Zo grijs als de vele pakken in de Koninklijke Schouwburg waren, zo kleurrijk bleken er de speeches ter gelegenheid van het 175-jarig bestaan van de Hoge Raad.

Lord Mance van The Supreme Court in het Verenigd Koninkrijk sprak over de juridische relatie tussen Nederland en Engeland sinds Hugo de Groots Mare Liberum. Oud-rechter bij het Europees Hof van Justitie Chris Timmermans speechte over de vraag of Europees recht nog wel genoeg ruimte liet aan nationaal recht (‘ja’). Zelfs de historie van de huisvesting van de Hoge Raad kwam voorbij: van ‘hondenhok’ in de negentiende eeuw tot het in 2015 te openen paleis.

Bovenal werd ten overstaan van de Koning, bewindslieden en andere aanwezigen gesproken over de maatschappelijke betekenis van de Hoge Raad. De presentatie van een film die middelbare scholieren leert hoe de Hoge Raad werkt, kon niet verhullen dat de sprekers moeite hadden met de vraag hoe de Hoge Raad zijn betekenis aan het grote publiek moet verkopen.

Olifant
Advocaat-generaal Diederik Aben liet merken dat de Hoge Raad zich niet rijk mag rekenen bij het verduidelijken van zijn taak aan het grote publiek. De lijntjes naar de burger zijn per slot van rekening niet zo kort als die van de politiek, stelde hij. ‘Je ziet president Corstens niet bij iemand aanbellen om dan te zeggen: “Dag mevrouw, in welke richting moet zich volgens u de jurisprudentie ontwikkelen?”’ Met de maatschappelijke impact op de Hoge Raad zit het wel snor, constateerde onder meer Aben. Ook in actuele kwesties als de verschoven aandacht van rechtsbescherming en privacy naar veiligheid en slachtoffers toont de Hoge Raad zich volgens hem niet blind voor veranderingen in de maatschappij.

Wel benadrukte president Geert Corstens dat de Hoge Raad zeker niet met alle maatschappelijke winden meewaait, maar een gulden middenweg zoekt. Hij vergeleek de raad met een olifant; ook stabiel en koersvast. Dat trof, want de geboortedag van de Hoge Raad viel in het sterrenbeeld Weegschaal en dat duidde volgens Aben op een ‘uitgebalanceerde persoonlijkheid’.

Robert Stiphout

Advertentie