Voor uitgezonden militairen is overleg met een advocaat vaak zo goed als onmogelijk. In de aanloop naar de missie in Mali stelde de vaste Kamercommissie van Defensie deze week vragen over de effectiviteit van de rechtsbijstand.

Als voormalig beroepsmilitair gaat het leger hem aan het hart, zegt Sébas Diekstra, advocaat bij Delissen Martens en specialist in het militair strafrecht. Zeker als blijkt dat uitgezonden militairen het risico lopen verstoken te blijven van rechtsbijstand door een advocaat.

‘Nederlandse militairen zijn veelvuldig in het buitenland, zowel voor oefeningen als operationele inzet. Het kan gebeuren dat een militair daar betrokken raakt bij een incident waardoor er een strafrechtelijk onderzoek wordt gestart. En hoewel het recht op consultatie van een advocaat als bedoeld in het Salduz-arrest ook voor militairen in het buitenland geldt, blijkt dat in de praktijk erg lastig. Je kan je dan afvragen of militairen in het buitenland wel op een effectieve wijze het consultatierecht kunnen gebruiken.’

Dat het onderwerp – nu de kwartiermakers al richting Mali vertrokken zijn – steeds actueler wordt, blijkt ook uit de vragen die de vaste Kamercommissie van Defensie deze week stelde aan minister Jeanine Hennis Plasschaert. Zij willen onder andere weten hoe snel een verdachte met zijn advocaat kan overleggen en hoe de vertrouwelijkheid van dat overleg gegarandeerd wordt; ook willen ze een antwoord op de vraag hoe voorkomen kan worden dat militairen tijdens een missie verklaringen afleggen zonder dat zij bijstand van een advocaat hebben gehad.

Dat dat voor verdachte militairen vaak problematischer is dan voor burger verdachten wordt deels veroorzaakt door de hechte militaire cultuur, aldus Diekstra. ‘De militair is in het algemeen erg solidair richting zijn of haar werkgever en geeft daarom veel informatie. Ze zouden meer tegen zichzelf beschermd moeten worden en daarom is het van belang dat zij snel toegang krijgen tot een advocaat.’

Advocatenpool
Ondanks de praktische bezwaren en veiligheidsrisico’s ziet Diekstra wel voldoende mogelijkheden om de positie van verdachte militairen te verbeteren. ‘Gedacht kan worden aan het opzetten van een formeel geregeld militair piket of het samenstellen van een advocatenpool met daarin militair strafrecht specialisten. Ook kan in de wet worden vastgelegd dat militairen in het buitenland in beginsel niet zonder consultatie van een advocaat gehoord mogen worden. Hoe het ook zij, er moet iets gebeuren: onze militairen, die over de gehele wereld met alle gevaren van dien opereren, verdienen een betere rechtsbescherming.’

Tekst: Mark Maathuis

Advertentie