De kwaliteit van de rechtspraak in Nederland dreigt in het gedrang te komen door de toenemende werkdruk onder rechters. Daarvoor waarschuwt de Nederlandse Orde van Advocaten. ‘Zorgelijk zijn de lange duur voordat beroepen op zitting kunnen worden gepland en uitspraak wordt gedaan’, stelt de Orde in een visiedocument. Donderdag 19 september spreekt de Orde hierover met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie.Bijlage:
‘Dankzij de enorme loyaliteit van de mensen kan de kwaliteit worden gehandhaafd’, stelde Frits Bakker, de nieuwe voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, in het septembernummer van het Advocatenblad. Maar over die kwaliteit van de rechtspraak toont de Nederlandse Orde van Advocaten zich nu bezorgd. ‘De advocatuur ervaart dat de capaciteit binnen de rechtbanken onder druk staat’, schrijft de Orde in een visie (zie onderstaand pdf-bestand) in de aanloop naar het gesprek met de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie.
De Orde noemt de lange termijnen binnen de rechtspraak ‘zorgelijk’. ‘De verlengde uitspraaktermijnen variëren van zes weken tot tien maanden na de zitting. Voor uitspraken inzake asiel en de meeste onderdelen van het reguliere vreemdelingenrecht loopt de uitsprakentermijn op naar twaalf tot achttien maanden.’ Het merendeel van de uitspraken gaat om zaken die vervolgens zonder inhoudelijke motivering worden afgedaan, volgens de Orde. Dat een rechter soms geen kritische insteek meer heeft naar partijen en de nadruk ligt op het afronden van een zaak, is volgens de Orde ook een van de gevolgen van de tijdsdruk.
Facturen
Bij de facturering en inning van het griffierecht gaan er volgens de Orde ook veel dingen mis. ‘Door de herziening van de gerechtelijke kaart en onvolkomen debiteurenbestanden krijgen advocaten geregeld verkeerde facturen of komen facturen te laat of niet aan bij de advocaat.’ Advocaten moeten zelf in de gaten houden of ze de juiste factuur ontvangen. Dat veroorzaakt extra werk en het risico bestaat dat procedures verloren gaan. De invoering van de landelijke rekening courant, waarmee ook e- billing mogelijk wordt, wordt door ICT-problemen steeds uitgesteld.
Ook is de Orde bezorgd over de uitwerking van de digitalisering binnen de rechtspraak. Het project moet volgens de beroepsorganisatie niet teveel onder tijdsdruk staan en niet louter op bezuiniging gericht zijn. ‘Voor het welslagen van dergelijke projecten dienen ketenpartners, zoals de Orde, in een vroeg stadium bij de uitwerking te worden betrokken.’
Overigens zijn behalve de Orde ook bij het gesprek op donderdag aanwezig de Raad voor de rechtspraak, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders, de president van de Hoge Raad en de voorzitter van het College van procureurs-generaal.
Tekst: Sabine Droogleever Fortuyn