Dat schrijft de bestuursvoorzitter van Allen & Overy in een brief aan VVD-minister Henk Kamp van Economische Zaken.

‘Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse “propositie” is dat wij beschikken over sterke, internationaal georiënteerde financiële, fiscale en juridische dienstverlening. Nederland heeft een relatief groot aantal grote advocatenkantoren die werkzaam zijn in de internationaal georiënteerde zakelijke dienstverlening, alsmede een uitstekende en onafhankelijk rechterlijke macht. Wij zijn het thuisland van vele internationaal rechtelijke colleges, zoals het Internationale Strafhof. Nederland kent met andere woorden een “voortreffelijk juridisch vestigingsklimaat” en dat is één van de factoren die ons als vestigingsland aantrekkelijk maakt.’

En dat komt in gevaar, aldus Arnold Croiset van Uchelen in zijn brief aan de minister, als er staatstoezicht op de advocatuur in het leven wordt geroepen. Wordt het Wetsvoorstel Positie en Toezicht op de Advocatuur zoals dat nu op tafel ligt, aangenomen, dan kunnen ook door de overheid benoemde niet- advocaten het recht krijgen om dossiers in te zien. Dat zou een doorbreking betekenen van het verschoningsrecht. En juist dat verschoningsrecht is volgens Croiset van Uchelen een belangrijke factor in de beslissing waar bepaalde zaken worden ondergebracht. ‘Dat is uit mijn eigen ervaring bekend.’

Daarnaast waarschuwt Croiset van Uchelen ervoor dat Nederland met de invoering van staatstoezicht ‘internationaal erg uit de pas gaat lopen. In geen enkel belangrijke jurisdictie is een dergelijke door de wetgever mogelijke gemaakte inbreuk door van overheidswege benoemde personen op het attorney-client privilege ( en hetzelfde geldt overigens voor veel andere landen met wie wij ons rechtsstatelijk niet gaarne zouden vergelijken.)

De brief werd ook gestuurd aan VVD-staatssecretaris Fred Teeven en de Eerste en Tweede Kamer Commissies voor Veiligheid en Justitie en Economische Zaken.

Tekst : Mark Maathuis

Advertentie