‘Een onzalig idee,’ noemt advocaat Sidney Smeets het plan van minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) om de lokpuber mogelijk te maken. De minister zet die stap in de nasleep van de zaak tegen Frank R. uit Cuijk, die verdacht wordt van seks met elf minderjarige meisjes en honderden meisjes verleidde tot webcamseks.

De minister wil het nieuwe wetsartikel over grooming snel naar de Raad van State sturen na het stuklopen van de zaak-Lars. Een politieman deed zich op een chatsite voor als de 13-jarige Lars. Toen de verdachte een afspraak met ‘Lars’ maakte, werd hij gearresteerd wegens grooming.

 

De rechtbank en het gerechtshof stelden de verdachte buiten vervolging omdat iemand ouder dan zestien volgens de wet niet ‘gegroomd’ kan worden. Smeets verdedigde de verdachte. ‘Een wet uit 2010 nu aanpassen is slecht voor de rechtszekerheid,’ meent hij. Hij vreest dat de lokpuber de deur openzet naar intentiestrafrecht, dat volgens hem niet thuishoort in het Nederlands recht.

 

Smeets verwijst daarvoor onder andere naar een arrest uit 1906 van de Hoge Raad over een verdachte die iemand trachtte te vermoorden met een aftreksel van koperen centen en sassafras. Een ondeugdelijk middel, en daarom ging de verdachte vrijuit, net als bij de lokpuber. Smeets vreest dat het legaliseren van de lokpuber leidt tot een toename van pedojagers en chanteurs. ‘Bovendien is het risico van uitlokking groot. De grens tussen lokken en uitlokken is vaag. Je mag een verdachte niet op een idee brengen dat hij zelf niet had. Als de lokpuber al te enthousiast meegaat in een fantasie, is sprake van uitlokking.’

 

Peter Louwerse

Advertentie