Weinig advocaten zijn puur en alleen advocaat. Zo’n beetje iedereen heeft een nevenfunctie of bijbaan. De een is docent, de ander annotator, weer een ander mediator, rechter-plaatsvervanger, publicist of bestuurder, zo is te lezen in de speciale uitgave Carrière en opleiding in Advocatenblad nr. 9. Maar waar de nevenfuncties van rechters in een openbaar register staan, is het voor buitenstaanders niet altijd makkelijk te achterhalen welke – mogelijk conflicterende – functies advocaten vervullen. Is een openbaar register met nevenfuncties van advocaten wenselijk?
Advocaten met nevenfuncties zien wel voordelen van zo’n register, maar uiteindelijk hoeft het niet voor hen. Nevenfuncties kunnen immers al worden achterhaald via de website van het advocatenkantoor. Bart Breederveld (Rensen Advocaten, Alkmaar – tevens raadsheer-plaatsvervanger): ‘Rechters staan in een register om een mogelijke verwevenheid met andere functies of sectoren bloot te leggen. Dat geldt bij advocaten niet. Wel zou zo’n register de deskundigheid van de advocaat kunnen aantonen. Maar doorgaans staan die op de website van het advocatenkantoor, als advocaten het belangrijk vinden om die te openbaren. Of je vindt een advocaat in de ledenlijst van een specialisatievereniging. Dat is voldoende, zo’n register is dan niet nodig.’
Kwaliteit
Ook Jan-Jesse Lieftink (Lieftink Strafrechtadvocaat – tevens docent) wijst op het belang van deskundigheid, die uit een register zou kunnen blijken. ‘Er staan tegenwoordig te veel advocaten op de piketlijst voor strafrecht’, vindt hij. ‘Maar een klein deel is daarin echt gespecialiseerd, veel advocaten doen het er maar een beetje bij. Kwaliteit is dan niet altijd evident en dan zou zo’n register uitkomst kunnen bieden.’ Toch ziet hij weinig toegevoegde waarde van zo’n register: kantoorwebsites geven voldoende informatie.
Belangenverstrengeling
Hans Brens (Brens Advocaten, ’s-Hertogenbosch – tevens annotator) vraagt zich af of cliënten wel baat hebben bij een openbaar register. ‘Het is denkbaar dat hun advocaat, door een nevenfunctie, in conflict komt met zijn zaak. Maar dan behoort de advocaat die opdracht niet aan te nemen, daarvoor heb je zo’n register niet nodig. Bovendien kan een cliënt aan een lijstje echt niet altijd zien of er mogelijk sprake is van belangenverstrengeling.’
Transparant
Het behoort dus tot een eigen verantwoordelijkheid van advocaten om nevenfuncties gescheiden van de zaak te houden, en dat kan best zonder register. Emilie van Empel (Blue Legal Advocaten, Breda – tevens deken): ‘Werkelijke meerwaarde van een formeel register zie ik niet. Een advocaat dient zich uit eigen beweging aan het verbod van belangenverstrengeling te houden.’ Dat vindt ook Saskia Reuling (ReulingSchutte, Amsterdam – tevens docent en lid van Raden van Toezicht): ‘Indien er nevenfuncties of relaties zijn die discussies kunnen oproepen over de onpartijdigheid en onafhankelijk van een mediator, dan dient hij of zij hierover eigener beweging transparant te zijn. Dat behoort tot de professionele integriteit.’ Bovendien vreest zij voor ‘onnodige bureaucratisering’ bij het opstellen en bijhouden van het register.
Inzichtelijkheid
Toch vindt Thomas Subelack (Banning, ’s-Hertogenbosch, tevens docent en publicist) een openbaar nevenfunctieregister geen slecht idee. ‘Ik kan mij voorstellen dat cliënten graag willen weten welke nevenfuncties hun (beoogde) advocaat heeft. Vaak is wel informatie te vinden op de website van een advocatenkantoor, maar daarin mag best wat meer systeem en inzichtelijkheid worden gebracht. Met een dergelijk register kun je advocaten onderling wellicht ook makkelijker vergelijken.’
Michel Knapen