Na zes jaar nam Germ Kemper gisteren in De Rode Hoed afscheid als deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten. Hij keek met plezier op het dekenaat terug, maar was somber over de toekomst.

‘Waartoe zijn wij op aarde? Wij zijn verantwoordelijk voor deskundige en onafhankelijke bijstand aan onze cliënten. Dat is de bijdrage die wij aan de rechtsstaat leveren. En daar wordt aan geknaagd, om het voorzichtig uit te drukken.’ Germ Kemper nam gisteren in De Rode Hoed na zes jaar afscheid als deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten. Hij keek met plezier op het dekenaat terug, maar was somber over de toekomst. Hij had zorgen over de plannen voor korting op de gefinancierde rechtsbijstand ‘waardoor de advocaat de vluchteling in de beroepsfase de facto voor eigen rekening moet bijstaan’ en ‘waarbij hele rechtsgebieden worden weggeredeneerd’.

‘Feestje van de verdachte’
Ook noemde hij het beroepsgeheim van artsen, dat dreigt te worden ‘opgeheven als tbs in beeld komt’ en de rol van het slachtoffer in het strafproces. ‘Staatssecretaris Teeven zei in dit verband dat de strafzitting tot nu toe het feestje van de verdachte was geweest, dat moest nu maar eens afgelopen zijn. Dat is de attitude van de hoeders van de rechtsstaat.’

Maar het onderwerp dat Kemper het meest benauwde was het wetsvoorstel tot wijziging van het toezicht op de advocatuur dat bij de Tweede Kamer ligt. Hij verwees naar het door Nederland in 1990 in Havana ondertekende statuut over de rechtsstaat, waarin staat dat de advocatuur haar eigen gedragsrecht bepaalt en handhaaft. ‘Dat is een onveranderlijk gegeven van een serieuze rechtsstaat. Een ander mag niet over onze schouders meekijken. Als een ander de keuzes die de advocaat maakt kan beïnvloeden, is het wezen aangetast.’
Kemper wees erop dat in het wetsvoorstel de deken door de lokale Orde democratisch wordt benoemd, maar het beoogde college van toezicht hem kan voordragen voor ontslag. Het leek hem niet waarschijnlijk dat de lokale Orde dan vervolgens een andere deken zou willen kiezen. En: ‘wie wil deken worden in zo’n systeem?’

Laster en opstand prediken
Volgens Kemper mag de advocatuur best brutaler zijn. ‘Maak maar eens een beetje ruzie. Waarom niet zeggen: “wij staan niet open voor gesprekken over een nieuwe tariefstructuur. Jullie zagen de wortels onder ons vandaan, we praten niet verder.”’ Napoleon, onder wie de advocateneed werd ingevoerd, wilde advocaten het liefst de tong afsnijden omdat ze maar laster en opstand predikten. Kemper zag wel overeenkomsten met staatssecretaris Teeven, maar de vergelijking ging toch niet op: Napoleon tekende voor afschaffing van de doodstraf en invoering van de Code Civil. Een dergelijke bijdrage was volgens Kemper van de staatssecretaris niet te verwachten. Germ Kemper wordt als Amsterdams deken opgevolgd door Pieter van Regteren Altena.

Tekst: Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie