De norm die de tuchtrechter momenteel hanteert, neemt een ‘foute’ advocaat nog teveel in bescherming, aldus VVD-politicus Ard van der Steur.
Tweede Kamerlid Ard van der Steur wil dat het makkelijker wordt om advocaten te schorsen die strafrechtelijk veroordeeld zijn of in voorlopige hechtenis zitten. De norm die de tuchtrechter momenteel hanteert, neemt een ‘foute’ advocaat nog teveel in bescherming, aldus de VVD-politicus. Van der Steur heeft bij de Kamer een amendement ingediend op de nieuwe toezichtwet voor de advocatuur van staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justittie (VVD).
In het wijzigingsvoorstel wordt de procedure voor het ‘spoedheidshalve’ schorsen van een advocaat verruimd. Een advocaat die zich in voorlopige hechtenis bevindt of die al veroordeeld is voor een misdrijf, kan krachtens een ingevoegd artikel tijdelijk op non-actief worden gesteld. Van der Steur reageert met zijn amendement op een recente uitspraak van het Hof van Discipline dat oordeelde dat enkel onder een uitzonderlijke omstandigheid een onmiddellijke schorsing van een advocaat geoorloofd is.
Het Kamerlid vindt zo’n ‘zware toets’ ongewenst. ‘De Orde heeft daardoor nu geen mogelijkheid een schorsing te bewerkstelligen als een advocaat in voorlopige hechtenis zit of veroordeeld is.’ De veroordeelde raadsman of -vrouw kan zijn praktijk voortzetten zolang hij maar in beroep gaat. ‘Dat is het verkeerde signaal,’ vindt Van der Steur. ‘Het bevordert het vertrouwen in de advocatuur niet.’
Niet in alle gevallen is het volgens hem nodig om een veroordeelde advocaat meteen te schorsen. ‘Maar het is goed als de mogelijkheid er komt voor de Orde.’ Het wijzigingsvoorstel van Van der Steur regelt dat als een gerecht een advocaat veroordeelt, de deken in zijn arrondissement een seintje krijgt van de griffier.
De Orde noemt het voorstel van het VVD-Kamerlid ‘een goede aanvulling op het bestaande handhavingsinstrumentarium van de deken’.
Tekst: Maarten Bakker