rondgang langs de gerechten hebben we kunnen uitleggen wat de raad wel, maar ook wat de raad niet kan. Maar het belangrijkste probleem, de hoog opgelopen werkdruk, kunnen we niet een-twee-drie verhelpen.’
Wat betekent dat voor de kwaliteit van de rechtspraak?
‘De kwaliteit is oké. Alleen door de enorme loyaliteit van de mensen kan de kwaliteit gehandhaafd worden. In zekere zin plegen we roofbouw op onze mensen en dat houd je niet eindeloos vol. We doen daarom een aantal dingen. We zijn erin geslaagd ons kostprijsniveau voor de komende twee jaar te behouden. Ten tweede sluizen we zo veel mogelijk geld naar het primaire proces. Kwaliteit blijft centraal staan, rechters moeten doen wat in hun ogen nodig is voor goede, voortvarende rechtspraak. Verder is het lokaal een zaak van logistiek, organisatie en zo min mogelijk haperingen.’
Is er door de hoge werkdruk meer kans op gerechtelijke dwalingen?
‘Rechterlijke dwalingen hebben weinig of niets van doen met de vraag of de rechtspraak onder druk staat. Ik denk niet dat er ooit zoveel tijd in een zaak is geïnvesteerd als in de zaak van Lucia de Berk. De maatschappij verwacht 100 procent foutloosheid, maar dat kunnen wij niet leveren. Geen enkele organisatie die op mensen bouwt, kan dat. De vraag is: “Hoe los je de problemen op?” Daar hebben we een systeem voor, met een adviescommissie en een procedure bij de Hoge Raad.’
Voor het imago van de rechterlijke macht zijn dwalingen schadelijk.
‘Dat bestrijd ik. Het vertrouwen in de rechtspraak is door de jaren heen hoog. De burger begrijpt heel goed dat rechters soms voor ongelooflijk moeilijke beslissingen staan en dat daar ook weleens een beslissing bij kan zitten die niet de juiste is. Veel belangrijker is dat we uitleggen hoe het heeft kunnen gebeuren en wat we doen om herhaling te voorkomen.’
Minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten vindt dat rechters meer ruimte moeten nemen in de media. Zien we straks de rechter zijn vonnis toelichten bij het televisieprogramma Pauw & Witteman?
‘Ons beleid blijft om de media zo goed mogelijk te bedienen en uitleg te geven. Daar zijn grenzen aan. De rechter geeft aan de partijen de motivering van een uitspraak. Die rechter kan op een vraag van Witteman nooit andere motiveringen toevoegen. Hij zit vast aan de uitspraak.’
De regering is de laatste jaren met voorstellen gekomen die als een aantasting van de rechtsstaat worden gezien: minimumstraffen, verhoging griffierechten, herziening ten nadele. Moet u niet meer tegengas geven?
‘Op het wetsvoorstel minimumstraffen hebben wij vol gas gegeven. Ook over het voorstel over de herziening van de bestuursrechtspraak hebben wij ons standpunt gegeven en daar zit geen woord Spaans bij. Als de positie van de rechtsstaat ter discussie staat, laten we ons geluid voluit horen.’
Hoe beoordeelt u de positie van de rechtsstaat in Nederland, in een cijfer uitgedrukt?
‘We mogen absoluut niet mopperen. Ik geef de rechtsstaat een volle 8.’
Wat kunnen advocaten doen voor de rechtsstaat?
‘Ik weet niet of daar voor advocaten een dominante rol is weggelegd. De individuele advocaat dient het belang van zijn cliënt. Dat doe je op een manier die passend is bij onze rechtsstaat. Ik vind niet dat je als advocaat los kunt gaan in alle manieren van obstructie die je kunt bedenken en dat doen de meeste advocaten dan ook niet.’
De Nederlandse Orde van Advocaten vecht met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven een conflict uit over het toezicht. Wat is uw standpunt?
‘Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris er aan hecht dat de Nederlandse advocatuur in vrijheid en onafhankelijkheid kan optreden, ook in zaken tegen de staat. Goed toezicht is van levensbelang, ook voor de balie zelf. Volgens mij gaat het meer over de vraag hoe de onafhankelijkheid van de toezichthouder is geregeld dan wie precies wie benoemt. Ik ben ook benoemd door de Koning c.q. de ministerraad en toch heb ik geen seconde het gevoel dat dit iets afdoet aan mijn onafhankelijkheid.’