President Janoekovitsj vestigde een persoonlijke dictatuur. Daarom kan de crisis in Oekraïne niet worden opgelost zonder zijn vertrek, zegt advocate Valentyna Telychenko. ‘Niet iedereen is zo uitgesproken als ik.’
Op 29 januari had de Oekraïense advocate Valentyna Telychenko een soort ‘openbaring.’ Die dag stemde het Oekraïense parlement over de nieuwe amnestiewet die de vrijlating moest regelen van tijdens protesten gearresteerde demonstranten.
De demonstranten noemen deze wet ook wel de ‘gijzelingswet’, zegt Telychenko. ‘De wet bevestigt de persoonlijke machtsgreep van Viktor Janoekovitsj en zijn status als dictator. Het begon ermee dat er verschillende versies van het wetsvoorstel in omloop waren. De minst gunstige bevatte een clausule die bepaalt dat de demonstranten die vastzitten pas vrijkwamen als de straatprotesten uiterlijk 16 februari werden gestaakt. De beslissing daarover werd genomen door de hoofdofficier van justitie, een vertrouweling van Janoekovitsj die ook door hem werd benoemd.’
Aanvankelijk leek het erop dat de wet het niet zou halen. Verschillende parlementsleden van Janoekovitsj’ eigen partij, de Partij van de Regio’s, hadden aangekondigd tegen deze versie van de wet te zullen stemmen. Telychenko: ‘Die ochtend bezocht Janoekovitsj deze parlementariërs en wist ze ertoe te bewegen toch vóór deze versie van het wetsvoorstel te stemmen. De wet, met de “gijzelingsclausule”, werd vervolgens zonder debat in het parlement aangenomen.’
De demonstraties tegen de regering van de zittende president Janoekovitsj begonnen op 21 november uit protest tegen de weigering van de president om, onder druk van Rusland, een Associatieverdrag met de Europese Unie te ondertekenen.
In de afgelopen maanden veranderde het karakter van de protesten, zegt Telychenko. ‘Eerst ging het om meer samenwerking met Europa, maar nu is het protest vooral gericht tegen de persoon van de president. Het is nu een gevecht tussen het volk en de staat. Verschillen tussen het (Europees georiënteerde) westen en het op Rusland georiënteerde oosten spelen geen rol meer. Janoekovitsj’ machtsbasis ligt in het oosten, maar mensen komen vandaar naar Kiev om te demonstreren. De meeste oligarchen wenden zich ook van hem af. Een recente peiling wees uit dat als er nu presidentsverkiezingen gehouden zouden worden, iederéén die zich op dit moment kandidaat zou stellen het van Janoekovitsj zou winnen.’
Dat is dan ook het enige luchtpuntje op dit moment volgens Telychenko. ‘De sfeer in Oekraïne is heel deprimerend, heel anders dan tijdens de Oranjerevolutie in 2004 toen iedereen lachte en danste op straat. Nu is de sfeer grimmig: er vallen doden, gewonden worden naar detentiecentra gestuurd terwijl ze medische hulp nodig hebben. Maar de demonstraties zullen doorgaan, want er is geen weg terug: als ze naar huis gaan zonder dat Janoekovitsj is afgetreden, zullen ze worden gearresteerd. Dus ze hebben niets te verliezen.’
Telychenko demonstreerde vanaf het begin mee op het ‘Euromaidan’ (het ‘Europaplein’). Ze trad ook op in verschillende tv-shows om de juridische aspecten van Janoekovitsj’ machtsgreep toe te lichten. Persoonlijk gevaar loopt ze niet, denkt ze. Wonderbaarlijk genoeg bleef ze tot nu toe ‘buiten het epicentrum’ van de gevechten tussen demonstranten en politie.
Ze weet zich gesteund door het overgrote deel van de Oekraïense juridische gemeenschap. ‘Niet iedereen is zo uitgesproken als ik, veel advocaten vinden dat ze zich neutraal moeten opstellen, voor zichzelf of ten opzichte van hun cliënten. Maar vrijwel iedereen sym-pathiseert met de demonstranten. En de meesten zeggen: in een land waar de wet niets betekent, is het eigenlijk zinloos om advocaat te zijn.’