Eerder dit jaar schreef ik in het Advocatenblad dat advocaten de mond wordt gesnoerd waar officieren van justitie vrijelijk beledigingen mogen uitslaan.1 In dat kader maakte ik melding van een strafzaak tegen een advocaat. Deze werd vervolgd omdat hij ‘sukkel’ zou hebben gezegd in het kabinet van de rechter-commissaris. Waar het Bossche hof de vervolging van een officier van justitie weigerde omdat het betamelijk was om een verdachte voor ‘laffe loser’ uit te maken, had datzelfde hof de vervolging bevolen van een advocaat voor een ogenschijnlijk minder sterke (dis)kwalificatie. Een ‘loser’ is volgens Van Dale een ‘grote sukkel’. Welnu, het vonnis is er. De meervoudige strafkamer in Breda heeft de advocaat veroordeeld wegens belediging van een ambtenaar. Hij krijgt geen straf, maar moet wel 75 euro schadevergoeding betalen aan de beledigde verbalisant.2

Het vonnis van de rechtbank wekt op meer dan één punt verbazing. De rechtbank is door de oplettende raadsman van onze verdachte confrère gewezen op de beschikking van het hof in de ‘laffe loser-zaak’. Deze had de niet-ontvankelijkheid in de vervolging bepleit in verband met de door art. 6 uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vereiste equality of arms. Als een officier van justitie andere betrokkenen bij een procedure mag uitmaken voor ‘laffe loser’, dan zou een advocaat niet moeten worden vervolgd voor de kwalificatie ‘sukkel’. De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe dat de context waarbinnen de officier sprak ‘van een geheel andere orde’ zou zijn. Direct daarna schrijft de rechtbank in het vonnis niet bekend te zijn met de ‘specifieke context van dat geval’.3 De context waarvan de rechtbank niet op de hoogte is, is dus volgens die rechtbank van een geheel andere orde. Hier lijkt overduidelijk sprake te zijn van een argument pour besoin de la cause.

Dat neemt niet weg dat de context ook volgens mij aanmerkelijk verschilt. De officier van justitie las de beledigingen voor uit een tevoren op schrift gesteld requisitoir, ter openbare terechtzitting, met publiek. De advocaat slaakte, ook volgens de rechtbank, een verzuchting ‘in de beslotenheid van het kabinet van de rechter-commissaris’.4 Alle verschillen in tekst en context die ik kan ontwaren, maken het er voor de officier niet beter op. Of, andersom gezegd, voor de advocaat juist gunstiger. Toch wordt die laatste veroordeeld en de eerste niet eens vervolgd.

Op het punt van de verzuchting werd mijn aandacht gevestigd op een beschikking uit 2009 van de beklagkamer van het hof in Amsterdam.5 In die zaak werd de vervolging verzocht van een politieman. Die had klaagster gevraagd om toegang tot haar woning en camerabeelden, maar dit niet gekregen. Klaagster had hem gezegd dat hij moest ‘oprotten’. Daarop draaide de politieman om en verzuchtte ‘wat een kutwijf’. Het hof stelt voorop dat deze woorden beledigend zijn en dat de beklaagde agent zodanig luid had gesproken dat klaagster hem kon verstaan. Toch moet de politieman van het hof niet worden vervolgd. Hij had volgens het hof geen opzet op belediging van klaagster. Het was een verzuchting die ‘niet voor klaagster bedoeld was’ maar gericht tot hemzelf.

Een politieman mag dus straffeloos goed hoorbaar ‘kutwijf’ verzuchten. Maar dat betekent nog lang niet dat een advocaat ook ‘sukkel’ mag verzuchten. De Bredase rechtbank zegt dat de advocaat die hoorbaar ‘sukkel’ uitspreekt bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat aangever zich beledigd zou voelen.6 De als sukkel aangesprokene bevond zich namelijk in een ‘bijzonder ongemakkelijke positie’ omdat deze verbalisant ‘moeite leek te hebben om de aan hem gestelde vragen te beantwoorden’. De klaagster in de Amsterdamse zaak zat kort na de kwalificatie als ‘kutwijf’ geboeid in een politiebusje. Over ongemakkelijke posities gesproken. Maar ik vrees dat zij net als advocaten valt in de categorie ‘rund’. En dat rund mag nog lang niet wat Jupiter justitie zichzelf veroorlooft. Volgens mij levert de rechtspraak een mooi staaltje van klassenjustitie af. Met de advocatuur in de onderste klasse.

Hans Oudijk7

Noten
1 De advocaat als rund, Advocatenblad 2013, nr. 9, p. 20 e.v. Correctie: in dit artikel is noot 17 weggevallen. De correcte noot: gewone rechtsmiddelen staan tegen beschikkingen van het hof ex art. 12 Sv niet open. De raadsman heeft de PG bij de Hoge Raad in overweging gegeven om tegen de beschikking K12/0466 cassatie in het belang der wet in te stellen.

2 ECLI:NL:RBZWB:2013:8352. De rechtbank past art. 9a Sr toe en bepaalt naar eigen zeggen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd, maar legt dus wel degelijk een (schadevergoedings)maatregel op.

3 ECLI:NL:RBZWB:2013:8352, sub 3.3.3, 3e alinea.

4 ECLI:NL:RBZWB:2013:8352, sub 3.3.3, 4e alinea.

5 ELCI:NL:GHAMS:2009:BJ4779.

6 ECLI:NL:RBZWB:2013:8352, sub 4.3, 8e alinea.

7 Advocaat in Venlo.

Download artikel als PDF

Advertentie