Over gebrekkige prestaties moet men tijdig klagen, anders is het te laat. In ons verbintenissenrecht is bepaald dat iedere schuldeiser binnen bekwame tijd bij de schuldenaar moet klagen over een gebrek in de aan hem geleverde prestatie.Bijlage:
Deze bekwame tijd start op het moment dat de schuldeiser het gebrek ontdekt of redelijkerwijze zou moeten ontdekken. Hoewel de wet (art 6:89 BW) van ‘protesteren’ spreekt, wordt deze bepaling als ‘de klachtplicht’ aangeduid. De gevolgen van niet tijdig klagen zijn groot: verval van rechten van de schuldeiser! Dit terwijl de termijn om te klagen korter is dan de meeste verjaringstermijnen en het toepassingsbereik van de klachtplicht in rechtspraak steeds groter lijkt te geworden. Na een vijftal arresten van de Hoge Raad in 2007 leefden in de praktijk nog veel vragen. Op 8 februari 2013 heeft de Hoge Raad in drie uitspraken (‘de februari arresten’) nadere kaders geschetst. Tijd voor een schets van de stand van zaken: wanneer is een beroep op de klachtplicht terecht? En aan welke maatstaven moet een rechter toetsen?
Lees het volledige artikel in onderstaand pdf-bestand.
Leonie Rammeloo, advocaat bij Van Doorne in Amsterdam.