De stijgende aandacht voor de kwaliteit van advocatuurlijke dienstverlening is ook de aanbieders van online onderwijs niet onopgemerkt gebleven. Dit najaar dienen zich drie nieuwe initiatieven aan. Toverwoorden zijn ‘gemak’, ‘prijs’ en ‘inhoud’.
Online onderwijs is hot. Het aanbod stijgt explosief, online colleges worden door tienduizenden studenten wereldwijd gevolgd en de techniek die dat alles mogelijk maakt, verbetert nog bijna dagelijks. Deze ontwikkelingen zijn ook de aanbieders van onderwijs voor professionals niet onopgemerkt gebleven. Maar waar het volgen van online onderwijs voor medisch specialisten, tandartsen en fysiotherapeuten al jaren usance is, blijft de advocatuur achter. Drie initiatieven hopen daar op korte termijn verandering in aan te brengen.
Een belangrijk onderdeel in dat proces is het wegnemen van een aantal vooroordelen, aldus Edgar du Perron, hoogleraar Privaatrecht aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). ‘Een van de grootste misverstanden over online onderwijs is dat het in de plaats zou komen van de meer traditionele onderwijsvormen. Maar het is niet of-of. Het is en-en.’ Dit is voor de decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid niet de enige reden om zijn medewerking te verlenen aan een initiatief voor het geven van live online jurisprudentiebesprekingen van Hill & Ross Academy. ‘Dat studenten vroeger naar de universiteit kwamen – en dan heb ik het over de elfde eeuw – was omdat ze geen boeken hadden. Toen konden ze niet anders dan komen luisteren, maar die traditie hebben we voortgezet. Als je colleges, waarin het vooral gaat om kennisoverdracht, opneemt en iedereen de mogelijkheid geeft die te bekijken wanneer het hen uitkomt, is dat zo veel efficiënter. En het toegankelijk maken van kennis voor een groter publiek sluit zeer goed aan op de maatschappelijke functie die universiteiten hebben.’
Maar denk niet dat het verzorgen van online onderwijs een kwestie is van een camera op de professor of docent richten en dan alles richting YouTube slingeren; zeker niet als de doelgroep bestaat uit professionals die in hun spaarzame vrije tijd punten voor hun Permanente Opleiding (PO) moeten vergaren. Zo liet het Instituut voor Juridische Opleidingen (IvJO) voorafgaand aan de start van hun webinars dit najaar marktonderzoek verrichten in hoeverre hun (potentiële) cursisten op online onderwijs zitten te wachten, zegt IvJO-directeur Raymond van Rijnsoever. ‘Daaruit bleek dat het grootste deel van de markt in beginsel positief staat tegenover webinars. Potentiële cursisten geven bovendien de voorkeur aan webinars van korte duur. Die lenen zich uitstekend voor de behandeling van minder omvangrijke leerstukken of capita selecta. Daarnaast is het relevant dat de techniek geen belemmering mag zijn om het onderwijs interactief te kunnen aanbieden. Onze webinars hebben daarom een chatfunctie zodat cursisten de docent vragen kunnen stellen. En vergeet niet, de reistijd vervalt en het is veel goedkoper dan een cursus op locatie. Voor een uur onderwijs, waar je als advocaat één PO-punt voor krijgt, is de deelnemer tussen de zestig en zeventig euro kwijt,’ aldus Van Rijnsoever.
Maar het halen van PO-punten makkelijker en goedkoper maken is niet de enige reden om deze ontwikkelingen toe te juichen. In het licht van het sluimerende staatstoezicht op de beroepsgroep is het bittere noodzaak. ‘De permanente opleiding,’ zo schreef VVD Tweede Kamerlid Ard van der Steur en voorstander van de invoering van staatstoezicht vorig jaar in het Advocatenblad, ‘is een belangrijk onderdeel van het kwaliteitsmanagement binnen de advocatuur’. Maar volgens hem ziet het huidige systeem toe op het volgen van opleidingen en ‘niet op het met goed gevolg afleggen van examens naar aanleiding van de gevolgde opleiding’. Ook is er volgens Van der Steur geen aandacht voor het nut van de opleiding. ‘Een specialist kan een overbodige basiscursus volgen. Of een advocaat volgt een opleiding buiten zijn specialisatie. Dat kan nuttig zijn, maar daarmee is de kwaliteit van de advocaat op zijn eigen specialisatie niet gewaarborgd. Daarbij is de noodzaak om de opleiding bij een erkend opleidingsinstituut te volgen ook nog eens vervallen.’ Dit alles heeft er in Van der Steurs optiek toe geleid dat ‘er een industrie is gegroeid die zich met name richt op het meer of minder passief volgen van opleidingen, waarbij aanwezigheid voldoende is om in aanmerking te komen voor de benodigde punten’. Hij pleit dan ook onder andere voor meer examinering bij de permanente opleiding.
De plannen van uitgever E-WISE lijken perfect binnen zijn pleidooi te vallen. Dit najaar start deze grootste online nascholer in de medische sector met PO-Online, een pakket e-learning voor advocaten, zegt manager publishing department Annetta Bits. ‘Ons online nascholingsinstituut maakt al ruim tien jaar geaccrediteerde e-learning voor medisch beroepsbeoefenaren, zoals medisch specialisten, tandartsen enzovoort. Dit zijn volledige nascholingen op basis van sterke onderwijskundige principes, inclusief toetsingselementen – met onmiddellijke feedback – door de cursus heen in plaats van slechts een paar vragen aan het eind.’
Alle technologie ten spijt, goed (online) onderwijs valt of staat met de inhoudelijke en didactische kennis van de docent. Want wat is het voordeel van achter je eigen laptop een goedkope cursus volgen als je er niets van opsteekt? Maar de vertaalslag van de collegezaal naar de webcam maken, vraagt wel de nodige inspanningen, aldus Du Perron. ‘ Lesgeven zonder publiek is lastig. Anderzijds, de camera is veel indringender: voor professoren die het goed doen, is gigantisch veel belangstelling. Kijk bijvoorbeeld naar de online colleges van de Universiteit Leiden over EU-recht: daar zit 30.000 man publiek, verspreid over de hele wereld.’ Om de online jurisprudentiebesprekingen voor ‘zijn’ UvA-docenten op dat vlak te vergemakkelijken, is er bij het opzetten van Hill & Ross Academy voor gekozen advocaten aanwezig te laten zijn. Du Perron: ‘Dat maakt het visueel aantrekkelijker. Daarom is actief cameragebruik ook zo van belang. Op die manier kun je de aandacht afwisselen, net zoals je dat in een collegezaal zou doen. Daar kijk je ook niet alleen naar het gezicht van de professor.’ Om de online jurisprudentiebesprekingen te filmen, is daarom een professionele cameraploeg aangetrokken. Daarnaast wordt gezorgd voor een communicatietrainer die de docenten coacht op het zo effectief en natuurlijk mogelijk lesgeven via een (klein) beeldscherm, wat voor Du Perron weer mede reden was om tot deze samenwerking te besluiten. ‘Dit heeft voor ons – als faculteit, als universiteit – echt toegevoegde waarde. Daarnaast, onze docenten houden goed in de gaten wat er op hun terrein speelt, maar advocaten weten het best wat er in de praktijk voor hen belangrijk is. Zo kunnen we van beide kanten het niveau hoog houden.’
Ook het Instituut voor Juridische Opleidingen steekt veel tijd in het camera wise maken van hun docenten, zegt directeur Van Rijnsoever. ‘Onze webinars worden verzorgd door die gekwalificeerde docenten die nu ook al onze cursussen op locatie geven en die dat ook graag online willen gaan doen. Die goede voorbereiding is nodig zodat zij zich op de inhoud kunnen richten. Daarom doorloopt iedere docent eerst een simulatie zodat ze gewend kunnen raken. Plus, en dat doen wij anders dan de meeste concurrenten, ook onze docenten zitten tijdens het webinar op afstand, op kantoor of waar dan ook, achter hun eigen laptop. Wij verzorgen de introductie en de afsluiting, de rest is in handen van de docent.’
Het aanleren van technische vaardigheden om online een cursus te kunnen volgen, is echter niet nodig, aldus Bits. ‘Het is een kwestie van naar onze site gaan wanneer en waar je wilt, een cursus uitzoeken en inloggen. En dat het vooral jongeren zullen zijn die hiervan gebruik gaan maken, is echt een vooroordeel. Wij zien dat bijvoorbeeld aan onze online cursussen voor medici: we hebben abonnees van alle leeftijden, zelfs veel 50-plussers.’
Voor het samenstellen van hun advocatuurlijke e-learningpakketten werkt E-WISE samen met hun advies- en redactieraad, zegt Bits. ‘Wij werken met experts op hun eigen rechtsgebied: zowel hoogleraren als praktijkadvocaten, zodat én de academische kwaliteit én de praktijkervaring gewaarborgd zijn.’
Wie het over online heeft, kan niet om de risico’s heen die daarmee gepaard gaan. Volgens Du Perron is de grootste uitdaging dan ook: vaststellen dat degene die het onderwijs volgt en de toets aflegt, ook daadwerkelijk degene is die hij of zij zegt te zijn. ‘Dat zou bijvoorbeeld door middel van keystroke dynamics kunnen. Men kan dan bij de notaris typegedrag laten vastleggen en als dat overeenkomt met hoe het examen is getypt, dan weet je dat dat klopt. Blijft natuurlijk het probleem over, als iemand zijn vinger tussen de deur heeft gekregen. Zoiets heeft natuurlijk invloed op de manier waarop iemand typt.’ Volgens Bits bestaat het gevaar van frauderen ‘natuurlijk altijd. Bij een congres kan iemand ook de hele dag sms’en, of iemand anders sturen als hij dat wil. Maar frauderen kost bij ons meer tijd dan de e-learning gewoon goed doen. Bovendien, fraude plegen vind ik nogal een besluit voor een advocaat.’
Een andere zorg is dat internet een eeuwig geheugen heeft. Zo bezien zou men tot in het oneindige on demand webcolleges kunnen volgen om zo aan de benodigde punten te komen, terwijl het cursusmateriaal allang achterhaald is. En dat zou weer haaks staan op de verplichting uit de Verordening op de vakbekwaamheid dat advocaten ‘jaarlijks aantoonbaar hun professionele kennis en kunde onderhouden respectievelijk ontwikkelen’.
Webcolleges die de UvA voor studenten verzorgt staan mede daarom maar een beperkte tijd online, zegt Du Perron. ‘Dat helpt ook om mensen eerder te laten kijken.’ Voor advocaten die via de Hill & Ross Academy PO-punten willen krijgen, zal daarom de voorwaarde gelden dat ze de on demand webcolleges binnen drie maanden na de live-uitzending moeten volgen. Het materiaal blijft daarna ‘uiteraard beschikbaar’, aldus Du Perron, maar slechts als naslagwerk. E-WISE zal eventueel achterhaalde cursussen uit het cursusaanbod verwijderen, aldus Bits, dan wel een totale update publiceren. Van Rijnsoever: ‘Onze webinars blijven “on demand” beschikbaar voor cursisten. Zij kunnen het dan later als naslagwerk nog eens bekijken.’
Ondanks het razende tempo waarin online onderwijs zich ontwikkelt, zal het op fysieke wijze bijspijkeren van kennis nooit verdwijnen. Zo zullen er genoeg advocaten blijven die daar de voorkeur aan geven, zegt Van Rijnsoever. ‘Die gaan graag een dagje naar buiten; ook zien we soms een bepaalde schroom om onderwijs via de computer te volgen. Daarom bieden we ook oefenwebinars aan die men een paar dagen van tevoren kan doorlopen. En hoe goed een digitale cursus ook is, sommige onderwerpen lenen zich er simpelweg niet voor. Die vergen een langer durende bespreking en dat moet je niet op je laptop gaan bekijken.’ Ook Du Perron is die mening toegedaan. ‘Dat is mijn overweging als didacticus: verspreid de grote dingen in de vorm van opgenomen materiaal zodat er tijd en ruimte overblijven voor persoonlijk maatwerk. Ik vind die mogelijkheid een enorme verrijking, vergelijkbaar met de uitvinding van de boekdrukkunst. Wat dat betreft is onderwijs net als eten. Een mix is altijd goed.’ Ook Bits verwacht dat een combinatie van online en op locatie gegeven cursussen – het zogeheten blended learning – de toekomst heeft. ‘Binnen drie tot vijf jaar zal het gros van de advocatuur op deze manier onderwijs volgen.’
Advocatenblad 2012-9, p. 29, ‘Kwaliteit en het toezicht daarop.’