Over de effectiviteit werd getwijfeld, maar toch rolde het Wetsvoorstel tegengaan huwelijksdwang vorige week vrij gemakkelijk door de Tweede Kamer. Als het voorstel ook in de Eerste Kamer wordt aangenomen, komt er een verruiming van de gronden om een huwelijk nietig te verklaren, zullen minderjarigen onder geen enkele omstandigheid meer in het huwelijk kunnen treden en zullen neven en nichten alleen nog maar kunnen trouwen als ze van tevoren bij de burgelijke stand zweren of beloven dat ze dat vrijwillig doen. Eerder werd ook het strafrecht al aangescherpt om huwelijksdwang tegen te gaan.
Shirin Musa van Femmes for Freedom is er blij mee. Zelf vocht ze jarenlang om na haar civiele echtscheiding haar ex te dwingen mee te werken aan ontbinding van hun religieuze huwelijk. Nu zet ze zich met haar stichting in voor andere vrouwen die gedwongen worden te trouwen of getrouwd te blijven, die vastzitten in een polygaam huwelijk of die door hun echtgenoot zonder paspoort in het land van herkomst worden achtergelaten.
Musa is hoopvol over toezeggingen die staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) tijdens het debat in de Tweede Kamer deed en de aandacht die hij voor het onderwerp gaat vragen bij OM en politie. ‘De internationale agendering is erg belangrijk. In het laatste kwartaal van dit jaar komt er een hoorzitting in het Europees Parlement over dit onderwerp. Dan kunnen wij zeggen dat Nederland het eerste land is dat het heeft geagendeerd.’
Onrechtmatig
In de tussentijd kunnen familierechtadvocaten mogelijk de bestaande middelen om ‘huwelijkse gevangenschap’ tegen te gaan beter gaan benutten. Tijdens het Kamerdebat zei Staatssecretaris Teeven daarover dat de Nederlandse rechter nu al in een kort geding kan oordelen dat het in gegeven omstandigheden onrechtmatig is om niet mee te werken aan ontbinding van het huwelijk in het land van herkomst. Degene die in huwelijkse gevangenschap verkeert, moet daar dus wel zelf bij de rechter om vragen. Teeven zegde toe met de Nederlandse Orde van Advocaten te zullen bespreken hoe de orde dit beter onder de aandacht van echtscheidings- en familierechtadvocaten zou kunnen brengen.
Trudeke Sillevis Smitt