‘Met de bezuinigingen is naar ons oordeel het punt aangekomen om de gehele advocatuur erbij te betrekken. Onze oplossing is even simpel als charmant. Doet een advocaat geen toevoegingen? Prima. Dan betaalt deze een bijdrage aan het systeem. Nog simpeler: iedere advocaat betaalt over zijn gehele omzet in “betalende” zaken een pro-Deotaks.’ Dat schreven de advocaten Sanders Arts en Rogier Hörchner in het artikel ‘Het officium nobile en de pro-Deotaks’ in het Advocatenblad van vorige maand.
Hun oproep riep in de Advocatenblad LinkedIn-groep verschillende reacties op. Zo vroeg Frank Franssen (LenaertsVoorvaart Advocaten) zich af of advocaat-stagiaires gedurende hun stage niet een bepaald aantal pro-Deozaken konden behandelen. ‘Dit systeem wordt in België gehanteerd waarbij het aantal te behandelen zaken afhankelijk is van het aantal zaken en het aantal stagiaires plaatselijk verschilt.’
Frans van Schaik (Van Schaik c.s. Advocaten) kon zich niet vinden in het voorstel van een algemene belasting. ‘Wel vind ik het redelijk dat de lasten van de PD-praktijk evenwichtig verdeeld worden. Een verplichting om ook PD-zaken te doen voor alle leden van de balie lijkt mij daarom een beter idee. Grote kantoren zouden zeer wel een deel van de civiele zaken, bijvoorbeeld problemen met financiële instellingen kunnen overnemen, die bij particulieren in de PD-sfeer ook voorkomen.’
Roland Mans (De Clercq Advocaten en Notarissen) wees erop dat het voorstel van een pro-Deotaks weliswaar actueel, maar niet nieuw is. Hij pleitte in 2008 in dit blad al eens voor een pro-Deofonds. ‘Steeds meer mensen en bedrijven kunnen of willen ons niet meer betalen. Die ontwikkeling vormt een bedreiging voor onze beroepsgroep. (…) Maak duidelijk dat we het probleem zelf ook zien en dat we heel goed in staat zijn om dat zelf op te lossen.’
Wellicht dat de oproep van Arts en Hörch-ner deze vijf jaar oude woorden nieuw leven inblazen.