Een tandarts die niet boort maar slechts adviezen geeft over bestrijding van tandplak mag sinds 2008 zijn artsentitel alleen voeren met de toevoeging N.P., wat staat voor Niet Praktiserend. Een advocaat die sinds zijn beëdiging vrijwel niet meer in de rechtszaal is geweest, mag zich advocaat blijven noemen mits hij jaarlijks zijn twintig studiepunten haalt.

Anno 2013 zijn er 17.000 advocaten. Hoeveel advocaten verrichten daadwerkelijk handelingen waarvoor de inschrijving op het tableau verplicht is? De Orde van Advocaten geeft daar geen inzicht in. Alleen de advocaat-stagiaire wordt verplicht een minimum aantal beroepshandelingen te verrichten. Op grond van art. 11 van de Stageverordening moet hij gedurende de driejarige opleiding ten minste vijf keer in rechte zijn opgetreden en tien processtukken hebben opgesteld.

Eenmaal een heuse advocaat mag hij zijn toga aan de wilgen hangen en tegen betaling van zijn jaarlijkse bijdrage en wat cursussen is hij een procesmonopolist. Dat is tamelijk absurd wanneer je bedenkt dat de Advocatenwet toch echt een andere invulling aan het beroep beoogt te geven. Zie bijv. art. 16: ‘De werkzaamheden, bij wijze van dienstverrichting, betreffende de vertegenwoordiging en de verdediging van een cliënt in rechte of ten overstaan van een overheidsinstantie.’

De niet-procederende advocaat is een contradictio in terminis. En ik schat dat enkele duizenden advocaten hun procesmonopolie ongebruikt in de la hebben liggen. Het zijn de bureaujuristen van de balie. Bedenk tegelijkertijd dat voor veel burgers procederen te duur is geworden. Dat geldt in het bijzonder voor de rechtzoekende die net te veel verdient om voor gefinancierde rechtsbijstand in aanmerking te komen.

Bij het kantoor waar ik als stagiaire begon, hadden de jongste advocaten vroeger wachtkamerdienst.

Dagelijks belden er particulieren en kleine ondernemers, die in de Gouden Gids een advocatenkantoor hadden opgezocht, met een probleem. Je hoefde dan niet te zeggen: sorry, ik adviseer alleen de gemeente over publiek-private samenwerking. Nee, je kon ’ns beslag leggen op een zeilboot die niet werd geleverd. Maar nadat het kantoor met de Engelsen was gefuseerd, werden deze zaakjes geweerd. Dat ging immers ten koste van de leverage.

Juist hier ligt een mooie taak voor de Orde. Verplicht de niet-praktiserende advocaat, net als de stagiaires, om jaarlijks minimaal enkele keren zijn procesmonopolie uit te oefenen, om zijn titel te behouden. De klassieke pro-Deopraktijk kan zo herleven en dat verruimt de toegang tot het recht.

De advocaat die wel alles weet van een wortelkanaalbehandeling maar weigert te boren, die dient achter zijn naam N.P. toe te voegen. Niet Procederend.

Wie dat niet wil, die moet zijn toga weer aantrekken.

Download artikel als PDF

Advertentie