De Columbiaanse advocaat Miguel Puerto moest zijn land ontvluchten en woont tegenwoordig in Londen. Morgen, op de Europese Dag van de Bedreigde Advocaat vraagt hij samen met andere advocaten aandacht voor de situatie in zijn land.
Het was om half negen ’s avonds, na een lange werkdag in 1991. Advocaat Miguel Puerto en zijn compagnon en oud-studiegenoot Alerio Pedraza Becerra gingen samen weg bij hun kantoor. Samen liepen ze naar de bushalte, waar beiden in verschillende bussen stapten. Toen Pedraza vlak bij zijn huis uitstapte werd hij, zo bleek later, door paramilitairen in een auto gesleurd. ‘We hebben nog jaren naar hem gezocht,’ vertelt Puerto tijdens een gesprek via Skype. ‘Maar we hebben hem nooit gevonden.’
Puerto spande een rechtszaak aan bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten en won. Maar daarna werd ook hij dagelijks gevolgd en lastiggevallen. Amnesty International raadde hem aan te vluchten. Van 1991 tot 1995 woonde hij als politiek vluchteling in Londen, maar kon er niet aarden. Hij keerde terug naar Columbia, en pakte zijn oude werk weer op. Hij richtte het Collectivo de Abogadós José Alvear Restrepo op (CAJAR). En dit keer ging hij achter de ècht grote jongens aan.
Zo voerde hij de rechtszaak tegen de daders van het bloedbad in Barrancabermeja, een stadje waar de vakbond van arbeiders in Columbia’s enige olieraffinaderij sterk was georganiseerd. ‘Sinds die zaak werd ik steeds in de gaten gehouden en kreeg ik brieven met de mededeling dat ik een doelwit van de paramilitairen was.’ Ook onderzocht hij de moord op parlementariër Manuel Cepada Vargas, lid van de linkse Union Patriotica. ‘Ik kwam erachter dat de militairen samenwerkten met Carlos Castano Gil, de leider van de paramilitairen. Het was de derde keer dat ik bewijs aandroeg dat leden van de UP waren vermoord.’ Na die zaak werden de doodsbedreigingen dermate frequent dat Puerto opnieuw het land ontvluchtte.
Vanuit Londen werkt Puerto nog steeds samen met het collectief. Onlangs spande CAJAR een smaadzaak aan tegen oud-president Uribe, die mensenrechtenadvocaten in een niet-aflatende stroom twitterberichten steevast uitmaakt voor ‘advocaten van de guerilla.’ Puerto: ‘Uribe heeft nog steeds veel macht, en veel volgers. Dus het is extreem gevaarlijk wat hij doet.’ Ook vond CAJAR bewijs van de betrokkenheid van het ministerie van Veiligheid bij de verdwijning van journalisten, advocaten en vakbondswerkers. Deze zaak loopt nog maar de hoogste baas van het ministerie zit inmiddels gevangen.
Maar nog steeds kan Puerto moeilijk aarden in het koude Londen. Ook is het moeilijk te verkroppen dat er in zijn land, dat zich over de grens graag profileert als modeldemocratie, sinds zijn vlucht eigenlijk weinig is veranderd. ‘Daarom is het zo belangrijk dat de internationale juridische gemeenschap ons steunt. Om te laten zien dat men weet wat er ècht gebeurt.’
De Europese Dag van de Bedreigde Advocaat werd in 2010 in het leven geroepen op initiatief van de AED/EDL, de Europese Democratische Advocaten Organisatie(AED-EDL) en door de ELDH, de Europese Associatie van Advocaten voor Democratie en Mensenrechten, en wordt nu ondersteund door verschillende andere organisaties, waaronder Lawyers for Lawyers en European Bar Human Rights Institute (IDHAE), Colombia Caravana UK Lawyers Group.
Het programma is alsvolgt:
14:00 Demonstratie en aanbieding petitie aan de Colombiaanse ambassadeur Locatie: Groothertoginnenlaan 14, Den Haag
16:00-17:15 Bijeenkomst met gastspreker Miguel Puerto Locatie: Theater Mallemolen, Mallemolen 53-f, Den Haag.
Tatiana Scheltema