‘Liegen toch niet toegestaan’ – onder die kop reageerde oud-deken Germ Kemper op 26 november in NRC Handelsblad op een opiniestuk van voormalig advocaat Bart Heyning van 21 november. Heyning had zich gestoord aan uitlatingen van Kemper in een uitzending van televisieprogramma Zembla.
Volgens de toenmalig deken mocht een advocaat in een vechtscheiding alles inbrengen wat nut had voor de beslissing – ook als dat wellicht verzonnen was. Aan ‘processtalking’was volgens Kemper niets te doen: ‘Zo is het leven.’ Heyning vroeg zich af hoe groot eigenlijk het draagvlak is voor ‘dit soort beweringen’. Een rondvraag onder advocaten suggereerde volgens hem dat advocaten veelal denken dat de geheimhoudingsplicht ze verbiedt de rechter over vervalsingen of leugens te informeren. Volgens Heyningen dreigt eigenrichting als mensen het gevoel hebben dat in de rechtszaal toch geen recht wordt gedaan. Het gedrag van de advocaat zou moeten worden getoetst aan het beoogde resultaat: een eerlijke rechtsbedeling.
In zijn reactie schrijft Kemper, onder verwijzing naar Gedragsregel 30: ‘Bij dezen help ik graag de gedachte uit de wereld dat liegen in de rechtszaal geoorloofd is. (…) In mijn zes jaar als deken heb ik viermaal een overtreding van dit voorschrift geconstateerd. (…) Er valt ook geen uitspraak van de tuchtrechter aan te wijzen waarin bewuste misleiding of roekeloze omgang met de waarheid werd weggewoven.’
In het Advocatenblad dat deze week verschijnt, staat een uitgebreid interview met Kemper over ethiek. Over zijn uitlatingen in Zembla zegt hij daarin onder meer: ‘Het was ook hard. Maar het ging erover of je een advocaat iets kunt aanrekenen in tuchtrechtelijke zin, dus of de tuchtrechter zal ingrijpen. Dat is niet helemaal hetzelfde als de vraag of een advocaat maatschappelijk verantwoord handelt.’
Kemper: ‘Wat ik heb bedoeld is dat het hoofdprobleem in een vechtscheiding niet aan de advocaat is toe te schrijven. Maar als een advocaat alleen maar doorgeefluik is, geen meerwaarde biedt, zakt hij wat mij betreft wel door het ijs.’ Ook legt hij uit waarom hij voor Bram Moszkowicz schrapping niet nodig had gevonden: ‘Er was geen indicatie dat Moskowicz doortrapt was. Doortrapt is als je een val zet voor een ander, hem zeer bewust om de tuin leidt, je van valse stukken bedient. Een criminele inslag.’
Tekst Trudeke Sillevis Smitt