Taal is een onmisbaar gereedschap voor advocaten. Om die reden heeft de Radboud Universiteit in Nijmegen een nieuw, intensief taalprogramma in het leven geroepen voor eerstejaars studenten rechten. Het programma is afgesloten met een column-wedstrijd. De winnaar mocht rekenen op plaatsing van zijn column op de website van het Advocatenblad. Dit is het resultaat: een column die de verbazing van – vooralsnog – de buitenstaander ademt.

Ik weet zeker dat een jurist niet in staat is om in normaal Nederlands een gesneden wit bij de bakker te bestellen. Oudnederlands woordje hier, complex zinnetje daar. Een aaneenschakeling van onbegrijpelijke woorden en zinnen. Juristen lijden aan de meest ernstige vorm van vakjargon, namelijk: juridisch jargon.

Deze ‘afwijking’ (zoals ik het graag noem) vormt zich al vroeg. Tijdens de studie rechten beginnen de juristen – ja, je mag ze dan al juristen noemen – opeens onbegrijpelijke taal uit te kramen. Niets dat ze eraan kunnen doen. Ze zijn machteloos. De wetbundels en jurisprudentie staan nu eenmaal vol met onbegrijpelijk taalgebruik. Nadat studenten in aanraking zijn gekomen met het vakjargon, is er geen weg meer terug. Iemand die in hoger beroep gaat wordt ‘appellant’ genoemd. Een getuige die door de aanklager wordt opgeroepen, is een ‘getuige à charge.’ En als je je schulden niet kan betalen ben je voortaan ‘insolvent.’

Naarmate de studie vordert wordt ‘normaal’ Nederlands steeds lastiger voor de toekomstige advocaten en rechters. Het onbegrijpelijke drukt het begrijpelijke langzaam maar zeker het hoofd uit. Net zolang tot ze zich op een gegeven moment alleen nog maar in onbegrijpelijk Nederlands kunnen uitdrukken. Zonder hun vakjargon zijn ze als een vis op het droge. Spartelend en snakkend naar adem.

En dat is vervelend. Buiten het feit dat brood bestellen bij de bakker een moeilijk verhaal wordt, zijn teksten van juristen voor mensen als u en ik niet te begrijpen. Ook u hebt dus, naast de juristen zelf, last van juridisch taalgebruik.

U vraagt zich dan natuurlijk af: Kunnen wij de juristen nog genezen? Zijn ze nog te redden? Ik zeg u: Ja dat kan! Maar het overmatige gebruik van vakjargon zal dan wel met grote inspanning moeten worden bestreden. De juristen van nu moeten worden omgeschoold. Wetten moeten worden herschreven. En de rechtenopleiding moet op de schop. Alleen dan kunnen we onze samenleving redden van juridisch jargon.

Wouter Doeleman

Advertentie