Ex-echtgenoten op oorlogspad interpreteren de uitleg van deken Germ Kemper over de vrijheid die de advocaat toekomt in procedures graag als vrijbrief voor een moddergevecht. ‘Het moet wel functioneel zijn’, zei hij er bij, maar die nuance ging verloren. De vereniging Familierechtadvocaten en scheidingsbemiddelaars (vFAS) is not amused.
U vraagt, wij draaien. En als u dat wil, herhalen wij in de rechtszaal uw bewering dat uw ex lijdt aan een narcistische- of borderline-stoornis, ook al spruit die bewering vooral voort uit rancune jegens uw ex. Klagen bij de tuchtrechter is zinloos. Dat is de boodschap die de Amsterdamse deken Germ Kemper vorige week donderdag uitdroeg in een uitzending van het programma Zembla over vechtscheidingen. Althans: zo worden de uitspraken van Kemper geïnterpreteerd door cliënten, merken familierechtadvocaten tot hun ergernis.
‘Een cliënt liet mij weten dat ik ten onrechte Roomser dan de paus was geweest. Voortaan moest ik er maar nietsontziend flink op loshakken’, was één van de vele reacties op het besloten LinkedIn-forum van de vFAS. Het door Kemper geschetste beeld frustreert de vaak moeizame pogingen van veel echtscheidingsadvocaten om de ex-echtgenoten in het belang van de kinderen juist wèl tot rede te brengen, vindt de vFAS, die een persbericht uitbracht (waarin Kemper overigens niet wordt genoemd).
‘Wij proberen mensen juist te laten inzien dat ze met vechten niets opschieten’, zegt vFAS-voorzitter Rob van Coolwijk. Ook Van Coolwijk werd door Zembla geïnterviewd. ‘Ik heb uitgelegd dat je als familierechtadvocaat dagelijks strijd voert met je cliënt om juist niet te vechten’, vertelt hij.
Maar dat materiaal sneuvelde in de montage. Van Coolwijk: ‘Kennelijk waren ze op zoek naar een controverse. Dat je je cliënt soms tegenspreekt kwam de interviewster ongeloofwaardig voor.’ Kemper heeft, naar eigen zeggen, duidelijk willen maken dat een vechtscheiding niet altijd de schuld is van de advocaat. ‘Ik heb advocaten die soms moeilijke dingen aan de orde moeten stellen in bescherming genomen. Dat is mijn rol.’
Tatiana Scheltema