Na drie jaar juridisch getouwtrek betaalt de wederpartij ein-de-lijk een voorschot op de schadevergoeding vanwege dat verkeersongeluk – steekt je advocaat het leeuwendeel in zijn zak. Verrekening met de declaratie heet dat. Mag het nou of mag het niet?
Advocaten mogen hun nota niet verrekenen met geld dat ze van derden voor hun cliënt ontvangen, tenzij de cliënt daarmee instemt. Zo staat het ongeveer in gedragsregel 28 lid 2. En deze cliënt stemde er op het moment suprême weliswaar niet meer mee in, maar hij had er wel voor getekend. Mr. X had hem voor de behandeling van het dossier een ‘kantoorcontract’ voorgelegd en daarin stond dat de cliënt met verrekening akkoord ging. Mr. X had dat ook netjes met hem besproken. Dus, zei de Limburgse raad van discipline, had de cliënt niets te klagen.
Maar, zei de cliënt, ik verkeerde in financiële nood! Dan mag een advocaat zo’n afspraak toch niet uitvoeren? Voor dat argument lijkt de tuchtrechter wel gevoelig, alleen: van die financiële noodsituatie was de advocaat niet op de hoogte. Dus trof ook dat verwijt geen doel.
Overigens kwam de cliënt er helemaal niet slecht af. Want de wederpartij vergoedde uiteindelijk ook de kosten van de advocaat. En dat betaalde mr. X netjes aan de cliënt door. De 45 euro die de wederpartij te weinig betaalde legde mr. X zelf bij. Plus, na enig gekrakeel bij de deken, de gederfde rente. En toch kreeg hij nog een klacht aan zijn broek – maar die was dus ongegrond. Appel kan nog.
Trudeke Sillevis Smitt