De Tweede Kamer zal wetsvoorstel 32 382 – met daarin onder andere het toezichtvoorstel voor de advocatuur – pas plenair behandelen nadat rapporteur Rein Jan Hoekstra zijn onderzoek naar de kwaliteit van de beroepsgroep heeft afgerond

Dat was één van de uitkomsten van de procedurevergadering van de vaste kamercommissie van Veiligheid en Justitie vanochtend. De PVV liet bij monde van Kamerlid Lilian Helder weten te willen wachten op het gehele onderzoek. D66 en SP sloten zich daarbij aan. De vergadering volgde nadat de kamercommissie Hoekstra vorige week woensdag had gehoord over zijn onderzoek.

Verrast
Tijdens zijn hoorzitting maakte Hoekstra bekend zijn rapporteurschap met een jaar te verlengen. Hij wil die tijd vooral gebruiken om verslag te doen van de aanscherpingen in het dekenaal toezicht die de Orde in gang heeft gezet. Hoewel Hoekstra aangaf dat de Orde nog veel werk dient te verzetten op dat vlak, gaf hij gevraagd naar een rapportcijfer het toezicht een 7. Een verbetering ten opzicht van begin 2012, toen de net aangetreden rapporteur het een krappe voldoende gaf, maar nog geen 8, wat de doelstelling is. Of die gehaald wordt, maakt hij naar alle waarschijnlijkheid in december bekend.

Hoekstra zei tijdens die hoorzitting ook verrast te zijn over de kop Geen staatstoezicht boven zijn interview in het Advocatenblad van september. Dat had hij inderdaad niet letterlijk gezegd, maar die conclusie was wel te distilleren uit zijn woorden. In dat interview zei hij: ‘De wet zegt nu: “de deken doet het toezicht primair.” Zorg er nou voor dat dat toezicht op orde is. Vervolgens kun je er een onafhankelijke systeemttoezichthouder naast zetten. Je moet geen toezicht op toezicht stapelen. Dat leidt tot diffuus toezicht. Dus wat dat betreft roep ik altijd luid; ik heb geen enkele behoefte aan extern toezicht.’

Tekst: Mark Maathuis

Advertentie