Een keiharde aanpak van criminaliteit, streng toezicht op de advocatuur en flinke bezuinigingen op de rechtsstaat. Zijn plannen maken staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven onderhand tot de meest gevreesde man door advocaten. Wat drijft de voormalige officier van justitie die furore maakte als straatvechter?

 

 

Vlak na zijn aantreden als staatssecretaris van Veiligheid en Justitie in 2010 maakte Fred Teeven (55) een toer langs de gevangenissen van Nederland. Daar kwam hij ‘oude bekenden’ tegen, ‘zware jongens’ uit zijn vorige leven als officier van justitie. Soms riepen ze: ‘Door jou zit ik hier!’ Daarop liep de bewindsman op ze af en vroeg ze om ‘iets aardiger te doen’.

     Het is Teeven ten voeten uit. Niet op zijn mondje gevallen, niet bang en behept met een lichtelijke neiging tot provoceren. De boevenvanger die beleidsmaker werd, bestiert samen met Ivo Opstelten sinds 2010 het ministerie van Veiligheid en Justitie. En de twee VVD’ers voeren sinds hun aantreden een onverbiddelijke law-and-order-agenda uit. In duidelijke, no-nonsensetaal bepleiten ze een harde aanpak van alle soorten criminaliteit. Voor nuance is weinig ruimte. Repressie is het motto.

     Hun aanpak resulteerde de afgelopen drie jaar in een stortvloed aan ideeën en plannen. Een inbreker mag je gewoon slaan als je jezelf terecht verdedigt, vindt de staatssecretaris. Plegers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven kunnen levenslang onder toezicht komen. Er komt adolescentenstrafrecht. Er moet toezicht op de advocatuur komen. Illegaliteit wordt strafbaar. Gedetineerden moeten straks een eigen bijdrage betalen.  Het is slechts een kleine greep.

     Zijn plannen worden door de advocatuur opgevat als een rechtstreekse aanval op alles waar advocaten voor staan. ‘Het wordt allemaal niet begrepen binnen de advocatuur’, zegt Jan Leliveld, tot 1 november lid van de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten. ‘De invoering van overheidstoezicht op de advocatuur staat niet in het regeerakkoord, hij bespaart er niets mee en het is een onacceptabele inmenging in de advocatuur en de vertrouwelijke relatie tussen cliënten en advocaten.’

     Boze tongen beweren dat de oud-officier van justitie zijn gram probeert te halen. Maar Leliveld heeft geen idee wat de motivatie van Teeven is. ‘Het is me een raadsel waarom hij hier zo principieel aan vasthoudt en waarom hij deze strijd zo graag met de beroepsgroep aan wil gaan.’

     Het is de vraag of Teeven persoonlijk zoveel opheeft met extra en extern toezicht op de advocatuur. De wens lijkt toch vooral te passen in de maatschappelijke trend om overheidstoezicht als wondermiddel in te zetten tegen problemen in de zorg, het onderwijs, de bankensector en straks dus mogelijk ook de advocatuur.

     Zeker is wel dat Teeven graag controle houdt, ook waar het advocaten betreft. Meten is weten per slot van rekening. Met de rode pen, waarmee bewindspersonen van justitie sinds 1807 schrijven, tekent hij de grote lijnen van zijn beleid, maar intussen houdt hij ook de kleine lijnen scherp en nauwlettend in de gaten. De staatssecretaris toont zich een geboren micromanager die bijvoorbeeld geen incident wil missen met een tbs’er of vreemdeling (sinds 2012 ook in zijn takenpakket).

     Teeven weet als geen ander dat je zo een spoeddebat aan je broek hebt. Als Kamerlid riep hij zijn voorgangster Nebahat Albayrak (PvdA) zelf geregeld op het matje wegens een incident met een tbs’er. Het debat over Dolmatov – de Russische asielzoeker die onterecht in vreemdelingendetentie zat en zelfmoord pleegde – was een belangrijke les voor Teeven. Bijna was hij staatssecretaris af na een motie van wantrouwen. Als er nu weer een vreemdeling in het nieuws komt, pakt de staatssecretaris meteen de telefoon en belt naar de oppositie. ‘Met Fred’, zegt ie dan. ‘Ik heb het tot op de bodem uitgezocht en het klopt niet.’

 

 

Intimiderend

‘Hij wil altijd winnen’, zegt Tweede Kamerlid Gerard Schouw (D66). ‘En hij wil alles weten, hij zit overal bovenop.’ Er ontgaat hem, althans die indruk wekt hij graag, niets. Het is soms tot op het benauwende af, ervoer SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen. Ze kreeg in vertrouwen een brief van personeel dat zich zorgen maakte over de veiligheid in een gevangenis waar er op een afdeling werd bezuinigd. Ze belde naar een paar contacten in de sector. En toen nam Teeven haar even apart na een debat in het parlement. ‘Hij vertelde me dat hij álles weet wat er gebeurt in het gevangeniswezen. Zo van: ik weet waar jij mee bezig bent. Dat was eigenlijk best intimiderend bedoeld, geloof ik. Niet dat ik me daar iets van aantrek, maar het is wel typisch Teeven.’

     De staatssecretaris houdt ervan om de regie te houden, maar tegelijkertijd vindt hij het niet fijn om zelf op zijn vingers te worden gekeken. Waar zijn voorgangers op justitie een advies even een week of twee op zich lieten inwerken, legt Teeven deze dikwijls al binnen een dag naast zich neer en gaat er in de media met gestrekt been in. Neem de kritiek van de Raad van State op plannen voor de enkelband. Teeven trok zich er niets van aan en ging door met zijn plannen.

     Ook kreeg de staatssecretaris het meer dan eens aan de stok met de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer. Een voorbeeld was diens kritische rapport vorig jaar over de behandeling van slachtoffers door politie en justitie. ‘Het rapport staat vol open deuren en geeft een eenzijdig beeld’, zei Teeven in De Telegraaf. Kinderombudsman Marc Dullaert op zijn beurt was verbijsterd toen Teeven diens conclusies over het asielbeleid begin september in een rechte beweging aan de kant schoof. Volgens de kinderombudsman moeten vierduizend aanvragen van asielkinderen opnieuw worden bekeken. Maar Teeven stelde dat zijn diensten zorgvuldig handelen en dat nieuwe controles niet nodig zijn. Punt.

     Strafpleiter Gerard Spong noemt de wijze waarop de staatssecretaris handelt zeer herkenbaar. ‘Teeven is een markante doorzetter die de juridische nuance niet erg hoog in het vaandel heeft staan.’ De advocaat prijst hem voor zijn doorzettingsvermogen. ‘Hij is niet van de valse achterkamertjes en recht voor zijn raap. Hij gaat tot het gaatje en dat vind ik op zich geen slechte eigenschap voor een officier van justitie. Maar met het proces tegen de Hakkelaar was het wel een dubbeltje op zijn kant.’ De strafpleiter stond eind jaren negentig van de vorige eeuw tegenover hem tijdens de zogenoemde Octopus-zaak. Daarin werd drugsbaron Johan V. (alias de Hakkelaar) veroordeeld tot vijfenhalf jaar cel. Spong stond destijds medeverdachte Koos R. bij.

     Teeven introduceerde tijdens dat proces de methode ‘boeven vang je met boeven’. De officier van justitie sloot een deal met Ad Karman, ‘de chef laden en lossen van de Hakkelaar’. Hij werd kroongetuige tegen Johan V. en hoefde in ruil daarvoor niet te brommen. De Hoge Raad stelde dat ‘het wettelijke systeem in de kern was geraakt’ door de deal. Het pleit was al beslecht, het werken met kroongetuigen is anno 2013 een niet weg te denken middel dat het Openbaar Ministerie (OM) hanteert.



Slechte ogen

Het was niet bepaald vanzelfsprekend dat scholier Fredrik het zou schoppen tot staatssecretaris. Het enig kind van een Haarlemse meubelmaker en later bankbiljettencontroleur bij de firma Joh. Enschedé blonk niet uit. Het stille jongetje dat opgroeide in de volkse Haarlemse rozenbuurt en zeven jaar over de havo deed, droomde van een carrière als luchtverkeersleider. Maar wegens zijn slechte ogen moest hij die droom vaarwel zeggen.

     Teeven meldde zich bij de Belastingdienst: werken daar betekende een goed salaris en voldoende opleidingsmogelijkheden. Hij kwam in een klasje met Henk Kamp, nu minister van Economische Zaken voor de VVD. Teeven werkte van 1980 tot 1990 als fiscaal rechercheur bij de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) en werd later teamleider van de douanerecherche van dezelfde dienst in Rotterdam en Haarlem.

     Wegens die rol moest hij zich begin jaren negentig verantwoorden voor de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden (het onderzoek naar de IRT-affaire). Hij zei tijdens de verhoren niets te weten van doorgelaten drugstransporten. Maar hij memoreerde wel dat hij dacht dat het gebruik van kroongetuigen effectief zou kunnen zijn. Niet veel later zou hij dat zelf in de praktijk brengen. In 1993 werd hij na een avondstudie rechten van tweeënhalf jaar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam officier van justitie in Amsterdam en ontpopte hij zich als een crimefighter die onorthodoxe middelen niet schuwt. Zo besloot hij in 1998 te onderhandelen met crimineel Mink K. , maar zette daarover niets op papier.

     Johan de Wijkerslooth, voorzitter van het college van procureurs-generaal, moest niets hebben van de onconventionele methodes om te vervolgen. Hij had het niet op met ‘straatvechters’ als Teeven. De twee kwamen meerdere malen met elkaar in aanvaring. Teeven zocht uiteindelijk zelf ‘de luwte’ op en ging zich als teamleider op het Amsterdamse parket met ‘de gewone misdaad’ bezighouden in het stadsdeel Amsterdam-Zuidoost, tot zijn verrassende overstap.

     Fred Teeven ging in maart 2002 de politiek in, met de ondankbare taak om de charismatische lijsttrekker Pim Fortuyn van Leefbaar Nederland op te volgen. Het campagne voeren viel hem zichtbaar zwaar. Hij verloor zeven kilo in een paar weken tijd en haalde nauwelijks twee zetels binnen. Ook in zijn nieuwe roeping toonde hij zich een vechter. Tijdens de algemene beschouwingen in 2002 hengelde hij met zijn minifractie extra geld binnen voor de politie.

     In 2003 kwam de politieke doodsteek van Emile Ratelband. De tsjakka-goeroe werd door de leefbaren naar voren geschoven in de hoop op een eclatant succes. Teeven koos eieren voor zijn geld en keerde terug naar het Openbaar Ministerie. Hij kreeg de opdracht om oorlogsmisdadigers te vervolgen. Dat werd in justitiële kringen gezien als een demotie – maar al snel behaalde hij grote successen. ‘Hij sprong erin en liet niet meer los’, zegt advocaat Liesbeth Zegveld. Ze trokken samen op in de zaak tegen Frans van Anraat – die tot vijftien jaar cel werd veroordeeld wegens het leveren van grondstoffen voor chemische wapens aan de Iraakse dictator Saddam Hoessein. Teeven was de internationale misdaadbestrijder, Zegveld kwam op voor de belangen van de slachtoffers van het Iraakse regime.

     Zegveld: ‘Teeven schuwde onconventionele maatregelen niet. Hij wilde de slachtoffers een belangrijke rol geven in het proces.’ En dus belde hij rond en regelde hij bezoeken aan Iran. Op eigen houtje. ‘Daar was Buitenlandse Zaken niet blij mee’, zegt Zegveld. ‘Fred heeft niets met hiërarchie. Hij belde me laatst nog vanuit zijn dienstauto om me te feliciteren met de civiele Van Anraat-zaak. Hij is heel benaderbaar. Hij komt uit het veld, heeft met zijn poten in de modder gestaan. Hij wil winnen en windt er geen doekjes om.’ In die zin ziet ze geen verschil tussen de officier van justitie en de politicus.

 

 

Comeback

In 2006 volgde opnieuw een opmerkelijke stap, net toen hij zijn ultieme comeback als misdaadbestrijder beleefde als officier van justitie in het Holleeder-proces. Het nieuws werd bekend toen hij ‘ergens ter wereld’ op een vliegveld stond vanwege ‘een spannende zaak’. Teeven zou terugkeren in de politiek, dit keer voor de VVD. Zijn oude vriend van het FIOD-klasje, Henk Kamp, had hem gevraagd op de kandidatenlijst te komen. Teeven kreeg een topplek: nummer 6 – een garantie voor een plekje in het parlement.

     Teeven bleek een hard werkend en loyaal Kamerlid. Hij was fan van Rita Verdonk, maar ging niet met haar mee toen ze door VVD-leider Mark Rutte in september 2007 uit de fractie werd gezet. Hij vond dat ze niet netjes was behandeld, maar berustte wel in haar vertrek. Zijn loyaliteit werd beloond toen de VVD tijdens de verkiezingen van 2010 de grootste werd. Fred Teeven werd staatssecretaris in het kabinet-Rutte I, het VVD-/CDA-kabinet met gedoger PVV. Daar maakte hij zich in VVD-kringen al snel populair met een reeks aan plannen om ‘het land veiliger te maken’.

     Veel moeilijker heeft Teeven het in het nieuwe kabinet van Rutte waar het CDA en de PVV zijn ingeruild voor de PvdA. De staatssecretaris heeft er het hoofdpijndossier asielzoekers bij gekregen en moet fors bezuinigen op de gevangenissen. De VVD’er, fel gekant tegen welk pardon dan ook, moet het kinderpardon uitvoeren. ‘Maar een deal is een deal’, zegt PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt. ‘Hij voert het voorstel uit, al doet hij dat niet enthousiast. Hij moet namens de VVD de rechterflank bedienen. Ik bewaak het linkse geluid.’

     ‘Teeven vertegenwoordigt de partij prima,’ zegt VVD-prominent Hans van Baalen die straks als lijsttrekker voor de Europese Verkiezingen de boer op gaat. ‘Hij wil winnen, is geen salonjurist en staat voor de gewone man. Bij Fred is what you see is what you get. Hij zegt gewoon wat ie vindt, maar blijft wel loyaal aan het kabinet. Hij vindt de bezuinigingen op de gevangenissen vervelend, maar voert ze wel uit.’ Zo verdedigt de man die faliekant tegen huisarrest was (‘dan zitten criminelen thuis voor de televisie met een biertje in de hand’), nu de enkelband. Het tekent de koppige staatssecretaris die ook koste wat kost toezicht op de advocatuur wil invoeren. Liefst snel. Hij wil niet wachten tot oud-informateur en oud-staatsraad Rein Jan Hoekstra in december zijn onderzoek naar het dekenaal toezicht heeft afgerond.

     Gerard Spong noemt Teeven als staatssecretaris ‘een olifant in een porseleinkast of zoals de Belgen dat zeggen: als een hond in een kegelspel. De manier waarop hij doordramt, de Raad van State terzijde schuift. Het gemak waarmee hij zwaarwichtige adviezen negeert uit democratisch oogpunt is zorgwekkend’.

     SP-Kamerlid Gesthuizen: ‘Hij veegt alles van tafel. Het lijkt er in dit kabinet te zijn ingeslopen om onafhankelijke instanties weg te zetten als softies met een andere politieke kleur.’ Volgens haar heeft Teeven door alle signalen vooraf te negeren onnodig veel problemen gekregen rond de Russische asielzoeker Dolmatov. ‘Het woord “humaan” voor asielbeleid kwam pas op 18 april over zijn lippen toen het door een meerderheid van de Tweede Kamer werd afgedwongen’, zegt Gerard Schouw (D66). ‘Hij heeft een heel duidelijke rol: de VVD-kiezers in de buurt houden en ze niet laten wegstromen naar de PVV.’

     Het asieldossier zit hem bij die opdracht behoorlijk in de weg. Het hoofdpijndossier vreemdelingen en asiel is sinds Dolmatov zelfs uitgegroeid tot Teevens achilleshiel. De PvdA zal de staatssecretaris nauwlettend in de gaten houden en voortdurend de vraag stellen: is er nu wel sprake van ‘humaan’ beleid? De VVD’er laat zich echter niet verleiden tot een soft imago. Ja, het kinderpardon voert hij uit zoals is afgesproken in het regeerakkoord. Maar hij steekt niet onder stoelen of banken dat hij het tegen zijn zin doet en dat dit toch echt een PvdA-plan is.

     Vooralsnog zit Teeven nog stevig in het zadel als staatssecretaris en heeft de advocatuur een geduchte tegenstander in de doorzetter met zijn winnaarsmentaliteit. VVD’er Van Baalen heeft alle vertrouwen in een goede afloop: ‘Fred is de crimefighter die de VVD nodig heeft.’             «

 

 

Fredrik Teeven 

 

 

Geboren op 5 augustus 1958 in Haarlem

 

1977-1980    
Controleursopleiding Rijksbelasting, Utrecht

 

1980-1990    
Fiscaal rechercheur bij de FIOD

 

1987-1990    
Avondstudie Nederlands en Notarieel Recht, Vrije Universiteit

 

1990-1993    
Teamleider douanerecherche bij de FIOD

 

1993-2002    
Officier van justitie bij het parket Amsterdam, onder meer belast met oorlogsmisdrijven

 

1999-2001    
Avondstudie public management, Universiteit van Twente

 

2002-2003    
Lijsttrekker, Kamerlid voor Leefbaar Nederland

 

2003-2006    
Officier van justitie, landelijk parket

 

2006-2010    
Kamerlid voor de VVD

 

2010-heden  
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie

 

 

Fred Teeven woont samen en heeft twee volwassen kinderen.

Download artikel als PDF

Advertentie