Leiden de per 1 juli 2012 in werking getreden (civiele) cassatiebepalingen werkelijk tot de uitkomst zoals Jurriaan van Gelderen in het vorige Advocatenblad[1] schetst: een mandarijnenwetenschap of een ultraspecialisme, leidend tot een closed shop met een ongekende resultaatsverplichting voor advocaten? Waar tot 1 juli 2012 het voeren van civiele cassatieprocedures was voorbehouden aan de Haagse balie, is de ‘gesloten winkel’ nu juist geopend voor iedere in Nederland ingeschreven advocaat, mits in bezit van de stageverklaring en voor de zogenoemde 16h-advocaten. Daarmee is het aloude vestigingscriterium verlaten. In de verordening op de civiele cassatiebalie staat kwaliteit centraal.
Dat is ook de achtergrond van het idee om beginnende cassatieadvocaten te laten begeleiden door een mentor. Een idee dat niet in goede aarde valt bij Van Gelderen, omdat daaraan een prijskaartje zou hangen dat een drempel kan zijn voor toetreding tot de cassatiebalie.
Het is echter geen verplichting, maar slechts een advies aan de niet bij een cassatiekantoor werkzame startende cassatieadvocaat om feedback te krijgen van een ervaren cassatieadvocaat.
Van cassatieadvocaten wordt verwacht dat zij gemiddeld vier cassatiezaken per jaar behandelen, waarvan minstens twee tot een beoordeling door de Hoge Raad hebben geleid.
Van Gelderen stelt dat deze ‘vliegureneis’ zal bevorderen dat een cassatiezaak door meer dan één advocaat wordt behandeld. Dit is echter allerminst een bezwaar. Samen optrekken in een dossier bevordert de kwaliteit. Voor inflatie hoeft Van Gelderen niet bevreesd te zijn: één zaak wordt maar één keer (of twee keer voor de helft) meegewogen bij de toetsing van de vliegureneis.
Dat kansloze zaken worden ingesteld om maar de aantekening op het cassatietableau te behouden, ligt niet in de rede omdat zaken die niet tot een inhoudelijke beoordeling leiden, niet meetellen voor de vliegureneis. Bovendien zal de advocaat in kwestie laakbaar handelen verweten kunnen worden.
Het voeren van civiele cassatieprocedures is nu eenmaal een ‘vak apart’. In het belang van de rechtzoekende zijn er specifieke vakbekwaamheidseisen gesteld aan civiele cassatieadvocaten. Evaluatie van deze eisen is voorzien voor het komende jaar. Vooralsnog zijn er geen aanwijzingen dat die te streng of te licht zijn.
Marian Veenboer,
Secretaris Commissie vakbekwaamheidseisen civiele cassatieadvocatuur en senior medewerker Bezwaar & Beroep bij de Nederlandse Orde van Advocaten
[1] Jurriaan van Gelderen, ‘Goochelen met de cassatiebalie’, Advocatenblad 2013-8, p. 30.