De rechtspraak moet voorzichtig zijn met het versnellen van juridische procedures. Op kleine schaal valt winst te boeken, maar dan gaat het alleen om de eenvoudigste zaken. Dat blijkt uit een pilot bij de Rechtbank Den Haag.

In de één jaar durende pilot Procesinnovatie, één van de vier pilots in het kader van de Programma’s Kwaliteit en Innovatie (KEI), stond termijnbewaking van civiele zaken centraal. Uitgangspunt was dat in enkelvoudige civiele zaken op tegenspraak binnen zestien weken na aanbrengen vonnis wordt gewezen. Dat mocht ook een tussenvonnis zijn. Meervoudige zaken, zeer complexe zaken, overheids-, letsel-, verdelings- en verstekzaken bleven buiten de pilot.

Uit het evaluatierapport, getiteld In sneltreinvaart, blijkt dat zaken dankzij termijnbewaking inderdaad sneller zijn behandeld. Maar dat wil volgens hoogleraar Rechtspleging Margreet Ahsmann en masterstudent Jelle Oud van de Universiteit Leiden, die de pilot evalueerden, niet zeggen dat de seinen op groen staan voor invoering van de nieuwe termijn.

De onderzoekers concluderen dat de pilot is gestart zonder grondige voorbereiding. Vergelijkings- en studiemateriaal bleven onbenut en er was geen nulmeting. Daardoor kon bijvoorbeeld niet worden getoetst of de kortere vonnissen hun kwaliteit behielden.

Extra handicap blijkt dat het voor rechters lastig is van tevoren de complexiteit in te schatten van zaken om zo te bepalen of ze versneld kunnen worden afgehandeld. Een zaak ontwikkelde zich soms toch tot een complexe procedure met bijvoorbeeld incidenten of een eis in reconventie.

Normaliter is de doorlooptijd tot het (eerste) vonnis 24 weken. Volgens de onderzoekers is dat een ‘alleszins redelijke’ termijn. Zij wijzen erop dat de minister van Jusititie wil ingrijpen in de procedures. Zaken zouden dan na vijftien weken een mondelinge behandeling moeten krijgen. ‘Waarom dan nu een andere termijn implementeren?’

In het evaluatierapport is te lezen dat het vertrouwen in de rechtsstaat momenteel groot is, maar dat het inzetten van een hogesnelheidstrein in civiele zaken met onvoldoende waarborgen ertoe kan leiden dat de trein uiteindelijk langzamer rijdt dan het reisschema.

Jolenta Weijers

Advertentie