In 2013 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn meest productieve jaar ooit gehad. De 701 zaken die werden afgehandeld betekenden een aanzienlijke stijging ten opzichte van de 595 zaken die in 2012 werden afgesloten.
Als redenen voor de stijging wordt gewezen op ‘de interne hervormingen die het Hof heeft doorgevoerd en het voortdurend op punt stellen van zijn werkmethoden’. Verder werd het recordaantal van 699 nieuwe zaken aanhangig gemaakt, wat een stijging van zo`n 10 procent betekent ten opzichte van 2012.
Ook wat de procesduur betreft zijn de geluiden, aldus een persbericht ‘zeer positief. Bij de prejudiciële verwijzingen was de procesduur 16,3 maanden. Bij de rechtstreekse beroepen en de hogere voorzieningen was die respectievelijk 24,3 maanden en 16,6 maanden.’
Ten aanzien van de rechtstreekse beroepen is de procesduur met gemiddeld 19,7 maanden weliswaar ‘gevoelig toegenomen ten opzichte van 2012,’ maar dat betreft volgens het Hof slechts 15 procent van de in 2013 afgesloten zaken. Bovendien zou dat te wijten zijn ‘aan factoren waarover het Hof betrekkelijk beperkt controle heeft.’
Tekst: Mark Maathuis