Op 14 februari was de deadline voor de CCV-aangifte 2013.
In de week ervoor verloor de Amsterdamse balie twee markante advocaten: de tweepitter Enkelaar De Jong. Guido Enkelaar en Daan de Jong waren ruim tien jaar geleden mijn kantoorgenoten. Guido regelde de begrafenis van zijn compagnon Daan en stierf zelf aan een hartaanval de dag voor de uitvaart. Waar werd oprechter maatschap ooit gevonden?
Hun kantoor aan de Amstel is niet meer, en hun CCV-aangifte zullen ze niet meer hebben ingediend. Dit jaar moest dat voor het eerst met de advocatenpas ‘veilig digitaal communiceren met de Orde’. Deze nieuwerwetse fratsen waren niet aan Guido en Daan besteed. Evenmin als de verplichte opleidingspunten die ze ten bewijze van hun vakbekwaamheid op hun zeventigste moesten verzamelen. Advocaten mochten vooral geen geoormerkte koeien worden. In hun ogen dreigde de verambtelijking van het vrije beroep.
Toen zij nog advocaat-stagiaire waren begin jaren zeventig kregen ze geen salaris van hun patroon, maar alleen de inkomsten uit piketdiensten. Andere tijden, zonder het Anglo-Amerikaanse jargon. Geen leverage, fee-earners of one stop shopping. Dossiers werden gewogen. En de Zuidas was nog een stuk niemandsland tussen Buitenveldert en Amsterdam-Zuid.
In de kelder van hun kantoor stond vroeger een flipperkast. Wie moeite had met de declaratie, werd door Daan wel eens uitgedaagd voor een wedstrijdje. Als de cliënt beter flipperde, kreeg hij korting. Maar wie geen geld had werd pro Deo geholpen. De dochter van Filipijnse vluchtelingen die door Guido aan een verblijfsvergunning waren geholpen werd twintig jaar later door hen aangenomen als secretaresse.
Oud-advocaat en rechter Willem van Bennekom sprak bij het afscheid van zijn beide vrienden en noemde hen advocaten van de romantische school. Het ging hen om het spel en niet om de knikkers.
We kunnen daar ook Van Bennekom toe rekenen, die in 1971 advocaat was van de eerste Amerikaanse Vietnam-deserteur en diens uitzetting belette (zou dat bij een Amerikaanse klokkenluider anno nu nog lukken?).
Ik vraag me af of de romantische school in de balie met uitsterven is bedreigd.
Op 14 februari vulde ik, veilig digitaal communicerend met de Orde, de vragen in.
Nee, ik had geen contante betalingen boven de vijftien mille aanvaard.
Ja, ik was goed verzekerd.
En ik dacht aan Daan, die af en toe verzuchtte dat er best wat meer geflipperd mocht worden in de advocatuur.