Wie zich benadeeld voelt door een advocaat, notaris, arts of accountant stapt vaak naar de tuchtrechter om vervolgens met die uitspraak in de hand schadevergoeding te eisen. Maar civiele rechters kennen slechts incidenteel doorslaggevende betekenis toe aan een uitspraak van de tuchtrechter. Dat schrijven advocaat Hester Uhlenbroek en masterstudent Maurice Mooibroek in het tijdschrift Aansprakelijkheid, Verzekering en Schade 2013/24.
De auteurs onderzochten 105 zaken van accountants, advocaten, medici en notarissen. Ze wijzen erop dat de burgerlijke rechter veel ruimte heeft al dan niet betekenis toe te kennen aan een tuchtrechtelijke veroordeling, omdat volgens de Hoge Raad in het tuchtrecht andere maatstaven en bewijsregels gelden dan in het civiele recht. Volgens de auteurs zit het verschil hem vooral in de verschillende kaders waarin de normen worden gehanteerd: behartiging van het algemeen belang in het tuchtrecht, en het individuele belang in het civiele recht.
In ongeveer tien procent van de onderzochte zaken was het oordeel van de tuchtrechter van zeer grote of doorslaggevende betekenis voor de uitkomst in de civiele zaak. Daarbij ging het bijvoorbeeld om zaken waarin de civiele rechter zelf niet de kennis had het handelen van de beroepsbeoefenaar te beoordelen, zoals in medische kwesties. Of om de kwalificatie die de tuchtrechter aan het handelen gaf (‘ernstig tekortgeschoten’), of om het uitgebreide onderzoek dat in de tuchtzaak had plaatsgevonden.
In vijftig procent van de zaken oordeelde de civiele rechter weliswaar in lijn met het oordeel van de tuchtrechter, maar speelde de tuchtuitspraak daarbij slechts een rol van ondergeschikt belang. In 25 procent van de zaken week de civiele rechter zelfs af van het oordeel van de tuchtrechter – vaak met het argument dat niet voldoende was gesteld om onrechtmatig handelen aan te nemen. Maar er waren ook gevallen waarin de klacht ongegrond was en toch aansprakelijkheid werd aangenomen. Artikel 48 lid 7 Advocatenwet biedt de tuchtrechter de mogelijkheid in zijn uitspraak beargumenteerd te verklaren dat de betrokken advocaat jegens de klager niet ‘de zorgvuldigheid heeft betracht die bij een behoorlijke rechtshulpverlening betaamt’. Dat is bedoeld als opstapje voor een schadeclaim. Maar ook daar lijkt de civiele rechter zich weinig van aan te trekken.
Trudeke Sillevis Smitt