Vergeleken met andere beroepsgroepen zijn advocaten, zeker jonge advocaten, minder mobiel. Wat als een advocaat toch moet solliciteren? Waarmee kan hij of zij zich onderscheiden?

 

Een wanhopige Amerikaanse advocaat solliciteert online: ‘Ervaren advocaat zoekt werk – Ik ben een alleenstaande vader, alsjeblieft help me.’ Blijven zulke Amerikaanse toestanden in Amerika? Een dergelijke noodkreet is vooralsnog een onbekend verschijnsel op de Nederlandse arbeidsmarkt. Maar hoe begeven Nederlandse advocaten zich dan wel op de arbeidsmarkt? En kunnen ze zich verbeteren? 

‘Advocaten zijn over het algemeen nogal ijdel,’ zegt Nicoline de Jong, partner legal bij Confius Executive Search. ‘Het streelt hun ijdelheid wanneer zij gebeld worden door een headhunter. Zij solliciteren dan ook niet of nauwelijks uit eigen beweging op een advertentie voor een positie bij een ander advocatenkantoor. Bovendien zijn advocaten over de hele linie meer risicomijdend en daardoor minder mobiel dan andere beroepsgroepen.’

Paul Vestering, portefeuillehouder HR in het bestuur bij Stibbe is van mening dat een zeker afbreukrisico bij een overstap op senior- en partnerniveau naar een ander kantoor niet is uitgesloten. ‘Een gewenningsperiode is wel van belang, hoe meer ervaren de persoon hoe meer aandacht nodig is om iemand goed in te passen. Het is in zekere zin kapitaalvernietiging bij het oude kantoor en iemand begint opnieuw na de overstap. Hoofdlijn van ons HR-beleid is dan ook dat wij putten uit eigen kweek. Wij trekken alleen senior medewerkers en partners van buiten aan wanneer er een gat ontstaat of wanneer we een nieuwe expertise uitbouwen. Voor het werven van ervaren mensen maken wij gebruik van online advertenties. Ook putten wij uit ons eigen netwerk advocaten die wij kennen en tegenkomen tijdens (postdoctorale) opleidingen en congressen. Als we signalen opvangen dat iemand niet helemaal happy is op zijn huidige werkplek of informeert naar mogelijkheden bij ons, nodigen we diegene weleens uit om bij ons te komen praten.’

Nicoline de Jong ziet op partnerniveau wel enige mobiliteit op de arbeidsmarkt. ‘De categorie éminence grise: partners die jarenlang het acquisitiekanon van hun kantoor zijn geweest en zich op een gegeven moment afvragen: kan en wil ik de ratrace met de jonkies nog aan? Deze mensen kijken ook om zich heen. Zij zijn vaak op zoek naar een nestorfunctie bij een minder groot advocatenkantoor.’

 

Goede doelen

Volgens De Jong worden solliciterende advocaat-medewerkers met zeven tot acht jaar ervaring meestal niet direct als partner aangenomen. Dit kan anders zijn wanneer ze een enorme praktijk met zich meebrengen. ‘Ik raad iedere advocaat dan ook aan zo vroeg mogelijk een eigen business op te zetten. Het is belangrijk proactief te bedenken waar je kracht en belangstelling liggen en je daarin te onderscheiden. Niet alleen op het juridische vlak. Kies een sector die je interesseert: de zorg, sport, goede doelen of cultuur en ga je in die sector profileren. Dat kan door te publiceren, door je als vrijwilliger in te zetten of door een bestuursfunctie te vervullen. Als je dit goed doet kan het je aardig wat werk en daarmee een eigen klantenkring opleveren. Vroeger was inhoudelijke vakkennis een belangrijke factor in een sollicitatiegesprek, tegenwoordig is acquisitief vermogen ook een grote asset, het maakt je een aantrekkelijke sollicitant.’

Vestering erkent dat acquisitief vermogen bij een sollicitatie belangrijker wordt naarmate een advocaat meer ervaren is. ‘Desondanks weegt de inhoud bij Stibbe nog steeds het zwaarst. ‘Voor ons is het bepalend dat je heel goed in bent in wat je doet, niet iedereen hoeft een rainmaker te zijn. Dit neemt overigens niet weg dat alle advocaten zich wel bezig moeten houden met business development op de manier die bij hen past. Iedereen is zich er wel van bewust dat dit er tegenwoordig gewoon bij hoort.’

Een ander advies van De Jong voor solliciterende advocaten: ‘Zorg dat je tot in de puntjes bent voorbereid. Niet alleen op de inhoud van de vacature, maar ook op de aard van het kantoor en de persoonlijkheid van je gesprekspartner. Over degene met wie je een gesprek voert is vaak van alles op internet te vinden, zowel op zakelijk als op sociaal gebied. Houdt jouw gesprekspartner bijvoorbeeld heel veel van klassieke muziek en jij ook, dan heb je een wederzijdse interesse te pakken. Een gedeelde belangstelling is altijd een handig gespreksonderwerp. Maar het mes snijdt aan twee kanten: je kunt ervan uitgaan dat ook jij als sollicitant door het betreffende kantoor op internet bent opgezocht ter voorbereiding van het gesprek.’ 

Paul Vestering is niet geïnteresseerd in de Facebook-pagina van een sollicitant. ‘Dat is privé. Of ik internet op ga, is vaak afhankelijk van de manier waarop een sollicitant zijn cv opstelt. Is dit vrij beknopt dan wil ik nog weleens LinkedIn of de website van een kantoor raadplegen voor meer uitgebreide informatie. Tijdens het gesprek vind ik het belangrijk dat mensen goed weten wat ze willen en dat ook kunnen aantonen bijvoorbeeld door publicaties of nevenactiviteiten op hun vakgebied. De passie voor het vak en een bepaald specialisme moeten voelbaar zijn en dat geldt met name voor senioren. Bij net afgestudeerde juristen kan het heilige vuur voor een bepaald specialisme soms iets later gaan branden. Bij ervaren advocaten moet dit vuurtje wel behoorlijk vlammen.’

 

Download artikel als PDF

Advertentie