Mr. X geeft huwelijksadvies
De vermogende dame van 79 jaar trouwde met haar achterneef van 22 jaar. Op advies van mr. X.
De belastingadviseur had gewaarschuwd dat een huwelijk met argusogen zou worden bekeken en zou kunnen leiden tot escalatie van de toch al verstoorde familieverhoudingen. Ook de notaris voorzag problemen. Maar volgens mr. X was een huwelijk in gemeenschap van goederen de gunstigste manier om de achterneef het vermogen te laten erven. Kosten van zijn advies: 25.000 euro. Het paar werd in de echt verbonden. Hoe zal de bruiloft van die oude dame en die jonge man zijn geweest? Mr. X weet het, hij was getuige. Maar de dame was vergeetachtig en in de war, zo wist mr. X ook. Haar huwelijk werd door de rechtbank nietig verklaard. Mevrouw kwam onder curatele, en mr. X voor de tuchtrechter.
Mevrouw wist heus precies waar ze aan begon met dat huwelijk, verweerde mr. X zich. Ze was boos op de rest van haar familie. En zijn nota betrof een lumpsum. De papieren waarin de afspraken vastlagen had hij niet (meer).
De tuchtrechter vindt dat mr. X juist bij zo’n kwetsbare cliënte netjes tijd had moeten schrijven en op de gebruikelijke manier had moeten declareren. En wat zijn trouwadvies betreft: mr. X had eerst een medicus moeten vragen of mevrouw in staat was haar wil te bepalen en de gevolgen te overzien, of voorzichtiger moeten adviseren. Verder was trouwen uit boosheid een erg zwakke grond voor zo’n advies. En juridisch mankeerde er ook het een en ander aan. Het Hof van Discipline schorste mr. X voor een maand (zaak nr. 6711, LJN: YA4747).
Mr. X blijkt te bot
Advocaten kunnen helpen bij ruzie over erfenissen. Althans, als ze een beetje tactvol manoeuvreren.
Zo niet mr. X. Mr. X stond een cliënte bij in het geharrewar over een nalatenschap die zij met haar twee broers moest verdelen. Nadat de zaak is afgerond, stuurt mr. X zijn cliënte nog een persoonlijk advies: broer O is ‘een dominante dwingeland, die elke mogelijkheid aangrijpt om zijn zin en mening door te drukken. Dat uw broer H hier feestelijk voor bedankt, kan ik mij zeer goed voorstellen. Ik vermoed dat u beter af bent indien u zou proberen de relatie met H te herstellen’. Volgens mr. X werkte broer O alleen maar tegen. ‘En intussen loopt hij te verkondigen dat hij het zo goed met u voorheeft. Naar mijn mening is dat huichelarij.’
Volgens de raad van discipline in Arnhem (LJN: YA3660) was dat onnodig grievend. Ook in conflicten waarin de emoties hoog oplaaien, moeten advocaten waardig en zakelijk communiceren. Bovendien was de dienstverlening al afgelopen en had mr. X wel kunnen bedenken dat broer O de mail te lezen zou krijgen. Mr. X kreeg een waarschuwing, maar er is appel ingesteld. De uitspraak wordt verwacht op 9 december.
Mr. X schendt vertrouwen
‘Transparantie, vertrouwen en begrip’. Onder dat motto is de Raad voor Rechtsbijstand bezig met het invoeren van High Trust: advocaten kunnen toevoegingen aanvragen zonder stukken mee te sturen. Iedere advocaat kan ervoor in aanmerking komen. Achteraf heeft controle plaats, één op één of steekproefsgewijs. ‘Voor de steekproefcontrole is enig volume natuurlijk noodzakelijk,’ stelt de Raad voor Rechtsbijstand op zijn website.
Volume was bij mr. X niet het probleem. Hij vroeg als ondernemer-stagiaire binnen twee maanden zo’n dertig toevoegingen aan en declareerde in al die zaken meer dan zes uur. De dossiers stonden op naam van familieleden en kennissen. Alleen bleken ze vrijwel allemaal zo goed als leeg te zijn: geen brief van mr. X, geen aantekeningen, niets waaruit een juridische vraag kon worden afgeleid. Wel produceerde mr. X achteraf gefabriceerde opdrachtbevestigingen en tijdschrijflijsten. De Raad voor Rechtsbijstand kondigde aan mr. X uit te schrijven, de uitbetaalde vergoedingen terug te vorderen en/of aangifte te doen, en de deken diende een bezwaar in.
Het ‘ne bis in idem’-verweer van mr. X ging niet op: de procedure bij de tuchtrechter diende een ander doel dan de maatregelen van de Raad voor Rechtsbijstand. Mr. X had de financiële integriteit geschonden en het vertrouwen in de advocatuur ernstig beschaamd. Hij werd door de Amsterdamse raad van discipline geschrapt (LJN: YA4509), maar ging in beroep. Uitspraak verwacht op 16 december.
Mr. X wordt geschrapt
De zaak van het jaar 2013 is natuurlijk die van mr. Bram Moszkowicz. Maar die is zo bekend, daar zijn we snel mee klaar. Nog even ultrakort: Moszkowicz nam grote bedragen in contanten aan van cliënten zonder toestemming van de deken, verzuimde achteraf verantwoording af te leggen over verrichte werkzaamheden, betaalde te hoge voorschotten niet terug, leverde geen jaarrekeningen in en haalde zijn opleidingspunten niet. De deken adviseerde schorsing voor een jaar, waarvan een halfjaar voorwaardelijk, maar Moszkowicz werd zowel in eerste instantie als in appel geschrapt.
Wat tot nu toe niet zo in de aandacht kwam: één van Moszkowicz’ grieven in appel betrof het feit dat de raad van discipline niet had gemotiveerd waarom van het advies van de deken was afgeweken. Het hof ging daaraan voorbij omdat de wet zo’n advies van de deken ter zitting niet kent, laat staan dat dit de tuchtrechter zou binden. Zie onder meer LJN: YA4174.
Mr. X te kijk gezet
Het jaar 2013 is het jaar dat de digitale schandpaal is opgericht: voor het eerst werd een uitspraak met naam en toenaam op tuchtrecht.nl gepubliceerd. Zo ook bij mr. X.
Zijn cliënte was vrijgesproken, dus vroeg mr. X bij het gerechtshof een vergoeding voor (onder meer) de kosten van rechtsbijstand. Dat verzoek werd toegewezen: ruim dertienduizend euro op de derdenrekening. Mr. X maakte, zonder toestemming van cliënte en zonder de vereiste tweede handtekening, bijna tien mille naar zichzelf over, ter voldoening van zijn declaraties. Toen cliëntes man zes weken later informeerde of er al een beschikking was, zei mr. X van niet. Later zei hij ‘dat ze het bij het hof zouden gaan uitzoeken’, en nog later dat de beschikking naar een collega met dezelfde naam was gestuurd. Pas toen cliënte bij de deken had geklaagd, maakte hij het restant dat nog op de derdenrekening stond aan haar over.
Mede gezien een eerder ‘ernstig tuchtrechtelijk antecedent’ legde de Amsterdamse raad van discipline een schorsing van zes maanden op, waarvan drie voorwaardelijk. Eenmaal onherroepelijk moest de uitspraak inclusief naam, in de advocatenkamer én op tuchtrecht.nl openbaar worden gemaakt (LJN: YA3040).
Dat laatste was geheel nieuw, maar het Hof van Discipline ging erin mee: mr. X staat inmiddels als eerste getuchtigde advocaat met zijn naam op tuchtrecht.nl. Voorzitter van het Hof van Discipline Joost van Dijk vertelde in het Advocatenblad van augustus 2013 dat de advocaat geen grief had ingediend tegen de ongeanonimiseerde publicatie. Van Dijk: ‘Inmiddels zitten we op de lijn dat bij schorsing in elk geval moet worden gemotiveerd waarom publicatie op tuchtrecht.nl nodig is. (…) Duidelijk is in elk geval dat de ouderwetse manier van publicatie, in de advocatenkamer, achterhaald is. Dan komt het publiek het nog niet te weten.’
Mr. X speelt toneelstuk
‘Ik heb de wederpartij gedagvaard hoor.’ En: ‘Ik heb de Nationale ombudsman voor u benaderd.’ Met mededelingen in die sfeer dacht mr. X waarschijnlijk tijd te kopen bij zijn eigen cliënt. Mórgen zou hij aan die zaak beginnen. Maar het kwam er niet van, en wanneer houd je dan op met dat toneelstuk? Het begon in 2005 en het ging door tot 2011, het jaar waarin mr. X cliënt op de mouw spelde dat hij de zaak had gewonnen en beslag had gelegd.
De raad van discipline in ’s-Hertogenbosch deed het af met een schorsing van zes maanden. Mr. X ging in beroep, maar dat is hem niet goed bekomen: het Hof van Discipline maakt er een schrapping van (zaak nr. 6699, LJN: YA4919). Daarbij speelde ook mee dat er een dekenbezwaar lag waarop het hof tegelijkertijd besliste (zaak nr. 6601, LJN: YA4920). Het hof besliste met eenparigheid van stemmen, staat er nadrukkelijk bij, want anders mag een maatregel in appel niet verzwaard worden als alleen de advocaat hoger beroep heeft ingesteld. En met uitgebreide motivering waarom die verzwaring plaatsvond terwijl mr. X niet op de zitting was: het was niet de eerste keer dat mr. X op het laatste moment afhaakte, en hij had het een beetje kunnen zien aankomen, want het woord ‘schrapping’ was al wel een paar keer gevallen.
Mr. X gaat los
In alle opzichten te bont was de zaak van mr. X alias Eric Kuijpers alias Karel van der Linden. In 2013 publiceerde het Hof van Discipline de schrapping van Kuijpers. Hij had vermomd met pruik, namaaksik en bril geprobeerd bankrekeningen van particulieren te ronselen. Kuijpers vond dat ‘None of your f*ck*ng business’, zo zei hij in zijn appelmemorie bij het Hof van Discipline. Maar daar was het hof het dus niet mee eens.
Privéaangelegenheid of niet, Kuijpers had met die ronselactie, in 2011 uitgezonden door Tros Opgelicht?!, het vertrouwen in de advocatuur in ernstige mate geschaad volgens het hof. Daar kwam bij dat hij zonder overleg met de deken cliënten had gevraagd zaken aan hem te verpanden tot zekerheid voor de betaling van zijn declaratie. Van een andere ex-cliënt had hij het faillissement aangevraagd, ook zonder overleg. Het hof passeerde het verweer van Kuijpers dat het om zaken ging die hij niet als advocaat had gedaan. Verder oordeelde het hof dat Kuijpers zich vijandig had opgesteld tegenover de deken, niet had meegewerkt aan het onderzoek en stiekem een gesprek met de deken had opgenomen. Kuijpers had zich zelf al laten schrappen van het tableau. Maar met de uitspraak van het hof staat er door zijn naam nu dus een dubbele streep (zaaknr. 6470, LJN: YA4214).
•De namen van betrokkenen zijn opgenomen voor zover zij al uit andere media bekend waren. In de deze korte, vertellende weergave van de uitspraken komen uiteraard niet alle nuances tot hun recht. Voor de exacte toedracht en overwegingen: zie tuchtrecht.nl. Sinds 14 november moet daar in plaats van het LJN-nummer het ECLI-nummer worden ingevoerd. Voor het Hof van Discipline betekent dit het volgende format: in plaats van YA4174 komt ECLI:NL:TAHVD:2013:YA4174.
Trudeke Sillevis Smitt