Juristen met minimaal twee jaar werkervaring worden tijdens een nieuwe opleiding opgeleid tot rechter. Wat voor rechters komen er straks uit deze vernieuwde opleiding?
Peter Burgers (46) heeft juist een intensieve trainingssessie achter de rug in het gebouw van de Utrechtse hoofdlocatie van SSR, het opleidingsinstituut van de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie. ‘Een snelkookpan,’ noemt hij de nieuwe opleiding Rechter in Opleiding (Rio). ‘Je leert in korte tijd veel over jezelf: hoe je overkomt, hoe je communiceert.’
Die ‘zachte’ kanten van het rechtersvak blijken een cruciaal onderdeel van de opleiding. Competenties als samenwerken, communicatie, intervisie, magistratelijkheid en professionalisering worden uitgebreid ontwikkeld bij de rechters in spe. Ze vormen de basis van wat een rechter in essentie moet kunnen: zittingen voorbereiden, zittingen leiden en vonnissen schrijven.
Burgers is op 1 januari 2014 benoemd tot rechter-plaatsvervanger in de Rechtbank Den Haag. Daarvoor was hij vijftien jaar advocaat, met als specialisme octrooirecht. ‘Ik heb vaak gepleit bij de octrooikamer van de Rechtbank Den Haag,’ zegt hij. Wanneer hij de rechters bezig zag, dacht hij soms: ‘Dat wil ik ook. ’ Met meer ervaring op zak veranderde die gedachte in: ‘Dat kan ik ook. Ik weet inmiddels zoveel van het vakgebied.’
Toen de octrooikamer vorig jaar een rechter zocht, was de keuze snel gemaakt. Burgers meldde zich aan als rechter in opleiding en kwam door de selectieprocedure. ‘Ik hoop dat ik mijn specialisme binnen de rechtbank verder kan ontwikkelen,’ motiveert hij zijn overstap. ‘Ik heb altijd in een commerciële praktijk gewerkt, en ik wilde iets in het algemeen belang doen. Dit was een mooie kans.’
Over het octrooirecht hoeft Burgers niet veel meer te leren, over de rechterlijke vaardigheden des te meer. ‘Natuurlijk heeft het vak van rechter veel overeenkomsten met dat van advocaat,’ stelt hij. ‘Je stelt op basis van feiten en argumenten een tekst op.’ Maar de verschillen tussen de twee functies binnen het rechtssysteem zijn enorm, meent hij. ‘Als advocaat kom je voor de belangen van één partij op. Je wilt gelijk zien te krijgen. Als rechter moet je de stroom van argumenten van beide partijen wegen en bespreken. Je moet evenwicht vinden. En je hebt de regie over de zitting.’
Uiteraard wil Burgers een goede rechter zijn: integer, onafhankelijk en onpartijdig. Waar blijkt dat uit? ‘Een goede rechter hoort beide partijen en behandelt ze met respect. Hij legt zijn beslissing duidelijk uit, zodat ook de verliezer vrede kan hebben met het vonnis.’
Eerste lichting
Peter Burgers is één van elf rechters in opleiding van de eerste lichting, die verder bestaat uit mensen uit de advocatuur (twee), de rechterlijke organisatie (vijf) de universiteit (één), de fiscale adviespraktijk (één) en het ministerie van Financiën (één). De Rio-opleiding nieuwe stijl komt in de plaats van de zesjarige RAIO-opleiding en de (minder bekende) oude Rio-opleiding die was bestemd voor ‘zij-instromers’ in de rechterlijke macht. De nieuwe opleiding moet maatwerk leveren. Afhankelijk van hun ervaring en vaardigheden volgen de rio’s een opleiding van minimaal een jaar en drie maanden en maximaal vier jaar. De rechter in opleiding zit net als vroeger in een leerwerkomgeving.
Opleidingsinstituut SSR is ook betrokken bij de nieuwe opleiding voor officieren van justitie in opleiding oio’s (officieren van justitie in opleiding). Het Openbaar Ministerie en de SSR starten ermee op 1 april.
Naar wat voor soort mensen is de rechterlijke macht op zoek? ‘Mensen met een universitaire juridische opleiding die breder in de samenleving gekeken hebben,’ zegt Rosa Jansen, voorzitter van het college van bestuur van SSR. ‘Mensen dus die maatschappelijk betrokken en geïnteresseerd zijn.’ Dat kan blijken uit vrijwilligerswerk, sportbeoefening of bestuursfuncties: ‘Sommigen zeggen: “Ik lees de krant.” Hartstikke gefeliciteerd, maar wat doe je ermee? Laat zien dat je met je poten in de klei hebt gestaan.’ Diversiteit is daarbij van groot belang, meent Jansen. ‘Mensen hoeven niet honderd procent de kleur van de organisatie aan te nemen, en mogen best eigenheid bewaren.’
Een rechter is volgens Rosa Jansen een sterke persoonlijkheid die weet wat er speelt in de samenleving. ‘Een goede rechter is een vakman die in individuele gevallen goede beslissingen neemt die juridisch zuiver zijn getoetst. Maar hij gebruikt ook gezond verstand en professionele intuïtie. De rechter moet binding houden met de samenleving. Dat is juist voor rechters belangrijk, omdat ze altijd het laatste woord hebben. Je loopt het risico eigenwijs te worden.’
Ruggengraat
Een goede rechter is dus een onafhankelijke geest die ruggengraat toont als hij onder druk komt te staan. Maar hij moet ook openstaan voor kritiek en met goede motiveringen draagvlak creëren voor zijn beslissingen. ‘Tijdens de trainingen hier houden we de mensen een spiegel voor,’ zegt Jansen. ‘Hoe stevig sta je als persoon in je schoenen? Hoe organiseer je je eigen kritiek? Reflecteren op het eigen werk is heel belangrijk in dit vak.’
Er is ook veel aandacht voor de magistratelijkheid. Een rechter heeft een fundamenteel andere positie dan een advocaat of bedrijfsjurist. ‘Tijdens rollenspellen gaan we diep in op de vier lagen van magistratelijkheid,’ licht Jansen toe. ‘Ten eerste op het niveau van de individuele rechter: wat kan wel, wat kan niet? Als de hele straat een schilder zwart laat werken, doe jij dan mee? Daarboven zit het niveau van de collegialiteit: wat houdt het besluitvormingsproces in de meervoudige kamer in? Verder is de rechter onderdeel van een organisatie. Wat betekent dat? Ten slotte is er de rechtspraak als instituut binnen de rechtsstaat en als onderdeel van de trias politica.’
De trainingen in de ‘zachte’ competenties hebben plaats in het gebouw van de SSR in Utrecht. De trainers zijn rechters, maar ook psychologen, neurowetenschappers, accountants en andere deskundigen. SSR ondersteunt bij het bijbrengen van de meer vaktechnische vaardigheden, zoals uitspraken schrijven. Binnen het gerecht brengen de rio’s het geleerde in de praktijk.
Inmiddels heeft Peter Burgers zijn eerste zitting voorgezeten: een comparitie over een energierekening. ‘Als rechter heb je de touwtjes in handen. Je bepaalt de volgorde, en waarover wordt gesproken. Je moet dus overwicht hebben, maar ook duidelijk communiceren en zorgen dat alle partijen aan bod komen.’ Beviel het? ‘Prima. Het verliep soepel, de bejegening was goed. Ik ben erin geslaagd een aantal zaken te verhelderen. Helaas lukte het niet om partijen in gesprek te krijgen over een schikking, wat ik wel had verwacht.’
Stage bij advocatuur
Voor de advocatuur heeft de nieuwe opleiding voor rechters een aantal consequenties. Voorheen konden rechters in opleiding (raio’s) maximaal twee jaar stage lopen bij een advocatenkantoor. De advocatenfirma betaalde daarvoor. Binnen de Rio-opleiding loopt de rechter in opleiding maximaal een halfjaar stage als advocaat. De Raad voor de rechtspraak en de Nederlandse Orde van Advocaten overleggen nog over de vraag of er een stagevergoeding wordt gevraagd.
Een stage in de advocatuur is van belang voor cursisten die zelf geen ervaring hebben in de balie. ‘Het is goed om te ervaren hoe het is aan de andere kant van de tafel en hoe het is om met cliënten te maken te hebben,’ zegt opleider Marcel Snijders van de SSR. ‘Dat voegt iets toe aan hun ontwikkeling tot rechter. Andersom kan het voor advocatenkantoren interessant zijn om een ervaren jurist met kennis van de rechtspraak binnen het kantoor te hebben werken.’ Hiermee investeren zij tevens in een goede rechtspleging, meent Snijders.
De Rio is zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage. HRM-afdelingen van advocatenfirma’s moeten dus niet gek opkijken als ze een telefoontje krijgen van een Rio die stage wil lopen.