Advocaten moeten aan een groeiend aantal beroepsregels voldoen en almaar meer toezicht ondergaan. Zijn ze daarmee slechter af dan anderen?
Notarissen
Extern toezicht? Ja, het Bureau Financieel Toezicht (BFT) houdt toezicht op de financiën, integriteit en kwaliteit van notariskantoren. Bij het integriteitstoezicht kijkt het bureau of het kantoor de wet- en regelgeving naleeft, met name de Wwft. Het BFT kan dwingende aanwijzingen geven, bestuurlijke boetes en dwangsommen opleggen (alleen aan notarissen, nog niet aan kandidaten) en tuchtklachten indienen.
Voorschriften? Regels en principes zijn net als in de advocatuur vastgelegd in voorschriften.
Declareren? De notaris moet declareren volgens zijn offerte. Meerwerk moet de notaris vooraf bespreken met de cliënt. De Stichting Geschillencommissie Notariaat beoordeelt declaratiegeschillen. Tegen notarissen die het te bont maken kan een tuchtklacht worden ingediend.
Documenteren? Strikt formeel genomen hoeven notarissen niet alles vast te leggen. Feitelijk zijn notarissen verplicht om vast te leggen wat zij hebben besproken met de cliënt, onder meer om te kunnen aantonen dat zij hebben voldaan aan de identificatieverplichtingen van de Wwft.
Professioneel-kritische houding? Voordat een kandidaat tot notaris wordt benoemd, wordt diens persoonlijkheid getoetst. Daarna kijken de auditors van de KNB naar de professioneel-kritische houding van de notarissen.
Belangen van derden? De notaris is (wettelijk) verplicht de belangen van alle betrokkenen te wegen, dus ook die van de Belastingdienst en de hypotheeknemer.
Naleving? Volgens de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie worden de voorschriften in vrijwel alle gevallen nageleefd. Gezien het aantal tuchtklachten dat jaarlijks wordt ingediend, gaan dingen bij ongeveer tien procent van de kantoren in meer of mindere mate mis. Het bestuur van de KNB dient zo nodig tuchtklachten in. De laatste tien jaar zijn ongeveer tien notarissen uit het ambt ontzet.
Naming & shaming? De tuchtrechter kan bepalen dat de naam van de veroordeelde wordt gepubliceerd. Dit gebeurt echter zelden.
Accountants
Extern toezicht? Accountantskantoren die wettelijke controles uitvoeren, staan onder toezicht van de Autoriteit Finan-ciële Markten. Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) houdt toezicht op de naleving van de Wwft.
Voorschriften? De regels en principes waaraan accountants zich moeten houden, zijn vastgelegd in verordeningen en nadere voorschriften.
Declareren? Klachten over declaraties worden behandeld door de Raad voor Geschillen of de civiele rechter. ‘Excessief’ declareren kan tuchtrechtelijk verwijtbaar zijn. Als de tuchtrechter een declaratie excessief vindt, wat zelden voorkomt, dan verandert dat oordeel niets aan de nota.
Documenteren? Accountants moeten hun werkzaamheden zo vastleggen dat een andere accountant op grond van het dossier kan begrijpen wat de accountant heeft gedaan en waarom hij bepaalde keuzes heeft gemaakt.
Professioneel-kritische houding? De Autoriteit Financiële Markten heeft vastgesteld dat bij diverse accountantskantoren de professioneel-kritische houding tekortschiet. De beroepsorganisatie heeft nu voor alle leden een verplichte PE-cursus ‘PKI’ voorgeschreven, omdat een onafhankelijke instelling ook in het mkb van belang is. De accountants die geen controles uitvoeren vinden de cursussen niet altijd nodig.
Belangen van derden? Accountants moeten bij elke uiting rekening houden met het algemeen belang. Daaronder valt elke gebruiker van goedgekeurde jaarstukken, maar ook de geldschieter die afgaat op een goedkeurende verklaring bij de aanvraag van een krediet of subsidie. Als de accountant in een juridisch geschil een partijstandpunt ondersteunt dan moet het rapport objectief zijn, want het mag de waarheidsvinding door de rechter niet belemmeren.
Naleving? Met jaarlijks honderdvijftig klachten op 21.000 accountants lijken de meeste accountants zich aan de regels te houden. De Autoriteit Financiële Markten heeft echter herhaaldelijk vastgesteld dat sommige kantoren het niet altijd even nauw nemen met de regels.
Naming & shaming? De tuchtrechter noemt nooit de namen van de betrokken accoun-tant(s). Ook de betrokken kantoren blijven in beginsel anoniem, tenzij het overduidelijk is om welk kantoor het gaat.
Belastingadviseurs
Extern toezicht? Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) houdt toezicht op de naleving van de Wwft. Verder oefent de onafhankelijke tuchtrechter extern toezicht uit op de leden van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB).
Voorschriften? De regels zijn onder meer vastgelegd in het Reglement beroepsuit-oefening en tuchtrechtspraak.
Declareren? De adviseur moet op verzoek van de cliënt een specificatie verstrekken, waaruit blijkt wie hoeveel uren aan welke werkzaamheid heeft besteed. Er moet een redelijk verband zijn tussen het honorarium en de aard, de omvang en het belang van de werkzaamheden.
Documenteren? Het NOB-lid moet in elk geval zo veel vastleggen dat hij kan aantonen dat hij aan de verplichtingen van de Wwft heeft voldaan en dat hij aan de cliënt de vereiste specificatie kan verstrekken.
Professioneel-kritische houding? Het NOB-lid dient te handelen conform de ‘eer en waardigheid’ van het beroep. Dit veronderstelt een professioneel-kritische houding. Bij twijfel aan de houding van een NOB-lid kan een klacht ingediend worden bij de tuchtrechter.
Belangen van derden? De adviseur moet bij het behartigen van de belangen van zijn cliënt het gerechtvaardigde belang van de wederpartij in het oog houden. Dat wil zeggen dat hij de fiscus niet opzettelijk of grof nalatig verkeerd mag informeren.
Naleving? Gezien het gering aantal tuchtklachten – zo’n zestien per jaar terwijl het ledental groeit naar vijfduizend – gaan NOB-belastingadviseurs zelden over de grens.
Naming & shaming? Het publiceren van de naam van een adviseur kan een bijkomende straf zijn als de tuchtrechter een maatregel oplegt. De zittingen bij de tuchtrechter zijn besloten, net als in de belastingrechtspraak.
Journalisten
Extern toezicht? De Raad voor de Journalistiek laat colleges van twee journalisten, twee niet-journalisten en een (oud-)rechter als voorzitter oordelen over journalistieke werkzaamheden voor journalistieke media door professionele journalisten (NVJ), of deze nu wel of niet lid zijn van de Nederlandse Vereniging van Journalisten. Media kunnen zich onttrekken aan het oordeel van de raad door zich niet bij de raad aan te sluiten. Tot 1960 oordeelde een heuse tuchtrechter met sanctiebevoegdheden over NVJ-leden. De Raad voor de Journalistiek kan bij gebrek aan een wettelijke basis geen sancties opleggen.
Voorschriften? De regels en principes waaraan journalisten zich moeten houden, zijn vastgelegd in een leidraad. De inhoud van de leidraad staat momenteel ter discussie. Voorzitter Hans Laroes: ‘De bepalingen moeten iets abstracter en minder gedetailleerd worden geformuleerd en worden aangepast aan de eisen van het digitale tijdperk.’
Declareren? Alleen freelancejournalisten declareren bij opdrachtgevers. Hiervoor zijn geen regels.
Documenteren? Journalisten zijn niet verplicht hun aantekeningen en/of opnamen te bewaren.
Professioneel-kritische houding? De Raad voor de Journalistiek draagt met zijn oordelen bij aan een ethische beroepsuitoefening. De raad zwengelt uit eigen beweging discussies aan over journalistiek-ethische kwesties.
Belangen van derden? De raad beoordeelt (nu nog) of bij een journalistieke uiting of gedraging ‘de grenzen zijn overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is’. Soms rechtvaardigt het maatschappelijk belang dat de beroepsregels opzij worden gezet.
Naleving? Hans Laroes: ‘Dat is niet gemeten. Maar de oordelen van de raad hebben duidelijk impact gehad op het punt van verborgen camera’s en privacy van personen.’
Naming & shaming? In de uitspraken van de raad worden de namen van het medium en de journalist altijd vermeld. De klager blijft soms anoniem. Als het om andere beroepsbeoefenaren gaat moet de journalist ‘het maatschappelijk belang’ dienen door tuchtrechtelijk verwijtbare fouten van advocaten, artsen, notarissen en soortgelijke functionarissen openbaar te maken. ‘Het belang van de onderneming van de betrokkene, dat mogelijk door de openbaarmaking wordt geschaad, valt niet onder het privacybelang. Naamsvermelding van de betrokkene kan temeer van belang zijn omdat verwarring met beroepsgenoten erdoor wordt voorkomen,’ aldus de leidraad.
Lex van Almelo