Mijn medecolumnist Matthijs Kaaks haalde in het vorige nummer uit naar de wijze waarop het jaarcongres dit jaar werd aangeprezen. En er is voor zijn kritiek – zoals gebruikelijk smeuïg opgediend – ook wel wat te zeggen: met ‘newspeak’ en ‘holle kreten’ krijg je niet de aandacht van een groot deel van de balie. Maar richt zijn kritiek zich nu op de inhoud of op de verpakking? Tegen die inhoud kan toch weinig bezwaar bestaan, zou ik denken. Als het thema gewoon ‘Kwaliteit’ was geweest met als toelichting dat de advocatuur in zwaar weer zit met de crisis, met dalende rechtshulpvergoedingen en met stijgende griffierechten, en dat de enige echte langetermijnoplossing is om te zorgen dat ‘de advocaat’ gewoon goed is, dan valt daar weinig tegenin te brengen. Uiteraard met de voetnoot dat de Orde intussen alles doet wat in haar macht ligt om actie te ondernemen tegen de verlaging van de rechtshulpvergoeding en de verhoging van de griffierechten.
Dus dan is het probleem vooral een kwestie van communicatie: hoe bereik je als Orde je leden? En in dit geval: hoe zorg je ervoor dat ze vooraf informatie lezen en vervolgens naar dat jaarcongres komen? Dat is een ingewikkeld probleem waar in de loop van het zestigjarig bestaan van de Orde nog maar weinig Algemene Raden een passend antwoord op hebben gevonden.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen in heel Nederland nog meer actiebereidheid bestond dan nu, zijn nog wel eens demonstratieve vergaderingen gehouden tegen de lage rechtshulpvergoeding – met honderden advocaten in toga’s. Maar over het algemeen is er weinig betrokkenheid: de advocaat ziet van ‘de Orde’ weinig meer dan de rekening voor het lidmaatschap, het Advocatenblad (steeds leesbaarder geworden) en toezicht op naleving van de beroepsregels. Bovendien: advocaten zijn qualitate qua nu eenmaal meer kritische individualisten dan trouwe groepsleden – vrijwel iedere kantoorbestuurder kent dat fenomeen.
Het gevolg van dit alles is dat het jaarcongres bezocht wordt door een groep met een vrij grote vaste kern: leden van het College van Afgevaardigden, lokale Ordebesturen en advocaten die eens zijn komen kijken en het toch aardiger vonden dan verwacht en vaak jaren blijven terugkomen.
Hoe kun je die groep uitbreiden? Het geven van opleidingspunten aan de aanwezigen kan helpen, dus dat was een goed middel. En verder de juiste communicatiesnaar treffen. Dat laatste is lastig: of het nu gaat om premier Mark Rutte die het Nederlandse volk toespreekt of de Nederlandse Orde van Advocaten die haar leden probeert te bereiken.
Maar elke poging verdient waardering. Want juist in moeilijke tijden is het van belang als beroepsgroep coherent te blijven – alleen samen kun je iets bereiken. De crisis gaat niet snel voorbij, de bezuinigingen blijven nog wel even: extra redenen om samen op te blijven trekken. En ‘Kwaliteit’ is de alpha en omega van ons bestaansrecht, dus geen verkeerd thema. Kortom: advocaat – ga eens naar het jaarcongres. Participeer. En kantoorbestuur: moedig je advocaten aan om dat te doen.