Een Europese richtlijn waar het Europees Hof ineens een streep door haalt, dat gebeurt niet elke dag. Met de ongeldigverklaring van de Richtlijn betreffende de gegevensbewaring staat de manier waarop telecommunicatiegegevens in Europa worden bewaard, in een keer helemaal op zijn kop.

Privacyadvocaat Friederike van der Jagt van Stibbe noemt de uitspraak van 8 april ‘baanbrekend’. Voor gerechtvaardigde inbreuken op de privacy moet je aan drie eisen voldoen: er moet een wettelijke basis zijn, je moet een legitiem doel hebben en de inbreuk moet proportioneel zijn. Wat betreft dat laatste punt zegt het EU-Hof nu: moet je werkelijk alle communicatiegegevens van iedereen bewaren om ernstige criminaliteit te bestrijden? Als je weet met wie, hoelang, hoe vaak en waar vandaan iemand communiceert, dan ken je zijn gewoonten en weet je waar hij verblijft. Dat vormt een ernstige inbreuk op iemands privéleven.

Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) verwacht acht weken nodig te hebben om de uitspraak te bestuderen, heeft hij gezegd. Het is dus nog onduidelijk wat er gaat gebeuren met de bewaarplicht die in Nederland in artikel 13.2a Telecommunicatiewet is geïmplementeerd. ‘Maar het zal er ongetwijfeld toe leiden dat die bepaling gaat vervallen of zal worden aangepast en dat zal ook in andere Europese landen gaan gebeuren. Het Hof heeft gezegd dat het onbeperkte verzamelen en bewaren niet is toegestaan, maar er zijn geen duidelijke grenzen gesteld wat dan wel mag. Er kan een versnipperd beeld in Europa ontstaan, tenzij er een nieuwe Richtlijn komt – maar dat kan lang duren.’

Kunnen strafrechtadvocaten straks claimen dat politie en OM gebruik maken van onrechtmatig verkregen bewijs als ze putten uit deze gegevens die achteraf gezien nooit hadden mogen worden bewaard? Van der Jagt verwacht dat niet direct: ‘Het opvragen van de gegevens door OM en politie is op andere wetgeving gebaseerd. En als de bewaarplicht wordt aangepast, zal dat waarschijnlijk juist die gevallen omvatten waarin sprake is van een verdenking van ernstige criminaliteit.’

Bij de invoering van de bewaarplicht in 2009 was er al veel kritiek op het verstrekkende karakter van de bewaarplicht.‘De tegenstanders krijgen nu alsnog gelijk. De uitspraak sluit aan bij de tijdsgeest, waarin we steeds kritischer worden op de omgang met onze gegevens en de inbreuk op de privacy die daarmee gepaard gaat’, aldus Van der Jagt.

Praktisch gezien verandert er volgens Van der Jagt overigens voorlopig nog maar weinig. ‘De Nederlandse wet geldt nog steeds. Ik verwacht dat providers op de oude voet verder gaan, tot er duidelijkheid is.’

Trudeke Sillevis Smitt

Advertentie