Op het Nederlands Film Festival gaat ‘De verdediging van Robert M.’ in première.
De documentaire toont hoe advocaten Tjalling van der Goot en Wim Anker vechten voor een eerlijke procesgang voor (toen nog) zedenverdachte Robert M.

‘Hij heeft meer dan 83 kinderen misbruikt!’ schreeuwt een groep schoolkinderen als Wim Anker komt aanlopen bij de Penitentiaire Inrichting Vught. ‘Hij moet DOOD!’ De kinderen hebben Anker herkend als de advocaat van (toen nog) zedenverdachte Robert M.
                Anker reageert nauwelijks op het gejoel, tot een klein meisje hem vraagt: ‘Wordt hij zwaar gestraft?’ ‘Ik ben bang van wel,’ zegt Anker. ‘Vindt u dat hij dat verdient?’ Daarop legt Anker aan de kinderen uit hoe het strafproces werkt. Dat het in Nederland de rechter is die uiteindelijk vaststelt of de verdachte ook de dader is. En dat iedere verdachte recht heeft op een eerlijk proces.
                Deze scène vormt de opening van de documentaire ‘De Verdediging van Robert M.,’ waarin advocaten Tjalling van der Goot en Wim Anker in het voorjaar van 2011 worden gevolgd tijdens de Amsterdamse zedenzaak. Hun cliënt Robert M., voormalig medewerker van kinderdagverblijf Het Hofnarretje in Amsterdam misbruikte tientallen zeer kleine kinderen en legde het misbruik vast op film. De beelden doken op in een Amerikaans onderzoek naar kinderporno. Na vertoning van een foto in het programma Opsporing Verzocht, ging de zaak rollen. M. werd nog diezelfde avond aangehouden.
                In de maanden erna stortte heel Nederland zich op de zaak. Bekende Nederlanders pleitten openlijk voor herinvoering van de doodstraf. Dagblad De Telegraaf schreef consequent over ‘Het Monster uit Riga’. Filmmakers Maria Mok en Meral Uslu zagen het met verbijstering aan. ‘Alle principes die mensen normaal hebben, leken bij deze zaak niet te gelden. Je hoorde mensen zeggen dat Robert M. zijn recht op een proces had verspeeld. Hij had bekend, dus hij moest gewoon levenslang krijgen. Het idee dat een verdachte recht heeft op verdediging speelde niet meer bij de bevolking. Het was zelfs niet meer wenselijk. We wilden kijken: hoe gaat de verdediging om met die schreeuw om wraak? Hoe houden ze stand?’
                Aanvankelijk voelden de advocaten weinig voor het verzoek van Mok en Uslu om hen tijdens de verdediging van Robert M. te filmen, vertelt advocaat Tjalling van der Goot. ‘Er speelden zóveel gevoeligheden, en hoe ga je om met de geheimhouding? Uiteindelijk hebben we toch ingestemd, omdat wij merken dat we als strafpleiters altijd met een achterstand de zittingszaal ingaan, en dat het grote publiek onze rol niet altijd begrijpt. Dus als je iets kunt doen om de positie van de strafadvocatuur in het strafbestel en de rechtsstaat te verduidelijken, moet je dat doen.’
                De film toont vooral hoe gemakkelijk de positie van de strafadvocaat erodeert.
                Robert M. mág helemaal geen advocaat hebben, blijkt uit de vele bedreigingen en hatemails die het kantoor binnenkrijgt. ‘Ik heb van tevoren gezegd dat deze zaak sowieso tot drie of vier wetswijzigingen zou leiden. En we gaan nog gelijk krijgen ook,’ zegt Anker halverwege de film tegen broer Hans. Dat politici zich openlijk uitspreken over een lopende rechtszaak, dat de staatssecretaris een wetsontwerp door het parlement jaagt zodat de wet nog in het lopende proces gebruikt kan worden, en dat rechters een bestaande wet niet toepassen omdat hij niet bevalt – zelfs Anker had het niet van tevoren bedacht.
            Dat de film er nu is, mag overigens een klein wonder heten. Zo probeerde advocaat Richard Korver, die de ouders van de slachtoffertjes bijstond, het filmen in de rechtszaal te verbieden. De ouders zouden bang zijn dat er een cultstatus rond Robert M. zou ontstaan. Dergelijke gevoeligheden zorgden ervoor dat de filmmakers destijds, in 2011, afzagen van publiciteit. ‘We begrepen zijn zorgen, en we zijn daar heel voorzichtig mee omgegaan omdat we bang waren dat we de rechtszaal helemaal niet meer in mochten. Uiteindelijk is het hem toch gelukt, en hebben we alleen tijdens de pro-formazittingen kunnen filmen. Achteraf was dat niet erg, we wilden juist de achterkamers van de verdediging filmen. We waren er niet op uit om een zielige figuur te schetsen, dat was niet onze invalshoek. Wij filmden het systeem.’ Een systeem, zo toont de film, dat minder robuust is dan wel gedacht.

De documentaire die op Nederlands Film Festival (25 september – 4 oktober) in première gaat.

Tatiana Scheltema

 

Download artikel als PDF

Advertentie