Onderstaande uitspraken van de Geschillencommissie Advocatuur zijn bewerkt door Luuk Hamer, advocaat te Amsterdam.

 

–  Arbitraal vonnis d.d. 13 april 2012/
Adv11-0073B

    (Mrs. Van der Groen, Broers en
Van der Meulen)

Het advocatenkantoor vordert betaling van openstaande declaraties ten bedrage van 10.000 euro vanwege verleende rechtsbijstand bij letselschade. Voor verweerder (de cliënt) is een toevoeging aangevraagd, die ook is verleend, maar vervolgens ingetrokken, nadat door de verzekeraar van verweerders tegenpartij de aansprakelijkheid werd erkend. Overeengekomen was dat bij erkenning 235 euro per uur exclusief btw en kantoorkosten in rekening zou worden gebracht, als schadepost te verhalen op de verzekeraar. De verzekeraar betwist echter een deel van de declaraties, en de cliënt heeft de verzekeraar daaromtrent niet in rechte willen betrekken. De cliënt meent dat hij kwalificeert voor gefinancierde rechtsbijstand, zodat de declaraties niet op hem kunnen worden verhaald. De declaraties worden deels betwist door de verzekeraar, en de cliënt acht het niet zijn taak om te zorgen dat de verzekeraar betaalt. Dat is het risico van de advocaat.

     De commissie oordeelt dat ingevolge de algemene voorwaarden van de advocaat na erkenning van de aansprakelijkheid door de verzekeraar de toevoeging is ingetrokken en de advocaat op uurtarief heeft gedeclareerd. De lijn volgend van de algemene voorwaarden is deze opvatting strikt genomen juist, edoch in casu is deze regeling voor de cliënt onredelijk bezwarend. Het kan niet zo zijn dat waar de cliënt in beginsel op basis van toevoeging kosteloos kan procederen, hij thans op grond van de algemene voorwaarden van de advocaat op commercieel tarief wordt afgerekend. Het verweer van de cliënt is gegrond en de vordering tot incasso wordt afgewezen.

     De commissie overweegt ten overvloede dat de ter zitting besproken mogelijkheid om namens de cliënt de verzekeraar aan te spreken in dit geval de meest passende oplossing is. De cliënt is bereid daaraan mee te werken, onder vrijwaring van kosten.

 

 

–  Arbitraal vonnis d.d. 3 oktober 2012/
Adv11-0139B

    (Mrs. Schaar en Hilhorst)

De advocaat heeft twee onbetaalde declaraties ter incasso voorgelegd ten bedrage van 1.771,18 euro. De inzet betrof online mediation. De advocaat zou na het tijdstip van de intake een maand afwezig zijn in verband met een reeds geplande vakantie; in die periode heeft een waarnemend advocaat de mediation online voortgezet. De declaraties betreffen de werkzaamheden van beide advocaten. De cliënte klaagt dat de online mediation pas weken na de intake beschikbaar was; vervolgens bestond deze louter en alleen uit het doorsturen van berichten, van enige sturing van de waarnemend advocaat was geen sprake. De cliënte heeft daarop het online mediationtraject beëindigd. Bovendien zou vijftig procent van de kosten ten laste komen van de toenmalige partner van cliënte, die daarvoor een toevoeging had ontvangen. De arbiters oordelen dat de declaratie van de advocaat ad 735,09 euro niet is betwist, zodat deze moet worden voldaan. Anders is het met de declaratie van de waarnemend advocaat ad 1.036,09 euro. De commissie stelt vast dat deze geen danwel onvoldoende sturing heeft gegeven aan het conflict. Door de advocaat is niet weersproken dat vijftig procent van de bestede tijd ten laste van de partner zou worden gebracht via de toevoeging. De cliënte zal dan ook de declaratie van de waarnemend advocaat niet hoeven te voldoen.

 

–  Bindend advies d.d. 27 februari 2012/59217

    (Mrs. Schaar, Zuur en Jonker)

De advocaat heeft de cliënt bijgestaan bij een geschil met een opleidingsinstelling. De advocaat zou eerst advies uitbrengen. Hij heeft de instelling op voorhand aansprakelijk gesteld. Op basis van de reactie van de wederpartij heeft de advocaat geconcludeerd dat de vordering niet kanselijk was, en gematigd gedeclareerd. De cliënt klaagt dat:

De matiging van de declaratie vindt de cliënt onvoldoende compensatie voor het geleden nadeel. Hij vordert een schadevergoeding van 10.000 euro. Ter zitting handhaaft klager zijn verzoek om behandeling door de commissie, zodat hij daarin ontvankelijk is.

     De geschillencommissie oordeelt dat een negatief procesadvies niet als wanprestatie kan worden aangemerkt. Van de advocaat kan niet worden verlangd dat hij een zaak aan de rechter voorlegt, als hij tot een negatief advies is gekomen. De eventuele verjaring is tijdig gestuit, zodat geen rechten verloren zijn gegaan. De advocaat heeft met betrekking tot het verkrijgen van de noodzakelijke gegevens ter onderbouwing van de zaak van de cliënt aan zijn inspanningsverplichting voldaan.

     De advocaat heeft gehandeld zoals verwacht mag worden van een redelijk bekwaam en redelijk handelend advocaat. Evenmin is gebleken dat door zijn handelwijze schade is ontstaan. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

 

–  Bindend advies d.d. 19 april 2012/62595

(Mrs. Van der Groen, Hoogeveen-de Klerk en Thunnissen)

De cliënte heeft de advocaat benaderd in verband met schade vanwege medisch handelen. Na schriftelijk advies wilde zij zich beraden over eventuele vervolgstappen, waaronder aansprakelijkstelling. De advocaat heeft de gemaakte afspraken bevestigd. Met de echtgenoot van de cliënte is vervolgens afgesproken dat alvast een conceptbrief aan de huisarts zou worden opgesteld. Vervolgens belde de echtgenoot met de mededeling dat het dossier kon worden gesloten, en de advocaat kon overgaan tot financiële afwikkeling. De advocaat declareerde 857,75 euro. De cliënte wenst niet te betalen, omdat het gesprek slechts oriënterend was, en zij eerst wilde weten of zij in aanmerking kwam voor toevoeging. De advocaat heeft haar telefonisch meegedeeld dat zij daarvoor niet in aanmerking kwam, en het uurtarief 198 euro zou zijn. De cliënte verwijt de advocaat dat hij niet duidelijk met haar heeft gecommuniceerd. Na ontvangst van de declaratie heeft zij geschrokken opgebeld; na toelichting van de advocaat begreep zij de declaratie en zou zij betalen. Het eerste halfuur is in de regel gratis, maar in dit geval niet nu de cliënte direct opdracht heeft gegeven voor onderzoek en advies.

     Ter zitting heeft de advocaat desgevraagd nog verklaard dat hij tijdens het eerste gesprek niet heeft gevraagd wat (bij benadering) het gezamenlijk gezinsinkomen was, hetgeen voor de hand had gelegen, nu het inkomen van de echtgenoot zo hoog was dat het aanvragen van een toevoeging zinloos was.

     De commissie oordeelt dat de afspraken tussen partijen duidelijk op papier zijn gezet. De cliënte heeft verzuimd te reageren op het haars inziens ontbrekende element, dat zij eerst wilde weten of zij in aanmerking zou komen voor een toevoeging. Voorts oordeelt de commissie dat de advocaat ook bij het eerste gesprek direct had kunnen informeren naar het gezinsinkomen. Dat had van meet af aan duidelijkheid gegeven. De klacht is daarom deels gegrond, en de commissie stelt de betalingsverplichting van de cliënte vast op 650 euro.

 

–  Bindend advies d.d. 19 april 2012/65075

(Mrs. Van den Groen, Hoogeveen-de Klerk en Thunnissen)

Twee voertuigen van de cliënt zijn in beslag genomen. De advocaat is ingeschakeld om deze terug te krijgen. De cliënt klaagt dat de advocaat zich daartoe onvoldoende heeft ingespannen: hij had de politie moeten sommeren tot teruggave, bij weigering of uitblijven bezwaar moeten maken, zonodig gevolgd door beroep. De cliënt vordert compensatie van tevergeefs gemaakte (reis)kosten en vertragingsschade over anderhalf jaar ten bedrage van 10.000 euro omdat de advocaat niets heeft bereikt. De advocaat voert aan dat de inbeslagname geschiedde door de fiscus, de politie heeft alleen geassisteerd. De cliënt is weliswaar vrijgesproken vanwege wederspannigheid bij de inbeslagname, maar dit raakt de fiscale inbeslagname niet. De voertuigen zijn door de fiscus executoriaal verkocht. Er was geen juridische grondslag voor actie tegen politie en/of Belastingdienst. De cliënt is daarvan meermalen schriftelijk op de hoogte gesteld.

     De geschillencommissie oordeelt dat de advocaat terecht heeft geadviseerd om van juridische actie tegen de politie af te zien, nu gebleken is dat het een fiscaal beslag betreft, waaromtrent de advocaat zich terdege heeft vergewist. De van de advocaat te verwachten prestatie bestond niet uit het behalen van een bepaald resultaat, maar in de inspanning daartoe. Met de gevolgde werkwijze is de advocaat de inspanningsverplichting correct nagekomen. De klacht is ongegrond. 

Download artikel als PDF

Advertentie