Opinie

Met juridische kennis alleen komt de advocaat van de toekomst er niet. Daarom moeten opleidingen meer oog hebben voor psychologie.

De advocaat hoeft niet uit te sterven volgens Richard Susskind. Maar hij of zij zal zich volgens de Schot wel moeten aanpassen aan de behoefte van de moderne cliënt.[1] De advocaat van morgen zal volledig thuis moeten zijn in de juridische wereld van virtuele rechtspraak, in de op internet gebaseerde juridische dienstverlening en in de online uitwisseling van documentatie. De dienstverlening moet zijn afgestemd op de wensen van de cliënt, bijvoorbeeld door het uitbesteden van logistieke processen.
            Deze nieuwe advocaat zou de ‘Bèta New Lawyer’ kunnen heten, maar dat is niet voldoende. Een advocaat zal ook een ‘Alpha New Lawyer’ moeten zijn om voor cliënten relevantie te blijven toevoegen. Dat betekent dat hij of zij meer kennis moet hebben van gedragswetenschappen. De beroepsopleiding voor advocaten probeert de eerste stappen te zetten in de richting van de Bèta én de Alpha New Lawyer. Maar is dat genoeg?
            Het voorlichten van cliënten over het recht levert de advocaat in de toekomst mogelijk geen zelfstandig bestaansrecht meer op. Juridische informatie is dankzij internet nu al een commodity geworden. Er zijn op internet steeds meer tool kits te vinden waarmee met multiplechoicevragen en voorgekookte clausules ongeveer elk denkbaar juridisch stuk kan worden samengesteld.
            Wil de advocatuur op het belangrijke terrein van conflicthantering relevant blijven, dan zal er dus iets moeten worden aangeboden wat de cliënt niet weet of zelf minder goed kan bewerkstelligen.
            De geïnformeerde cliënt verwacht dat een advocaat inhoudelijk adviseert over alle beschikbare opties om op de meest kostenefficiënte wijze een probleem te helpen voorkomen of op te lossen. Daarbij moet de bij een (dreigende) problematiek betrokken waarde zo veel mogelijk behouden blijven of worden vergroot. Het risico van vernietiging van waarde door bijvoorbeeld (reputatie)schade of verlies van kansen moet worden voorkomen of zo veel mogelijk worden beperkt. Adviezen zullen zodanig onderbouwd moeten zijn, dat in termen van risicomanagement en verantwoording de cliënt daar de eigen beslissing op kan baseren. Dit vereist niet alleen inhoudelijke kennis van en ervaring met de orthodoxe rechtspraak, maar vooral ook inhoudelijke kennis van en ervaring met alle verschillende alternatieve conflictoplossingsmethoden (zoals mediation, bindend advies, arbitrage of een zogenaamde hybrid) én de opties voor onderhandelingen.
            De nieuwe advocaat zal oplossingen moeten bewerkstelligen van problemen die hun oorsprong vinden in een of meer juridische aspecten door een vroegtijdige analyse van een zaak en het (adviseren over het) voeren van onderhandelingen. Hij of zij moet adviseren over het beste instrument voor een oplossing wanneer onderhandelingen niet slagen en de logistiek verzorgen van de gekozen procedurele aanpak inclusief inhoudelijke bijstand.
            Met het aanleren van de bètavaardigheden zit het vermoedelijk wel goed, maar om relevant te blijven zal kennis van psychologie en onderhandelingstechniek in de toekomst net zo belangrijk zijn als kennis van het recht en het vermogen om juridisch inhoudelijke oplossingen te bedenken. Psychologie zou dan ook een belangrijk onderdeel moeten uitmaken van de rechtenopleiding of in elk geval van de beroepsopleiding.
            Na de povere aandacht voor de betekenis van kennis en vaardigheden op het terrein van de psychologie in het Advies van de Commissie Stagiaire Opleiding van oktober 2010[2], wordt in de beroepsopleiding voor advocaten nu wel meer aandacht aan vaardigheden en psychologie besteed, maar de tijd moet leren of dat tijdig en vergaand genoeg zal zijn. Gewaakt moet worden tegen een fataal leerproces, waarbij met de kennis van gisteren vandaag wordt opgeleid voor toepassing in de toekomst. Op het bèta-aspect zal het  allemaal wel goed komen[3]. De andere hemisfeer mag echter niet lichter wegen.
            Zowel in de opleiding van juristen op de hogescholen en universiteiten als in de beroepsopleiding, moeten de bakens dringend nog verder worden verzet. De nieuwe advocaat is voor cliënten een ‘gewoon’ onderdeel van de supply chain. In het geval van conflicthantering zal de advocaat meer in de rugzak moeten hebben. Op dat terrein wil men niet ‘het document, maar de vent’ (of de vrouw). De advocaat van morgen zal in elk geval meer moeten zijn dan een goed jurist die weet heeft van marketing en technologie. Kennis van psychologie en onderhandelen, inmiddels uitgegroeid tot een volwassen wetenschap, zal mede de toegevoegde waarde bepalen.

Martin Brink[4]

[1]    R.E. Susskind, The End Of Lawyers? Rethinking the Nature of Legal Services (2010) en Tomorrow’s Lawyers, An Introduction to Your Future (2013), beide Oxford University Press.

3   http://advocatie.nl/84-zegt-advocatuur-innoveert-te-weinig. 10 juli 2013.
[2]    ‘Met recht advocaat’, ‘Een nieuwe opleiding: de Stagiaire Opleiding’.
[3]    Zie onder meer J. Weijers, Advocaat 2.0, Advocatenblad Start – Nieuwe Beroepsopleiding, p. 6 e.v.: ‘Zelf een filmpje maken. Een digitaal dossier bijhouden. Communiceren via je app op je mobiel of tablet: een combinatie van klassiek contactonderwijs en innovatieve leervormen…’
[4]    Martin Brink is advocaat bij Van Benthem & Keulen. Ook is hij onder meer voorzitter van de Vereniging Corporate Mediation.

Download artikel als PDF

Advertentie